ECLI:NL:RBOVE:2023:1317

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 april 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
08/287876-21 en 18/054534-22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een ambtenaar wegens ontucht en verduistering

Op 13 april 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 52-jarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een contactverbod met het slachtoffer en een schadevergoeding van €5.000. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verleiden van zijn minderjarige stiefdochter tot ontucht, het maken van heimelijke opnames van haar en het verduisteren van goederen uit zijn functie als ambtenaar. De feiten vonden plaats tussen november 2018 en augustus 2020, waarbij de verdachte gebruik maakte van zijn positie en overwicht om de stiefdochter te manipuleren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer op ernstige wijze heeft geschonden door seksueel getinte berichten te sturen en haar te dwingen tot het maken van naaktfoto's. Daarnaast heeft de verdachte als hoofdagent van politie valse mutaties opgemaakt en goederen verduisterd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08/287876-21 en 18/054534-22 (P)
Datum vonnis: 13 april 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1970 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 maart 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.Y. Huang en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. L.J.H.M. Achten, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking onder parketnummer 08/287876-21 komt er na wijziging van de tenlastelegging van 30 maart 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:heeft geprobeerd zijn minderjarige stiefdochter te verleiden tot ontucht;
feit 2:geheime opnames heeft gemaakt van zijn stiefdochter;
feit 3: zijn stiefdochter heeft belaagd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1hij in of omstreeks de periode van 2 november 2018 tot en met 13 november 2018 te Meppel, in elkgeval in Nederland, (telkens)ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door misbruik van uit feitelijkeverhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding,[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet hadbereikt,en zijnde een kind dat hij, verdachte, verzorgde en/of opvoedde als behorende tot zijn gezin,opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden van hem, te weten het masseren/strelen van het lichaam van die [slachtoffer] en/of (tong)zoenen met die [slachtoffer] en/of het uitkleden van die [slachtoffer] en/of het maken van naaktfoto’s van het lichaam van die [slachtoffer] ,die [slachtoffer] (vele malen) Whatsapp-berichten, bevattende de teksten:- (chatbericht 2-11-2018 (PV blz. 85 + chat 1 blz. 165)) - Samen – Naakt - Alles al uit dan? – Wilje…..mag ik – Voor ’t echie hè……je moet je overgeven en het laten gebeuren - Ff onder … blijventot ik er ben....maar ff extra en langzaam shaven ofzo.-- (chatbericht 6-11-2018 (PV blz. 86 + chat 2 blz. 166)) - Wat had je gedaan als ik bij je onder dedouche was gestapt? Je hebt nl aangegeven dat je dat wel wilde. Mag dat nog steeds? Of eenmassage waar we het over hadden. –- (chatbericht 9-11-2018 (PV blz. 89 + chat 4 blz. 168)) - Of zal ik zondagochtend langs komensluipen - Of zondag en donderdag - Geen pyjama aan hè - En niet schrikken Van doen! Zin in! Kannie wachten... –- (chatbericht 10-11-2018 (PV blz. 89 + chat 5 blz. 169)) - Of dacht je dat ik boos op je zou zijnomdat je niet wilde - Vind je mij nu raar. Dat ik dat graag met je wilde - In denk dat je dat best heellekker kan - Kruip ik morgenvroeg even lekker tegen je aan - Als jij je dan al (half) slapendovergeeft –- (chatbericht 10-11-2018 (PV blz. 90 + chat 6 blz. 170)) – Wil je vannacht een kleine sexy stringdragen? En als je naar bed gaat die alleen aan te hebben en verder niets - Heb je vast wel voor mijover toch? En wil je best wel doen voor mij … …..durfde het haast bijna niet te vragen - ik 'pak' jemorgenvroeg wel verder uit. Het laatste en enige wat je dan aan hebt –- (chatbericht 10-11-2018 (PV blz. 90 + chat 7 blz. 171)) - Zal ik m vast klaarleggen - Werk ze en totvanavond - Str.. - Leg het wel klaar onder je kussen - Al gevonden? –- (chatbericht 13-11-2018 (PV blz. 93 + chat 14 blz. 183)) - Die foto's onder de (emojiedouche),.....wanneer gaan we die maken? - Voor je eigen privé collectie - Ook nog … beginnen wedaar mee....En dan langzaam steeds minder aan - Durft toch alles? - Nou naakt voor me staan isgeen probleem toch....je moet even door het 1e moment heen - En je hebt een prachtige body dusje hoeft je helemaal nergens voor te schamen - Gewoon een prachtig normaal meiden lichaam -Mooie borsten en lekkere billen - Ik vind je iig een lekker ding - En geef je over en leer genieten alsje gestreeld/gemasseerd word. Geniet van de tintelingen in je lichaam en ontspan.... - En wees niet bang voor de gevoelens in je lichaam die daar bij vrijkomen……geef je daar aan over……relax enontspan - Dan ook doen he - Je verzet je nu nog - Vind je spannend? Tot vanavond skattie –,in elk geval (telkens) seksueel getinte en/of zinspelend op ontucht gerichte teksten, heefttoegezonden,en/ofcondooms heeft verstrekt en/of een string onder haar kussen heeft gelegd,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2hij in of omstreeks de maand november 2018 te Meppel, in elk geval in Nederland,gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijzekenbaar was gemaaktopzettelijk en wederrechtelijkvan [slachtoffer]aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in debadkamer en/of kleedkamer in haar ouderlijke woning,(een) afbeelding(en) heeft vervaardigd;
