Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De samenvatting
Voor zover het niet gaat om onafgemaakt werk maar om gebreken, worden die gebreken door [X] betwist. Voor bewijslevering is in deze kortgedingprocedure geen plaats.
De vorderingen in conventie worden dan ook afgewezen.
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
Als bovendien wel zou worden geoordeeld dat partijen een vaste aanneemsom zijn overeengekomen en de vordering van [A] (gedeeltelijk) wordt toegewezen, dan moet worden uitgegaan van de kostenraming die door [X] is overgelegd, onder aftrek van minderwerk. Bovendien moet dan € 91.046,91 excl. btw aan kosten voor meerwerk worden meegeteld. Het door [A] aan [X] verschuldigde bedrag komt dan neer op € 335.420.36 incl. btw. Als van dit bedrag de reeds betaalde bedragen en de openstaande factuur van 2 november 2022 wordt afgetrokken, resteert een bedrag van € 50.925,77. Dit bedrag dient volgens [X] dan uiteindelijk nog aan haar te worden voldaan om de werkzaamheden af te ronden.
5.De beoordeling
1.079,00