In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap ENGIE NEDERLAND RETAIL B.V. en een gedaagde partij die een energieovereenkomst had gesloten. De gedaagde was niet verschenen op de zitting en had niet gereageerd op het voorlopige oordeel van de kantonrechter dat de bestelknop op de website van ENGIE niet voldeed aan de eisen van artikel 6:230v lid 3 BW, zoals vastgesteld in het Fuhrmann-arrest. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bestelknop met de woorden 'direct aanvragen' niet duidelijk genoeg was en dat de consument niet op een ondubbelzinnige manier werd geïnformeerd over de betalingsverplichting die met het aanklikken van de knop gepaard ging.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen de gedaagde en ENGIE vernietigbaar was, omdat niet voldaan was aan de informatieplicht van artikel 6:230v lid 3 BW. De rechter heeft ambtshalve de overeenkomst vernietigd, wat betekent dat deze geacht wordt nooit te hebben bestaan. De vordering van ENGIE werd afgewezen, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat de situatie zoveel mogelijk moest worden teruggedraaid naar de toestand van voor de overeenkomst. Dit houdt in dat de gedaagde mogelijk een vergoeding voor de reeds geleverde diensten aan ENGIE moet betalen, maar dat ENGIE onvoldoende bewijs had geleverd om een specifiek bedrag toe te wijzen.
De kantonrechter heeft ENGIE in de proceskosten veroordeeld, omdat zij ongelijk kreeg in deze procedure. De kosten aan de zijde van de gedaagde werden vastgesteld op nihil. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke informatie en de juiste formulering van bestelknoppen in online overeenkomsten.