3hij in of omstreeks de periode van 2 november 2018 tot en met 6 augustus 2020 te Wanneperveenen/of Meppel, althans in Nederland,wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijkelevenssfeer, te weten die van [slachtoffer] ,door:- (zeer) veel seksueel getinte Whatsappberichten naar die [slachtoffer] te sturen en/of,
- via Whatsappberichten (meermalen) om naaktfoto’s van het lichaam van die [slachtoffer] te vragen en/of
- via Whatsapp linkjes/verwijzingen naar een lingeriewinkel naar die [slachtoffer] te sturen,met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
De verdenking onder parketnummer
18/054534-22komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:zich als ambtenaar in functie schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift;
feit 2:zich als ambtenaar in functie schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 23 december 2018 te Meppel, als ambtenaar,
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten
een mutatie in het politiesysteem
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door als hoofdagent van politie bij
een eerder gemaakte mutatie (PL0100-2018032702) in een “UPDATE 23-12-2018” in
strijd met de waarheid te vermelden: “Labels verwijderd en jassen gedeponeerd in
kledingcontainer LdH tbv goede doel. Overige goederen weggegooid in
afvalcontainer.”,
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen
te doen gebruiken;
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 23
december 2018 tot en met 25 augustus 2021 te Wanneperveen en/of Meppel, in elk
geval in Nederland,
als ambtenaar,
opzettelijk
één of meerdere (vijf) jas(sen) (merk Hugo Boss en Bugatti) en/of een
magneetontkoppelaar en/of een (auto)sleutel en/of een heuptas, in elk geval enig(e)
goed(eren),
geheel of ten dele toebehoorde aan een niet met naam bekende eigenaar, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten
als hoofdagent van politie in bewaring had, in elk geval anders dan door misdrijf
onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;

3.De voorvragen

De verdediging heeft zich ten aanzien van feit 3 op het standpunt gesteld dat een klacht in het dossier ontbreekt. Er is aangifte gedaan van verleiding en heimelijk filmen maar niet van belaging. Voor vervolging van dit feit is wel een klacht vereist, zodat bij gebreke daarvan volgens de verdediging geen veroordeling kan volgen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zij ontvankelijk is in de vervolging nu verdachtes stiefdochter [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) met het doen van aangifte een strafrechtelijke vervolging van verdachte wenste.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de onder parketnummer 08/287876-21 als feit 3 ten laste gelegde belaging een formele klacht ontbreekt. Uit de aangifte en aanvullende verklaring van verdachtes stiefdochter [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ), in samenhang gelezen met de namens haar ingediende vordering tot schadevergoeding en de ter terechtzitting gegeven toelichting, is echter voldoende komen vast te staan dat [slachtoffer] een strafrechtelijke vervolging van verdachte wenst. De officier van justitie is dan ook ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

Parketnummer 08/287876-21
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het onder feit 1, 2 en 3 aan verdachte ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich ten aanzien van het eerste feit op het standpunt dat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken, omdat verdachte geen opzet heeft gehad op het daadwerkelijk uitvoeren van ontuchtige handelingen en een begin van uitvoering ontbreekt. Ten aanzien van het ten laste gelegde verstrekken van condooms en het leggen van een string onder het kussen van [slachtoffer] stelt de verdediging dat een voldoende verband met het voornemen om [slachtoffer] te bewegen tot ontuchtige handelingen, ontbreekt.
Ten aanzien van feit 2 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank, gelet op de bekennende verklaring die verdachte heeft afgelegd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 2
De rechtbank komt allereerst tot bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen: [1]
- het proces-verbaal van verhoor verdachte van 6 oktober 2021;
- het proces-verbaal van bevindingen
“tactisch onderzoek telefoons verdachte”van 26 mei 2021;
- het proces-verbaal van bevindingen
“herkenning”van 18 mei 2021.
