ECLI:NL:RBOVE:2023:1721

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
C/08/288133 / HA ZA 22-391
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst chalet wegens gebreken

In deze zaak heeft eiseres, [A] BEHEER B.V., een chalet gekocht van gedaagde, [B] RECREATIE B.V. Na de aankoop constateerde eiseres gebreken aan het chalet en stelde gedaagde in gebreke om deze te herstellen. Gedaagde heeft geprobeerd de gebreken te verhelpen, maar slaagde hier niet in. Eiseres heeft vervolgens de koopovereenkomst ontbonden. De rechtbank oordeelt dat de gebreken ernstig genoeg zijn om de ontbinding te rechtvaardigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde in verzuim is geraakt door niet tijdig te reageren op de ingebrekestelling en de gebreken niet te herstellen. Eiseres vordert terugbetaling van het aankoopbedrag, kosten van deskundigen en buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres toegewezen, inclusief de proceskosten, en verklaart de ontbinding van de koopovereenkomst op 3 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/288133 / HA ZA 22-391
Vonnis van 10 mei 2023
in de zaak van
[A] BEHEER B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. E. Nijhoff te Almelo,
tegen
[B] RECREATIE B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,,
advocaat: mr. S.J. Pennings te Zwolle.

1.De zaak in het kort

[eiseres] heeft een chalet van [gedaagde] gekocht. [eiseres] heeft na aankoop gebreken aan het chalet geconstateerd en heeft [gedaagde] ingebreke gesteld en gesommeerd om de gebreken te herstellen. [gedaagde] heeft geprobeerd de gebreken te herstellen, maar is hier niet in geslaagd. De rechtbank oordeelt dat, gelet op de ernst van de gebreken, het door [eiseres] gedane beroep op ontbinding slaagt. Dit oordeel zal hierna worden toegelicht.

