Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres, uit [woonplaats] , gezamenlijk eisers,
Rechtbank Overijssel
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eisers tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) beoordeeld. Eisers, die gezamenlijk een bijstandsuitkering hebben ontvangen, zijn het niet eens met de vastgestelde maandelijkse aflossingscapaciteit van € 250,35 voor de terugbetaling van een voorschot van € 6.737,91 op grond van de Participatiewet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Svb op 7 april 2022 dit bedrag heeft vastgesteld en dat eisers hiertegen bezwaar hebben gemaakt. De rechtbank concludeert dat de Svb in redelijkheid de aflossingscapaciteit heeft kunnen handhaven, waarbij de wetgever een bewuste keuze heeft gemaakt voor de berekening van de beslagvrije voet voor AOW-gerechtigden. De rechtbank wijst erop dat de wetgever geen onderscheid maakt in leeftijdscategorieën en dat de bijstandsnorm voor AOW-gerechtigden niet hoger is omdat zij hogere kosten voor levensonderhoud hebben. De rechtbank oordeelt dat de Svb de aflossingscapaciteit op een juiste wijze heeft berekend en dat het beroep van eisers ongegrond is. De uitspraak is gedaan door rechter A. Oosterveld, in aanwezigheid van griffier G.A. Genee.