ECLI:NL:RBOVE:2023:1181

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
3 april 2023
Zaaknummer
10114138 \ CV EXPL 22-3448
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een auto en de gevolgen voor de koper

In deze zaak heeft eiser een auto gekocht van gedaagde, waarbij de vraag centraal staat of de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, wat zou leiden tot recht op terugbetaling en schadevergoeding. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiser niet toewijsbaar zijn. Eiser heeft op 16 juni 2022 een Volkswagen Golf van gedaagde gekocht voor € 5.000,00. Na de aankoop meldde eiser dat de koppeling van de DSG automaat niet goed functioneerde, wat leidde tot een juridische procedure. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 februari 2023 was eiser niet aanwezig, wat leidde tot een afwijzing van zijn verzoek om een nieuwe zittingsdatum. De kantonrechter oordeelde dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen over non-conformiteit. Gedaagde betwistte de claims van eiser en stelde dat hij de auto als privé persoon had verkocht, zonder zich als handelaar te profileren. De kantonrechter concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat de auto bij aflevering niet voldeed aan de verwachtingen, en wees de vorderingen van eiser af. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, vastgesteld op € 660,00.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10114138 \ CV EXPL 22-3448
Vonnis van 28 maart 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. S. Yadegari,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. B.J. Driessen.

1.De zaak in het kort

1.1.
[eiser] heeft een auto van [gedaagde] gekocht. Deze zaak gaat over de vraag of die auto niet aan de overeenkomst beantwoordt (non-conformiteit) en of [eiser] daarom recht heeft op onder andere (terug)betaling van het aankoopbedrag plus een schadevergoeding. De kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is en wijst de vorderingen van [eiser] af.

2.De procedure

2.1.
Op 3 januari 2023 is een tussenvonnis gewezen, waarin is bepaald dat een mondelinge behandeling zou worden gehouden. Die mondelinge behandeling heeft op 15 februari 2023 plaatsgevonden. [gedaagde] is hierbij verschenen. Hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde. [eiser] en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken.
2.2.
Omdat [eiser] en zijn gemachtigde niet bij de mondelinge behandeling zijn verschenen, heeft de griffie van de rechtbank tijdens de zitting telefonisch contact gezocht met de gemachtigde. Tegen het einde van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter te horen gekregen dat de gemachtigde van [eiser] ziek thuis was, niet van de zitting afwist en graag een nieuwe zittingsdatum wilde. De kantonrechter heeft [eiser] vervolgens in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 22 februari 2023 om een nieuwe zittingsdatum te verzoeken. Van die gelegenheid is op 19 februari 2023 gebruik gemaakt. In het verzoek staat onder andere dat de oproepbrief geopend is om te worden verwerkt, maar vermoedelijk door een stagiaire in het fysieke dossier is opgeslagen zonder de brief te scannen en te verwerken. Nadat [gedaagde] zich ook over het verzoek had uitgelaten, heeft de kantonrechter het verzoek afgewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen sprake van een dringende reden die meebracht dat van [eiser] of zijn gemachtigde niet kon worden verlangd ter zitting aanwezig te zijn (of tijdig bericht van afwezigheid te geven).
2.3.
De kantonrechter heeft bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen. De vijf aanvullende producties die [eiser] op 22 februari 2023 heeft overgelegd zijn te laat ingediend en daarom niet aan het dossier toegevoegd.