De rechtbank is voorts van oordeel dat ook wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder feit 1 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feit 1
Vast staat dat verdachte in de ten laste gelegde periode veelvuldig seksueel getinte WhatsApp-berichten, waarbij verdachte onder meer allerlei voorstellen deed voor seksueel contact, heeft gestuurd naar [slachtoffer] . [2] Hier heeft [slachtoffer] aangifte van gedaan [3] en verdachte heeft het versturen van deze berichten zowel bij de politie [4] alsook ter terechtzitting bekend. [5] De vraag is of dit strafrechtelijk kan worden gekwalificeerd als een poging verleiding tot ontucht in de zin van artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Verdachte verklaart uitdrukkelijk dat hij nooit het opzet heeft gehad om de inhoud van de naar [slachtoffer] gestuurde berichten daadwerkelijk uit te voeren.
Om te kunnen spreken van een strafbare poging tot verleiding is vereist dat het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. Gedragingen vormen een begin van uitvoering van een misdrijf als bedoeld in artikel 45, eerste lid, Sr, wanneer zij naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het voorgenomen misdrijf.
De rechtbank is van oordeel dat het versturen van de in de tenlastelegging genoemde chatberichten een gedraging is die naar haar uiterlijke verschijningsvorm gericht is op de voltooiing van het onderhavige delict. De berichten, gelezen in samenhang met de overige berichten, kunnen niet anders worden gelezen dan dat verdachte uit was op het minder weerbaar, dan wel ontvankelijker maken van [slachtoffer] voor het plegen en dulden van ontuchtige handelingen. De rechtbank betrekt in haar oordeel ook de andere gedragingen van verdachte. Zo kriebelde en masseerde verdachte het lichaam van [slachtoffer] , terwijl zij in bed lag, verstrekte hij haar condooms, legde hij een string klaar en vroeg hij haar alleen de string aan te trekken, en verder niets. [6] Daarnaast heeft [slachtoffer] verdachte vaak een (nacht)kus gegeven en heeft verdachte met zijn tong de lippen van [slachtoffer] geraakt. [7] Over de condooms verklaart verdachte ter terechtzitting dat hij deze aan [slachtoffer] verstrekte vanuit zijn beschermende vaderrol en dat hij ook vanuit die hoedanigheid bemoeienis had met de lingeriekeuze van [slachtoffer] . De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig en is van oordeel dat deze handelingen gezien moeten worden in het licht van alle seksueel getinte berichten.
Gelet op het hiervoor overwogene is sprake van een begin van uitvoering van verleiding van de destijds minderjarige [slachtoffer] . Verdachte was haar stiefvader en wist dus dat zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt. De rechtbank is verder van oordeel dat verdachte heeft gehandeld uit overwicht, voortvloeiend uit de onderlinge feitelijke verhoudingen. [slachtoffer] was als minderjarig stiefkind afhankelijk van de zorg en steun van verdachte. Zij was twaalf jaren oud toen zij in hetzelfde huis als verdachte kwam te wonen en verdachte voedde haar ook op. Daarnaast hanteerde verdachte duidelijke regels en had hij derhalve een zeer bepalende rol in het gezin. Als [slachtoffer] niet reageerde op de berichten van verdachte, liep zij het risico dat zij van verdachte niets meer mocht of dat hij haar thuis zou negeren. [8]
De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, de onder feit 1 aan verdachte ten laste gelegde poging tot verleiding tot ontucht van zijn minderjarige stiefdochter, wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
Verdachte heeft veelvuldig en gedurende langere tijd seksueel getinte berichten aan [slachtoffer] gestuurd. [9] In deze berichten heeft verdachte [slachtoffer] ook meermalen om naaktfoto’s gevraagd en stuurde hij [slachtoffer] linkjes van lingeriewinkels die leidden naar specifieke lingeriesetjes. [10] Deze gedragingen van verdachte vormen een wederrechtelijke, stelselmatige en opzettelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] .
Verdachte verklaart ter terechtzitting dat hij wel eens mee ging de stad in om te winkelen met [slachtoffer] en zijn (inmiddels) ex-partner [naam 1] (hierna: [naam 1] ), de moeder van [slachtoffer] . Als er dan lingerie gekocht werd, werd hem ook om zijn mening gevraagd. Verdachte verklaart de linkjes naar lingeriesetjes ook gestuurd te hebben vanuit het idee
“misschien vind je dit mooi?’’.De rechtbank acht de verklaring van verdachte ten aanzien van de linkjes naar lingerie in het licht van alle overige berichten ongeloofwaardig. Uit de betreffende berichten blijkt naar het oordeel van de rechtbank duidelijk het oogmerk van verdachte dat hij uit is op het plegen van seksuele handelingen met zijn stiefdochter. Verdachte legt door de bewoordingen die hij kiest emotionele druk op [slachtoffer] . Hij stuurt bijvoorbeeld dat zij zich moet overgeven als hij bij haar op de kamer is [11] , dat het hun geheimpje is [12] , dat zij gewoon haar grens moet verleggen [13] , dat zij een kleine drempel over moet [14] en dat zij het gewoon een keer moet doen en ondergaan [15] . Op basis hiervan is de rechtbank ook van oordeel dat verdachtes oogmerk erop was gericht dat [slachtoffer] in de door verdachte voorgestelde seksuele handelingen mee zou gaan, en verdachte haar aldus heeft geprobeerd te dwingen iets te doen of te dulden.