2.De procedure

2.1.
Het (verdere) verloop van de procedure blijkt uit:
- het brief van de rechtbank van 28 december 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte van [eiseres] van 14 februari 2023 met producties 14 t/m 22,
- het e-mailbericht van [eiseres] van 8 maart 2023 met daarin een aanvulling op productie 3 en productie 23,
- de mondelinge behandeling van 9 maart 2023, waarbij namens [eiseres] zijn verschenen de heer [C] en mevrouw [D] , bijgestaan door mr. E. Nijhoff en waarbij namens [gedaagde] is verschenen de heer P.G.J.M. [gedaagde] , bijgestaan door mr. S.J. Pennings en mr. A. Karneris.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken,
-de spreekaantekeningen van [eiseres] ,
-de spreekaantekeningen van [gedaagde] .
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiseres] heeft op 12 februari 2022 een koopovereenkomst gesloten met [gedaagde] terzake de koop en levering van een chalet type Cube op [kavelnummer] op [park] (hierna: het chalet). De koopsom bedroeg € 129.000,00 exclusief BTW (€ 156.090.00 inclusief BTW).
3.2.
Het chalet is op 16 april 2022 geleverd en geplaatst.
3.3.
Vanaf 18 april 2022 hebben partijen op diverse momenten via (voornamelijk) WhatsApp met elkaar gecorrespondeerd over gebreken aan het chalet.
3.4.
[eiseres] heeft [E] ingeschakeld om een opleverkeuring te verrichten. Op 23 augustus 2022 heeft deze opleverkeuring plaatsgevonden en er is vervolgens een opleverrapport opgesteld. In het opleverrapport staat, voor zover van belang, het navolgende:
(..) Toelichting keuring
Het betreft een chalet waar gekeken is naar bouwkundige staat en de veiligheid. Hieronder verstaan wij: Constructie binnen/buiten, elektra, water en vocht.
Tijdens de inspectie zijn er punten van enig bezwaar geconstateerd.
Ventilatie onderzijde is slecht. Er is 1 serviceluik aanwezig met een rooster daarop. Het advies om rondom ventilatieroosters te plaatsen zodat vocht middels circulatie kan afvloeien.
Nagenoeg geen ventilatie aanwezig ten behoeve van de kunststof gevelbekleding. Zowel aan de onderzijde als bovenzijde dient er een ventilatie strook aanwezig te zijn.
Bollingen in het plafond zowel in woonkamer als keuken. Vermoedelijk niet op de juiste manier bevestigd. Lekkage sporen in plafond kleine slaapkamer. Plafondplaten zijn op deze plek beschadigd door het vocht.
Geen preventieartikelen aanwezig ten tijde van inspecteren. Het advies om spoedig rookmelders te plaatsen en een brandblusser.
Chalet maakt geen gebruik van gas. Wel heeft het een gasaansluiting. Deze is geplaatst in de technische ruimte. De kraan is dichtgezet alleen is de leiding niet afgedopt. Advies om dit wel te doen.
Hoe vochtwaarden gemeten rondom douchegraan. Grijze achterwand staat bol. Vermoedelijk lekkage vanaf de muurplaat douchekraan.
Punten van aandacht:
EPDM dakbedekking zit veel glooiing in. Voor de functie geen invloed. Alleen esthetisch van aard.
Geen bladvangers of boldraadroosters aanwezig in de afvoeren. Afvoeren zijn aangesloten op het riool.
Het advies om bladvangers te plaatsen om verstopping te voorkomen.
Aantal kunststof kozijnen zijn aan de bovenzijde niet waterdicht afgewerkt. Hierdoor kan water achter het kozijn de binnenwand invloeien.
Lichte beschadigingen aangetroffen bij kunststof kozijnen aan de buitenzijde.
Tussenliggers kozijn voorzijde zakken door.
Horizontale gevelbekleding linker hoek voorzijde scheef gemonteerd.
Toegangsdeur sluit niet goed.
Openslaande deuren klemmen aan de onderzijde.
Bovendorpel kozijn hoofdslaapkamer scheef gemonteerd. Tevens sluit de deur niet goed. Advies dit bij te stellen.
Lichte beschadigingen deur technische ruimte.
Laminaatvloer bij toegangsdeur niet afgewerkt.
Vloer chalet glooit door de gehele woning. Het advies het chalet bij te stellen.
Warmwaterdruk niet constant. Bij inschakelen warmwater begint de keukenkraan te sputteren. Boiler/filter is vermoedelijke oorzaak. Boiler lekt rechtsonder. Bij douchekraan en bij kraan badkamermeubel wel voldoende druk.
Vaste paneel douchewand niet afgekit. Hierdoor kan water op de laminaatvloei vloeien.
Veel glooiing in de badkamervloer. Mogelijke oorzaak is vocht. Het advies de laminaatvloer te verwijderen en de mogelijke schade te inspecteren.
Roestvorming onder douchekraan. (.)
3.5.
Op 2 september 2022 heeft de advocaat van [eiseres] een aangetekende brief gestuurd aan [gedaagde] . In deze brief verwijst [eiseres] naar de gebreken die in het opleverrapport staan vermeld en wordt [gedaagde] aansprakelijk en in gebreke gesteld en gesommeerd om aansprakelijkheid te aanvaarden en de gebreken uit het rapport te herstellen conform het rapport. [eiseres] heeft binnen de gestelde termijn van 10 dagen geen reactie van [gedaagde] ontvangen.
3.6.
Op 15 september 2022 heeft de advocaat van [eiseres] een aangetekende brief gestuurd aan [gedaagde] . In deze brief staat, voor zover van belang, het navolgende:
(..)
In de vakantieperiode heeft cliënte reeds melding gemaakt van een lekkage en ondanks meerdere toezeggingen van uw zijde zijn ook die gebreken niet verholpen. In de afgelopen week is er opnieuw een ernstige lekkage geconstateerd waardoor er nog meer schade is ontstaan aan het dak, het plafond en een kast.
Bij brief d.d. 2 september jl. bent u uitdrukkelijk in gebreke gesteld en heeft u een laatste redelijke termijn gekregen om het chalet deugdelijk te herstellen. Deze mogelijkheid heeft u ongebruikt voorbij laten gaan, waardoor u thans in verzuim bent komen te verkeren. Middels dit schrijven ontbind ik hierbij uitdrukkelijk de koopovereenkomst tussen u en mijn cliënte.(..)