3.Wat er is gebeurd

3.1.
[eiser] heeft op 16 juni 2022 een Volkswagen Golf met bouwjaar 2008 en [kenteken] (hierna: de auto) van [gedaagde] gekocht. De koopprijs van de auto bedroeg € 5.000,00.
3.2.
Op een gegeven moment heeft [eiser] aan [gedaagde] laten weten dat de koppeling van de DSG automaat volgens hem niet meer (goed) werkte en dat de auto in de noodloop gaat. Partijen hebben hier via Facebook contact over gehad.
3.3.
De gemachtigde van [eiser] heeft [gedaagde] op 4 augustus 2022 in gebreke gesteld. In de brief wordt [gedaagde] gesommeerd om de auto binnen twee weken op te halen, vervangend vervoer achter te laten en de gebreken te herstellen, een en ander zonder hiervoor kosten in rekening te brengen. Verder staat in de brief dat, wanneer niet of niet tijdig aan de ingebrekestelling wordt voldaan, de koop als ontbonden wordt beschouwd.
3.4.
De gemachtigde van [gedaagde] heeft op 11 augustus 2022 op de brief gereageerd. In die reactie wordt iedere aansprakelijkheid betwist.
3.5.
[eiser] is vervolgens deze procedure gestart.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] heeft in de dagvaarding een aantal vorderingen ingesteld (A tot en met P). Deze houden – kort samengevat – primair in dat [eiser] vordert dat de kantonrechter de koopovereenkomst ontbindt en [gedaagde] veroordeelt tot (terug)betaling van de koopprijs (€ 5.000,00), een schadevergoeding (€ 39,00 per maand motorrijtuigenbelasting, € 92,00 per maand verzekeringspremies, € 4,10 kosten aangetekende post en € 756,25 buitengerechtelijke incassokosten) en een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] de auto niet ophaalt en/of geen vrijwaringsbewijs verschaft, te vermeerderen met wettelijke rente over de hoofdsom en de nevenvorderingen en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. Subsidiair vordert [eiser] herstel van de gebreken door een derde en verwijzing naar de schadestaat. Meer subsidiair wordt nakoming van de koopovereenkomst gevraagd. Verder heeft [eiser] meerdere verklaringen voor recht gevorderd.
4.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] tegenover hem toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst. [eiser] stelt dat de auto een probleem heeft met de DSG automaat en dat er hierdoor sprake is van non-conformiteit.
4.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure. Het verweer van [gedaagde] komt er kort samengevat op neer dat hij betwist dat de auto non-conform is.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De vraag die voorligt is of er aan de zijde van [gedaagde] sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst. Voor de beantwoording van deze vraag dient vastgesteld te worden of de afgeleverde zaak (de auto) al dan niet beantwoordt aan de koopovereenkomst (oftewel: of er sprake is van (non)conformiteit ex artikel 7:17 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW)).
5.2.
Op grond van het bepaalde in artikel 7:17 BW geldt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van die overeenkomst mocht verwachten. Een koper mag in elk geval van een auto verwachten dat die de eigenschappen bezit die nodig zijn voor normaal gebruik van de auto: veilig deelnemen aan het verkeer. Verder volgt uit artikel 7:18 lid 2 BW dat
bij een consumentenkoopwordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart.
5.3.
[eiser] stelt dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, omdat kort na aankoop is gebleken dat de koppeling van de DSG automaat stuk is. De auto gaat op de snelweg in de noodloop en dat is levensgevaarlijk, aldus [eiser] . [eiser] stelt dat hij het gebrek niet had hoeven te verwachten bij de koopprijs, het bouwjaar en de kilometerstand van de auto. Omdat [gedaagde] heeft nagelaten tot herstel of vervanging van het gebrek over te gaan, is hij tekortgeschoten in de nakoming van de zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst, aldus nog steeds [eiser] . [eiser] beroept zich op het vermoeden van 7:18 lid 2 BW. Volgens [eiser] is er sprake van een consumentenkoop, omdat [eiser] de auto privé heeft aangekocht en [gedaagde] handelde in de uitoefening van zijn autobedrijf.
5.4.
[gedaagde] betwist het bestaan van het defect. En mocht er wel een gebrek zijn, dan was dit gebrek er ten tijde van de aflevering nog niet, aldus [gedaagde] . [gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij de auto van een vriend van hem heeft gekocht. De auto had op dat moment een kapotte versnellingsbak. Die heeft [gedaagde] laten maken. Volgens [gedaagde] is tijdens de reparatie ook gekeken naar de koppeling en was deze in orde. Bovendien had de vorige eigenaar van de auto de koppeling kort daarvoor, in februari 2022, nog laten vervangen. Deze was volgens [gedaagde] dan ook als nieuw. Van beide reparaties heeft [gedaagde] facturen overgelegd (producties 1 en 2 bij antwoord). Verder heeft [gedaagde] aangegeven dat de versnellingsbak prima werkte in de twee maanden waarin (zijn vriendin) de auto heeft gebruikt. Op de dag van aankoop van de auto heeft [eiser] een proefrit gemaakt. Hem is toen (blijkbaar) niets opgevallen. Het vermeende gebrek is ook pas bijna twee maanden later voor het eerst gemeld, aldus nog steeds [gedaagde] .
Daarnaast betwist [gedaagde] dat er sprake is van een consumentenkoop. [gedaagde] stelt dat hij de auto in privé heeft aangekocht. De auto was bedoeld voor zijn vriendin, maar zij vond de auto niks omdat de auto – door het GTI pakket – veel lawaai maakt en niet erg zuinig is. Daarom is de auto na twee maanden alweer te koop gezet. [gedaagde] heeft daarbij gehandeld als privé persoon. Hij heeft de auto via Facebook aangeboden. Hij heeft zich niet geprofileerd als handelaar en ook niet zo geadverteerd. De auto is bovendien aan huis verkocht.
Tot slot heeft [gedaagde] aangevoerd dat, mocht er wel sprake zijn van een gebrek waarvoor hij aansprakelijk is, hoogstens de herstelkosten voor toewijzing in aanmerking komen. Ontbinding is niet gerechtvaardigd. [gedaagde] wijst er in dat verband ook op dat [eiser] nog in de auto heeft gereden en nog steeds rijdt. Volgens [gedaagde] bedragen de kosten voor vervanging van de koppeling circa € 500,00. Hij verwijst hierbij naar productie 2 bij antwoord.
5.5.
De kantonrechter overweegt als volgt. [eiser] heeft niets ingebracht ter onderbouwing van zijn stelling dat de DSG automaat (bij aflevering) niet (naar behoren) werkt(e). Zo is er bijvoorbeeld geen bericht van een ter zake deskundige overgelegd. Ook de stelling dat er sprake is van een consumentenkoop heeft [eiser] niet (met stukken) gestaafd. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat [eiser] zijn stellingen, mede in het licht van het door [gedaagde] gevoerde verweer, onvoldoende heeft onderbouwd.
5.6.
De kantonrechter komt hierdoor tot de conclusie dat niet kan worden aangenomen dat de auto bij aflevering niet de eigenschappen bezat die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Dat betekent dat niet vaststaat dat de auto niet aan de overeenkomst voldoet en dat [gedaagde] toerekenbaar tekort zou zijn geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen. Daarmee is de grond voor alle vorderingen van [eiser] komen te vervallen. Omdat [eiser] niet voldoet aan de op hem rustende stelplicht, is voor bewijslevering geen plaats. De kantonrechter zal de vorderingen van [eiser] afwijzen.
5.7.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt. Hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op € 660,00 aan salaris gemachtigde (2,00 punten × € 330,00).

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op € 660,00,
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2023. (EB)