Voorts was het oogmerk van verdachte erop gericht dat [slachtoffer] moest (blijven) dulden dat hij haar genoemde berichten bleef sturen. [slachtoffer] heeft meerdere malen gezegd:
“dat mag je bij mama doen” [16] en “voor mij ben jij mijn vader” [17] ,maar desondanks bleef verdachte de seksueel getinte berichten aan [slachtoffer] sturen. In deze berichten heeft verdachte ook kenbaar gemaakt dat hij soms zou willen dat [slachtoffer] zijn vriendin zou zijn. [18] [slachtoffer] kon de berichten die verdachte haar stuurde niet negeren, want als zij niet reageerde werd verdachte boos. Als verdachte boos was kon hij zeer onredelijk zijn en haar negeren. Soms mocht [slachtoffer] dan nergens meer naartoe. [19] [slachtoffer] voelde zich daardoor gedwongen om te reageren en deed dit in veel gevallen met enkel het sturen van één of meerdere smileys.
Tot slot heeft [slachtoffer] in haar aangifte duidelijk gemaakt dat zij geen kant op kon. Zij durfde niets over de berichten van verdachte te zeggen tegen haar moeder, uit de vrees dat zij ruzie zou veroorzaken tussen haar moeder en verdachte. Daarnaast voelde [slachtoffer] zich gedwongen om te liegen over onder andere waar zij zich bevond en wat zij deed, om te voorkomen dat verdachte boos op haar werd. [20] Ook durfde [slachtoffer] niet naar de politie te gaan, want hier was verdachte immers zelf werkzaam. [slachtoffer] had hierdoor een heel groot en naar geheim dat zij met niemand kon delen.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de onder feit 3 ten laste gelegde belaging wettig en overtuigend is bewezen.
Parketnummer 18/054534-22
4.4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de feiten 1 en 2 beiden wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.5
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte geen opzet heeft gehad op het plegen van valsheid in geschrift, noch op verduistering in dienstbetrekking.
4.6
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Verdachte heeft tijdens de uitvoering van zijn functie als hoofdagent op 7 februari 2018 goederen aangetroffen in een geparkeerd voertuig dat al langere tijd op een parkeerplaats in Meppel stond. Volgens de mutatie die verdachte en zijn collega [naam 2] hebben opgemaakt, werden in het voertuig een autosleutel, een zwart heuptasje met daarin een geel/goudkleurige cilindervormige zware magneet, een boodschappentas met daarin een drietal blauwkleurige donzen Hugo Boss Orange winterjassen en een al gedragen tussenjas van, naar later is gebleken, het merk Bugatti [21] aangetroffen. Verdachte heeft deze goederen meegenomen naar het politiebureau en volgens de mutatie in de wapenkamer(kluis) gedeponeerd. [22] Op 23 december 2018 heeft verdachte deze mutatie geüpdatet. Dit heeft verdachte ook bekend. [23] Uit de update volgt dat de herkomst van de jassen onbekend is gebleven, er geen aangifte is gevonden en de eigenaar/gebruiker van het voertuig zich niet heeft gemeld. Ook is in de update vermeld dat verdachte de labels van de jassen zou hebben verwijderd en de jassen zou hebben geponeerd in een kledingcontainer ‘LdH’ (naar de rechtbank begrijpt: het Leger des Heils) ten behoeve van het goede doel. De overige goederen zouden volgens de update zijn weggegooid in de afvalcontainer. [24] Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij niet daadwerkelijk de labels heeft verwijderd, de jassen heeft gedoneerd aan het Leger des Heils en de overige goederen heeft weggegooid. [25]
Op 28 april 2021 zijn er goederen in beslag genomen in de woning van [naam 1] . [naam 1] bleek enige dagen ervoor haar relatie met verdachte te hebben beëindigd en enkele goederen te hebben aangetroffen die mogelijk van diefstal afkomstig waren. Uit onderzoek is gebleken dat dit de goederen betroffen die verdachte op 7 februari 2018 in het voertuig had aangetroffen. [26] Verdachte had volgens aangever [aangever] namens de Nationale Politie eenheid Noord-Nederland geen toestemming van een leidinggevende om de goederen aan een goed doel te doneren en/of te vernietigen. Aangever heeft in elk geval nooit toestemming gegeven aan verdachte om de goederen mee naar huis te nemen. [27]
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte opzettelijk meerdere jassen van het merk Hugo Boss en Bugatti, een magneetontkoppelaar, een autosleutel en een heuptas uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking heeft verduisterd. De rechtbank wordt gesterkt in haar oordeel dat verdachte dit opzettelijk heeft gedaan, door het opmaken van de valse politiemutatie, het feit dat verdachte één jas is gaan dragen en de verklaring van [naam 1] , waaruit volgt dat verdachte tegen haar heeft gezegd dat de goederen al een hele tijd op het politiebureau te Meppel lagen en dat niemand er meer naar omkeek, dan wel deze goederen zou missen. [28]
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich opzettelijk schuldig heeft gemaakt aan het valselijk opmaken van een politiemutatie door hierin in strijd met de waarheid te vermelden
“labels verwijderd en jassen gedeponeerd in kledingcontainer LdH tbv goede doel. Overige goederen weggegooid in afvalcontainer”. Verdachte heeft dit gedaan met het oogmerk om deze mutatie als echt en onvervalst te gebruiken dan wel door anderen te doen gebruiken.