3.7.
Op 19 september 2022 heeft de advocaat van [gedaagde] per brief gereageerd op de brief d.d. 15 september 2022 van [eiseres] . In deze brief staat, voor zover van belang, het navolgende:
(..) Cliënte accepteert die ontbinding niet. Bovendien heeft u namens uw cliënt ook geen akkoord gegeven om deze week te starten met de eerste herstelwerkzaamheden.
Cliënte is bovendien van mening dat de aard van de beschreven gebreken geen ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigt.
Cliënte heeft opnieuw contact gezocht met de contactpersoon bij [F] die thans hebben laten weten op 26 september a.s. te kunnen aanvangen met herstelwerkzaamheden. Op dat moment kunnen tevens de gebreken als omschreven in het rapport van [E] worden nagelopen om te bezien of de opgesomde gebreken wel correct zijn beschreven. Cliënte vertrouwt erop dat de herstelwerkzaamheden vanaf die datum kunnen worden uitgevoerd en tot tevredenheid van uw cliënt zullen verlopen.
(..)
3.8.
[eiseres] heeft vervolgens [gedaagde] de mogelijkheid geboden om de gebreken te herstellen, mits er op voorhand een duidelijke planning met plan van aanpak werd overgelegd.
3.9.
Op 23 september 2022 heeft [eiseres] per e-mailbericht een plan van aanpak van [gedaagde] en haar leverancier, [F] , met daarbij een planning ontvangen. Hierin staat dat ervan uit wordt gegaan dat de werkzaamheden uiterlijk vrijdag 30 september zijn uitgevoerd.
3.10.
Op 2 oktober 2022 heeft [eiseres] geconstateerd dat de herstelwerkzaamheden nog niet zijn afgerond.
3.11.
Op 3 oktober 2022 laat [eiseres] per e-mail aan [gedaagde] weten:
(..) Mede vanwege uw tussenkomst heb ik cliënte ervan kunnen overtuigen om uw cliënte nogmaals een allerlaatste mogelijkheid te bieden om de gebreken te herstellen. Op mijn verzoek heeft u op 23 september jl. een plan van aanpak met planning aan mij doen toekomen. Blijkens de planning van uw cliënte zouden alle werkzaamheden uiterlijk vrijdag 30 september 2022 zijn afgerond. Afgelopen week heeft cliënte opnieuw moeten constateren dat de gemaakte afspraken niet worden nagekomen. In het bijzonder laat de door uw cliënte ingeschakelde [F] in de persoon van de heer [G] het volledig afweten.
Volledigheidshalve doe ik u bijgaand* toekomen de door uw cliënte opgestelde planning met daarbij aangegeven welke werkzaamheden tot op heden niet zijn uitgevoerd. Daarnaast zijn een aantal werkzaamheden niet correct of deels uitgevoerd.
(..)
Voor mijn cliënte is in ieder geval de maat vol en nu uw cliënte haar eigen planning ruimschoots niet heeft gehaald, kan van mijn cliënte niet worden verwacht dat zij uw cliënte nog langer in de gelegenheid stelt om alle gebreken te herstellen. Cliënte twijfelt ook ernstig of uw cliënte überhaupt in staat is om alle gebreken te herstellen.
Nu uw cliënte opnieuw niet binnen de door haarzelf gestelde termijn aan haar verplichtingen heeft voldaan, is uw cliënte opnieuw in verzuim komen te verkeren. Middels dit schrijven ontbind ik hierbij uitdrukkelijk de koopovereenkomst tussen cliënte en uw cliënte. (..)
3.12.
Op 19 oktober 2022 heeft [E] op verzoek van [eiseres] opnieuw een inspectie aan het chalet uitgevoerd. In dit rapport staat, voor zover van belang, het navolgende:
(..)
Toelichting keuring
Het betreft een chalet waar gekeken is naar bouwkundige staat en de veiligheid. Hieronder verstaan wij: Constructie binnen/buiten, elektra, water en vocht.
Na onze eerste inspectie op 23-08-2022 zijn er werkzaamheden aan het chalet verricht om zaken op te lossen. Nadat deze werkzaamheden zijn uitgevoerd zijn wij nogmaals benaderd door dhr. [C] om deze werkzaamheden te controleren. Tevens op verzoek van dhr [C] zijn wij onder het chalet geweest omdat er discussie is ontstaan over de juistheid van plaatsing. Hieruit zijn een aantal punten van ernstig bezwaar voortgevloeid die spoedig moeten worden opgelost. Overige punten die op 23-08-2022 zijn geconstateerd nagelopen of deze punten op een fatsoenlijke manier zijn herstelt/opgelost.
Tijdens tweede inspectie zijn er een aantal punten van ernstig bezwaar geconstateerd.
Geen ondervulling of verstevigingen houten vloerdelen vanaf ladderschassis tot aan uiteinden chalet.
Linksvoor vanaf linker H balk tot tegels over de gehele lengte140 cm en rechts van H balk tot aan uitbouw rechtsachter 70 cm. Ook bij deze uitbouw rechtsachter geen ondervulling of verstevigingen aangebracht. Hierdoor kan de vloer op deze stukken vervormen. Dit is nu al te meten. Chalet tordeert van de linksvoor naar rechts achter. Advies hier spoedig wat aan te doen om verdere schade te voorkomen.
Glaswol dekens aan de onderzijde zijn nat. Oorzaak condensatie tussen folielaag en de vloer.
Vocht kan niet afvloeien. Kans op houtrot van zowel vloerbalken / houten vloerplaten. Tevens is er onder de badkamer een lekkage. Te zien aan de natte houten vloerplaten en de hoeveelheid water wat tussen het folie en de isolatie zit. (zie foto’s) Folie en isolatie ondervloer bij badkamer en technische ruimte beschadigd door aansluiting afvoeren en wateraansluitingen. Hierna niet herstelt.
Stalen chassis is redelijk goed geplaatst. Wel zijn door het gewicht een aantal multiplex platen gebarsten. (Rechtsachter) Het advies is dit aan te passen om schade te voorkomen.
Keuken zakt na en is aan de onderzijde niet ondervuld. (..)

