ECLI:NL:RBOVE:2022:947
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verkrachting na onvoldoende bewijs van dwang
De rechtbank Overijssel heeft op 12 april 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 25-jarige man, die werd beschuldigd van verkrachting. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 29 maart 2022. De officier van justitie, mr. S. Markink-Grolman, vorderde een veroordeling, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. G.A.S. Maduro, pleitte voor vrijspraak. De tenlastelegging betrof een incident op 23 december 2020 in Almelo, waarbij de verdachte de aangeefster zou hebben gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank oordeelde dat, hoewel het mogelijk is dat de aangeefster de seks als ongewenst heeft ervaren, er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich hiervan bewust was. De rechtbank benadrukte dat de verklaring van de aangeefster niet voldoende steun vond in ander bewijs, zoals getuigenverklaringen of fysieke bewijzen. De rechtbank concludeerde dat de aangifte niet voldoende was om tot een bewezenverklaring te komen, en sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, en werd het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.