4.7
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder parketnummers 08/287876-21 en 18/054534-22 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
08/287876-21
1hij in de periode van 2 november 2018 tot en met 13 november 2018 te Meppel, telkenster uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht,[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet hadbereikt,en zijnde een kind dat hij, verdachte, verzorgde en opvoedde als behorende tot zijn gezin,opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem, verdachte, te dulden, te weten het masseren/strelen van het lichaam van die [slachtoffer] en/of (tong)zoenen met die [slachtoffer] en/of het uitkleden van die [slachtoffer] en/of het maken van naaktfoto’s van het lichaam van die [slachtoffer] , doordie [slachtoffer] (vele malen) Whatsapp-berichten, bevattende de teksten:- (chatbericht 2-11-2018 (PV blz. 85 + chat 1 blz. 165)) - Samen – Naakt - Alles al uit dan? – Wil je…..mag ik – Voor ’t echie hè……je moet je overgeven en het laten gebeuren - Ff onder … blijven tot ik er ben....maar ff extra en langzaam shaven ofzo.-- (chatbericht 6-11-2018 (PV blz. 86 + chat 2 blz. 166)) - Wat had je gedaan als ik bij je onder de douche was gestapt? Je hebt nl aangegeven dat je dat wel wilde. Mag dat nog steeds? Of een massage waar we het over hadden. –- (chatbericht 9-11-2018 (PV blz. 89 + chat 4 blz. 168)) - Of zal ik zondagochtend langs komen sluipen - Of zondag en donderdag - Geen pyjama aan hè - En niet schrikken Van doen! Zin in! Kan nie wachten... –- (chatbericht 10-11-2018 (PV blz. 89 + chat 5 blz. 169)) - Of dacht je dat ik boos op je zou zijn omdat je niet wilde - Vind je mij nu raar. Dat ik dat graag met je wilde - In denk dat je dat best heel lekker kan - Kruip ik morgenvroeg even lekker tegen je aan - Als jij je dan al (half) slapendovergeeft –- (chatbericht 10-11-2018 (PV blz. 90 + chat 6 blz. 170)) – Wil je vannacht een kleine sexy string dragen? En als je naar bed gaat die alleen aan te hebben en verder niets - Heb je vast wel voor mij over toch? En wil je best wel doen voor mij … …..durfde het haast bijna niet te vragen - ik 'pak' je morgenvroeg wel verder uit. Het laatste en enige wat je dan aan hebt –- (chatbericht 10-11-2018 (PV blz. 90 + chat 7 blz. 171)) - Zal ik m vast klaarleggen - Werk ze en tot vanavond - Str.. - Leg het wel klaar onder je kussen - Al gevonden? –- (chatbericht 13-11-2018 (PV blz. 93 + chat 14 blz. 183)) - Die foto's onder de (emojiedouche),.....wanneer gaan we die maken? - Voor je eigen privé collectie - Ook nog … beginnen we daar mee....En dan langzaam steeds minder aan - Durft toch alles? - Nou naakt voor me staan is geen probleem toch....je moet even door het 1e moment heen - En je hebt een prachtige body dus je hoeft je helemaal nergens voor te schamen - Gewoon een prachtig normaal meiden lichaam - Mooie borsten en lekkere billen - Ik vind je iig een lekker ding - En geef je over en leer genieten als je gestreeld/gemasseerd word. Geniet van de tintelingen in je lichaam en ontspan.... - En wees niet bang voor de gevoelens in je lichaam die daar bij vrijkomen……geef je daar aan over……relax en ontspan - Dan ook doen he - Je verzet je nu nog - Vind je spannend? Tot vanavond skattie –,heeft toegezonden,encondooms heeft verstrekt en een string onder haar kussen heeft gelegd,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2hij in de maand november 2018 te Meppel,gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaaktopzettelijk en wederrechtelijkvan [slachtoffer]aanwezig in een woning, te weten in debadkamer in haar ouderlijke woning,afbeeldingen heeft vervaardigd;
3hij in de periode van 2 november 2018 tot en met 6 augustus 2020 te Wanneperveen en Meppel,wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijkelevenssfeer, te weten die van [slachtoffer] ,door:- zeer veel seksueel getinte Whatsappberichten naar die [slachtoffer] te sturen en,
- via Whatsappberichten meermalen om naaktfoto’s van het lichaam van die [slachtoffer] te vragen en,
- via Whatsapp linkjes naar een lingeriewinkel naar die [slachtoffer] te sturen,met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen en te dulden.
