ECLI:NL:RBOVE:2022:994
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en ongegrondverklaring beroep inzake openbaarmaking van informatie door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en de Stichting "Varkens in Nood". Eiser had een pro-forma bezwaarschrift ingediend tegen een besluit van de minister om bepaalde rapporten gedeeltelijk openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De minister had eiser de gelegenheid gegeven om zijn bezwaarschrift te ondertekenen en de gronden van bezwaar binnen vier weken in te dienen. Eiser heeft echter nagelaten om een aanvullend bezwaarschrift in te dienen, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar door de minister.
De rechtbank oordeelde dat de minister terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard, omdat eiser niet voldeed aan de vereisten van de Awb, waaronder het ontbreken van een handtekening en de gronden van bezwaar. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser geen afdoende verklaring heeft gegeven voor het niet indienen van aanvullende bezwaargronden. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding bestond voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien het beroep ongegrond was.
De uitspraak werd gedaan door voorzieningenrechter A.T. de Kwaasteniet, in aanwezigheid van griffier C. Kuiper. De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na de datum van uitspraak.