Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde sub 1] B.V.,
[gedaagde sub 2],
3.[gedaagde sub 3] ,
1.Samenvatting
2.Het verloop van de procedure
3.De feiten
een woning op een bedrijventerrein”. Vanwege deze definitie mocht de woning, die geen binding heeft met een bedrijf, op grond van dit bestemmingsplan regulier worden bewoond. Aan de percelen die bij de woning behoren werd in dit bestemmingsplan de bestemming “
Bedrijven” toegekend. Zowel [gedaagde] c.s. als [gedaagde sub 3] heeft de planologische bestemming van de woning niet vermeld in zijn verkoopuitingen, respectievelijk haar taxatierapport noch [eiser] op andere wijze op de hoogte gesteld van de bedrijfsbestemming van de woning.