18/054534-22
1.
hij op 23 december 2018 te Meppel, als ambtenaar,
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten
een mutatie in het politiesysteem
valselijk heeft opgemaakt, door als hoofdagent van politie bij
een eerder gemaakte mutatie (PL0100-2018032702) in een “UPDATE 23-12-2018” in
strijd met de waarheid te vermelden: “Labels verwijderd en jassen gedeponeerd in
kledingcontainer LdH tbv goede doel. Overige goederen weggegooid in
afvalcontainer.”,
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen
te doen gebruiken;
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in de periode van 23
december 2018 tot en met 25 augustus 2021 te Meppel,
als ambtenaar,
opzettelijk
meerdere jassen (merk Hugo Boss en Bugatti) en een
magneetontkoppelaar en een autosleutel en een heuptas,
geheel of ten dele toebehorende aan een niet met naam bekende eigenaar,
en welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten
als hoofdagent van politie in bewaring had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 44, 45, 139f, 225, 248, 248a, 285b, 321 en 322 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
08/287876-21
feit 1
het misdrijf:
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
gebruik makend van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
belaging;
18/054534-22
feit 1
het misdrijf:
valsheid in geschrift, terwijl dit feit wordt gepleegd door een ambtenaar in functie;
feit 2
het misdrijf:
verduistering in dienstbetrekking, terwijl dit feit wordt gepleegd door een ambtenaar in functie.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met daarbij de bijzondere voorwaarden, zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is primair van mening dat verdachte zou moeten worden vrijgesproken van het onder parketnummer 18/054534-22 ten laste gelegde en het onder 1 ten laste gelegde van parketnummer 08/287876-21. Indien het onder 2 en 3 ten laste gelegde van parketnummer 08/287876-21 geheel of gedeeltelijk bewezen zal worden verklaard, dan stelt de verdediging dat een voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan gekoppeld de door de reclassering genoemde bijzondere voorwaarden (meldplicht, ambulante behandeling, contactverbod met het slachtoffer) passend is, gecombineerd met een taakstraf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een vijftal strafbare feiten. Verdachte heeft allereerst geprobeerd zijn minderjarige stiefdochter [slachtoffer] te verleiden tot ontucht, hij heeft heimelijk afbeeldingen van haar vervaardigd en haar belaagd. Verdachte heeft op geen enkele wijze rekening gehouden met de jeugdige leeftijd en kwetsbaarheid van [slachtoffer] , maar enkel gehandeld vanuit zijn eigen seksuele fantasieën en behoeften. Ook heeft verdachte misbruik gemaakt van zijn uit feitelijke verhouding voortvloeiende overwicht, gelet op het leeftijdsverschil en het feit dat hij de stiefvader van [slachtoffer] was. Verdachte was verantwoordelijk voor de zorg voor en de opvoeding van [slachtoffer] . Daarnaast had verdachte door het feit dat hij destijds als hoofdagent werkzaam was, het grensoverschrijdende van zijn handelen kunnen en moeten beseffen. Door zijn handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] geschonden. Het is algemeen bekend dat het verleiden tot ontucht, belaging en het vervaardigen van heimelijke afbeeldingen ernstige gevolgen kan hebben voor de geestelijke en seksuele ontwikkeling van het slachtoffer. Zo blijkt ook uit de motivering van de schadevergoedingsvordering van [slachtoffer] , dat verdachte haar angst heeft aangejaagd en ervoor heeft gezorgd dat zij zich geruime tijd niet veilig voelde in haar eigen huis. [slachtoffer] wilde verdachte zo veel mogelijk ontlopen, omdat zij bang was dat hij de inhoud van zijn berichten ten uitvoer zou brengen. [slachtoffer] liep met een naar en groot geheim dat zij nergens kwijt kon, zelfs niet bij de politie, omdat verdachte hier zelf werkzaam was als hoofdagent.
