Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
18/054534-22komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
Ten aanzien van feit 2 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank, gelet op de bekennende verklaring die verdachte heeft afgelegd.
“tactisch onderzoek telefoons verdachte”van 26 mei 2021;
“herkenning”van 18 mei 2021.
“misschien vind je dit mooi?’’.De rechtbank acht de verklaring van verdachte ten aanzien van de linkjes naar lingerie in het licht van alle overige berichten ongeloofwaardig. Uit de betreffende berichten blijkt naar het oordeel van de rechtbank duidelijk het oogmerk van verdachte dat hij uit is op het plegen van seksuele handelingen met zijn stiefdochter. Verdachte legt door de bewoordingen die hij kiest emotionele druk op [slachtoffer] . Hij stuurt bijvoorbeeld dat zij zich moet overgeven als hij bij haar op de kamer is [11] , dat het hun geheimpje is [12] , dat zij gewoon haar grens moet verleggen [13] , dat zij een kleine drempel over moet [14] en dat zij het gewoon een keer moet doen en ondergaan [15] . Op basis hiervan is de rechtbank ook van oordeel dat verdachtes oogmerk erop was gericht dat [slachtoffer] in de door verdachte voorgestelde seksuele handelingen mee zou gaan, en verdachte haar aldus heeft geprobeerd te dwingen iets te doen of te dulden.
“dat mag je bij mama doen” [16] en “voor mij ben jij mijn vader” [17] ,maar desondanks bleef verdachte de seksueel getinte berichten aan [slachtoffer] sturen. In deze berichten heeft verdachte ook kenbaar gemaakt dat hij soms zou willen dat [slachtoffer] zijn vriendin zou zijn. [18] [slachtoffer] kon de berichten die verdachte haar stuurde niet negeren, want als zij niet reageerde werd verdachte boos. Als verdachte boos was kon hij zeer onredelijk zijn en haar negeren. Soms mocht [slachtoffer] dan nergens meer naartoe. [19] [slachtoffer] voelde zich daardoor gedwongen om te reageren en deed dit in veel gevallen met enkel het sturen van één of meerdere smileys.
“labels verwijderd en jassen gedeponeerd in kledingcontainer LdH tbv goede doel. Overige goederen weggegooid in afvalcontainer”. Verdachte heeft dit gedaan met het oogmerk om deze mutatie als echt en onvervalst te gebruiken dan wel door anderen te doen gebruiken.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd;
gebruik makend van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd;
belaging;
valsheid in geschrift, terwijl dit feit wordt gepleegd door een ambtenaar in functie;
verduistering in dienstbetrekking, terwijl dit feit wordt gepleegd door een ambtenaar in functie.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
€ 5.000,-- (zegge vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Subsidiair stelt de verdediging dat zonder adequate medische onderbouwing niet kan worden vastgesteld of, en zo ja, tot welke hoogte de gevorderde immateriële schade het rechtstreekse gevolg is van de ten laste gelegde feiten, waardoor de vordering zou moeten worden afgewezen. [slachtoffer] is immers eerder in haar thuissituatie geconfronteerd met traumatische ervaringen.
Meer subsidiair, mede gelet op de jurisprudentie in soortgelijke zaken, is de gevorderde schadevergoeding te hoog, zodat de verdediging verzoekt de vordering te matigen dan wel gedeeltelijk niet-ontvankelijk te verklaren.
“op andere wijze”in haar persoon is aangetast.
“op andere wijze in haar persoon is aangetast”door verdachte
.De rechtbank stelt met inachtneming van de bij de vordering gegeven onderbouwing de schadevergoeding naar billijkheid vast op € 5.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, te weten 6 augustus 2020.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden,
gebruik makend van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen;
belaging;
valsheid in geschrift, terwijl dit feit wordt gepleegd door een ambtenaar in functie;
verduistering in dienstbetrekking, terwijl dit feit wordt gepleegd door een ambtenaar in functie;
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
[slachtoffer](feiten 1, 2 en 3 van parketnummer 08/287876-21) toe tot een bedrag van
€ 5.000,--(zegge: vijfduizend euro), bestaande uit immateriële schade;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 5.000,--(zegge: vijfduizend euro), te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 6 augustus 2020ten behoeve van de benadeelde partij, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
60 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;