Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
hierna afzonderlijk te noemen: de [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ,
1.De procedure
2.Samenvatting/Inleiding
3.De feiten
uitvoeringen onder ‘
C. Voorwaarden en bepalingen’ is in de akte onder meer opgenomen:
BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN DE SCHULDonder meer:
4.Het geschil
5.De beoordeling
met betrekking tot deze overeenkomst, zoals genoemd in C.5 van de akte (zie het citaat onder 3.7 van dit vonnis). In dat onderdeel van de akte is bepaald dat geschillen daarover zullen worden beslecht door bindend advies. Een commissie van drie arbiters zal dan over het geschil beslissen.
nadere bedingen(zie hiervoor onder 3.9) en dat zij in privé kwijting heeft verleend, zoals genoemd onder III van de
nadere bedingen. Voor [gedaagde 2] geldt dat zij als verschenen persoon sub 2 wordt genoemd onder 4c, 4g en 4i van de
bepalingen ten aanzien van de schuld(zie hiervoor onder 3.8.). [gedaagde 3] komt als verschenen persoon sub 3 eveneens voor in de genoemde bepalingen 4g en 4i en daarnaast staat onder 3 van
verklaringen door de vennootschapdat hij, houder van aandelen in de Vennootschap, medewerking verleent aan de in de akte beschreven overdracht, zodat aan de blokkeringsbepalingen is voldaan. Ten slotte komt de Vennootschap op verschillende plaatsen in de akte voor, onder andere in de al genoemde
nadere bedingen. De rechtbank leidt daaruit af dat alle procespartijen in de onderhavige procedure ook als partij betrokken zijn geweest bij de levering van de aandelen in de Vennootschap en bij de in de akte van levering genoemde bepalingen, waaronder de geschillenregeling vermeld onder C.5.
€ 5.290,00(2,00 punten x € 2.645,00)
6.De beslissing
op 12 april 2023. (ap)