Verdachte heeft verder als ambtenaar in functie goederen verduisterd uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking en een politiemutatie valselijk opgemaakt. Het betroffen goederen waarvan verdachte in de politiemutatie had vermeld dat hij deze had gedoneerd aan het goede doel, dan wel had vernietigd. In plaats daarvan zijn de goederen in het huis waar verdachte woonde met [naam 1] , [slachtoffer] en haar zusje aangetroffen. Door zijn handelen heeft verdachte niet alleen het vertrouwen van zijn werkgever geschonden en misbruik gemaakt van de aan hem verleende bevoegdheden, maar heeft hij ook het aanzien van de politieorganisatie in het algemeen aangetast. De maatschappij moet immers kunnen rekenen op correct en integer handelen van mensen die voor de politie werkzaam zijn.
Persoon van de verdachteDe rechtbank heeft kennisgenomen van de justitiële documentatie van verdachte van 12 januari 2023, waaruit volgt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van 23 februari 2023. Hieruit volgt dat verdachte niet kan uitleggen hoe hij tot het delictgedrag is gekomen en dat hij weinig inzicht toont in de gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer. Verdachte geeft aan wel te willen weten waar zijn gedrag vandaan komt. De reclassering signaleert problemen op het gebied van relatie, partner, gezin, familie en mogelijk op het gebied van psychosociaal functioneren. Uit het onderzoek komt naar voren dat verdachte de praktische leefgebieden op orde had ten tijde van de delicten. In het geval van een bewezenverklaring is verdachte bereid om mee te werken aan eventuele opgelegde voorwaarden. De reclassering beschouwt het als een steunende factor dat verdachte een goede relatie met zijn familie heeft en dat zijn verwachting is dat zij hem, indien hij veroordeeld wordt, ook zullen blijven steunen.
Om het risico op toekomstig seksueel en gewelddadig delictgedrag in te kunnen schatten, is een risicotaxatie opgesteld (Static, Stable en Acute (SSA)) . De uitkomst hiervan geeft een laag risico aan. De reclassering schat het risico op de langere termijn hoger in. Bij een veroordeling is sprake van strafbare feiten die gedurende een langere periode veelvuldig plaatsvonden en deze feiten hebben waarschijnlijk psychische gevolgen voor het slachtoffer. Hierbij merkt de reclassering wel op dat verdachte haar het antwoord op verdiepende vragen ten aanzien van delicten vaak schuldig moest blijven, waardoor zij niet in staat was een volledige delict analyse te maken.
Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering (na afspraak), een ambulante behandeling en een contactverbod met het slachtoffer. Als de geadviseerde voorwaarden worden overgenomen, adviseren zij om de reclassering de opdracht te geven om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte daarbij te begeleiden.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarbij acht de rechtbank het wel van belang dat ook een deel voorwaardelijk wordt opgelegd, zodat hieraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden kunnen worden verbonden, waardoor toezicht kan worden gehouden op verdachte. De rechtbank acht het zeer zorgelijk dat verdachte nog geen enkel concreet inzicht kan geven in het hoe en waarom van zijn handelen. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, passend en geboden. De rechtbank verbindt hieraan een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering geadviseerd, te weten een meldplicht (na afspraak), ambulante behandeling en een contactverbod met [slachtoffer] .
De door de rechtbank opgelegde straf is hoger dan door de officier van justitie geëist. De rechtbank ziet hiertoe aanleiding gelet op de ernst en aard van de feiten, het feit dat [slachtoffer] het stiefkind van verdachte was, de hoeveelheid berichten die door verdachte zijn verstuurd, de lange periode waarin dit heeft plaatsgevonden en het feit dat verdachte telkens opnieuw de keuze heeft gemaakt om die berichten aan [slachtoffer] te sturen.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 5.000,-- (zegge vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel kan worden toegewezen te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt primair de vordering van de benadeelde partij af te wijzen, dan wel niet-ontvankelijk te verklaren in verband met het late tijdstip van indiening van de vordering.
Subsidiair stelt de verdediging dat zonder adequate medische onderbouwing niet kan worden vastgesteld of, en zo ja, tot welke hoogte de gevorderde immateriële schade het rechtstreekse gevolg is van de ten laste gelegde feiten, waardoor de vordering zou moeten worden afgewezen. [slachtoffer] is immers eerder in haar thuissituatie geconfronteerd met traumatische ervaringen.
Meer subsidiair, mede gelet op de jurisprudentie in soortgelijke zaken, is de gevorderde schadevergoeding te hoog, zodat de verdediging verzoekt de vordering te matigen dan wel gedeeltelijk niet-ontvankelijk te verklaren.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Een vergoeding voor immateriële schade kan slechts worden toegekend in één van de in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek genoemde gevallen, te weten: indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in de eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in haar persoon is aangetast. De vraag die in dit geval voorligt, is of de benadeelde partij
“op andere wijze”in haar persoon is aangetast.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de aard, de ernst en de samenhang van de feiten – niet alleen het handelen van verdachte, maar ook de lange duur ervan en de afhankelijke (ouder)relatie tussen verdachte en [slachtoffer] – (reeds) voldoende is komen vast te staan dat [slachtoffer]
“op andere wijze in haar persoon is aangetast”door verdachte
.De rechtbank stelt met inachtneming van de bij de vordering gegeven onderbouwing de schadevergoeding naar billijkheid vast op € 5.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, te weten 6 augustus 2020.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 60 (zestig) dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, 2 en 3 van parketnummer 08/287876-21 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 en 2 van parketnummer 18/054534-22 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
onder parketnummer 08/287876-21:
feit 1
het misdrijf:
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden,
terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als
behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
gebruik makend van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen;
feit 3
het misdrijf:
belaging;
onder parketnummer 18/054534-22:
feit 1
het misdrijf:
valsheid in geschrift, terwijl dit feit wordt gepleegd door een ambtenaar in functie;
feit 2
het misdrijf:
verduistering in dienstbetrekking, terwijl dit feit wordt gepleegd door een ambtenaar in functie;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder de parketnummers 08/287876-21 en 18/054534-22 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich ambulant laat behandelen bij de AFPN Assen of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering, waarbij er in de behandeling aandacht wordt besteed aan een signalerings/delictpreventieplan. De behandeling start zodra de proeftijd begint of zoveel later als er een behandelplaats beschikbaar is voor verdachte. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt (ook niet via social media en WhatsApp) met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod. Indien een contact noodzakelijk is (in het belang van aangeefster), zal dit enkel onder begeleiding van derden en met toestemming van het Openbaar Ministerie plaatsvinden.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer](feiten 1, 2 en 3 van parketnummer 08/287876-21) toe tot een bedrag van
€ 5.000,--(zegge: vijfduizend euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij (feiten 1, 2 en 3 van parketnummer 08/287876-21): van een bedrag van € 5.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 augustus 2020;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 5.000,--(zegge: vijfduizend euro), te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 6 augustus 2020ten behoeve van de benadeelde partij, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
60 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, mr. V.P.K. van Rosmalen en mr. L.M.B. Soppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Jentzsch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 april 2023.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer en onderzoeksnaam ONRBC21025 / KALINA. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van bevindingen digitaal onderzoek privé telefoon verdachte, d.d. 8 september 2021, p. 83-111.
3.Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 11 juni 2021, p. 8-20 en d.d. 21 september, p. 21-29.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 6 oktober 2021, p. 137.
5.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 maart 2023.
6.Het proces-verbaal van verhoor aangever van 11 juni 2021, p. 23.
7.Het proces-verbaal verhoor aangever van 11 juni 2021, p. 16; verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 maart 2023.
8.Het proces-verbaal van verhoor aangever van 11 juni 2021, p. 11.
9.Zie voetnoot 2.
10.Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 6 oktober 2021, p. 161 en 162; verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 maart 2023.
11.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021 , p. 105.
12.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021 , p. 98, 105 en 106.
13.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021, p. 104 en 105.
14.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021 , p. 103.
15.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021, p. 105.
16.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021, p. 105.
17.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021, p. 106.
18.Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2021, p. 106.
19.Het proces-verbaal van bevindingen van 11 juni 2021, p. 11.
20.Het proces-verbaal van aangifte van 11 juni 2021, p. 12; het proces-verbaal van verhoor [naam 1] , van 28 juli 2021, p. 49.
21.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 april 2021, p. 8.
22.Het proces-verbaal van bevindingen “Onderzoek inbeslaggenomen goederen” van 19 juli 2021, p. 17-18.
23.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 maart 2023.
24.Het proces-verbaal van bevindingen “Onderzoek inbeslaggenomen goederen” van 19 juli 2021, p. 18.
25.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 maart 2023.
26.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 april 2021, p. 8 en 9; het proces-verbaal van verhoor [naam 1] , van 28 juli 2021, p. 24; het proces-verbaal van verhoor verdachte van 25 augustus 2021, p. 34; het proces-verbaal van aangifte van 20 juli 2021, p. 21.
27.Het proces-verbaal van aangifte van 20 juli 2021, p. 21.
28.Het proces-verbaal van verhoor [naam 1] , van 28 juli 2021, p. 24.