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
voor recht verklaart dat de tussen partijen op 12 februari 2022 overeengekomen koopovereenkomst is ontbonden op 3 oktober 2022;
Subsidiair:
de tussen partijen overeengekomen koopovereenkomst alsnog ontbindt op grond van een toerekenbare tekortkoming zijdens [gedaagde] ;
Primair en subsidiair:
[gedaagde] als gevolg van de ontbinding veroordeelt om aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen:
1. een bedrag ad. € 156.090.00,- zijnde het door [eiseres] betaalde aankoopbedrag voor het chalet;
2. een bedrag ad € 950.,- zijnde de kosten van de deskundige voor het opstellen van de rapporten;
3. een bedrag ad € 2.825,35 uit hoofde van buitengerechtelijke kosten.
Meer subsidiair:
indien [eiseres] geen beroep toekomt op ontbinding, [gedaagde] te veroordelen tot herstel van alle gebreken conform de rapporten van [E] d.d. 23 augustus 2022 en 19 oktober 2022 binnen één maand na de datum van het vonnis, onder overlegging van een plan van aanpak met planning, op straffe van een dwangsom.
4.2.
[eiseres] voert daartoe aan dat het chalet gezien de ernstige gebreken niet aan de overeenkomst beantwoordt. [gedaagde] is meerdere malen in gebreke gesteld en aan haar is de mogelijkheid geboden om de gebreken te herstellen. Nu [gedaagde] de gebreken niet (tijdig) heeft hersteld, is [gedaagde] in verzuim. [eiseres] heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden op 3 oktober 2022. Als gevolg van de ontbinding heeft [eiseres] recht op (terug)betaling van de aankoopsom. Voorts maakt [eiseres] aanspraak op de kosten van de deskundige en de buitengerechtelijke kosten.
4.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Beroep op garantie en klachttermijn conform algemene voorwaarden
5.1.
[gedaagde] voert aan dat [eiseres] volgens de algemene voorwaarden van [gedaagde] binnen acht dagen schriftelijk had moeten klagen, hetgeen voor het overgrote deel van de klachten volgens [gedaagde] niet is gebeurd. Voorts verwijst [gedaagde] naar haar algemene voorwaarden waarin is bepaald dat er geen garantie op het Chalet wordt verleend. [eiseres] stelt dat tussen partijen bij het sluiten van de koopovereenkomst geen algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. In de koopovereenkomst staat nergens vermeld dat er algemene voorwaarden van toepassing zijn en daarbij zijn de algemene voorwaarden van [gedaagde] niet aan [eiseres] ter hand gesteld.
5.2.
De rechtbank oordeelt dat, voor zover al algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard, niet voldoende is onderbouwd dat die ter hand zijn gesteld. De enkele stelling van [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling dat de algemene voorwaarden altijd worden meegeleverd met de overeenkomst wordt op geen enkele wijze onderbouwd. Dit wordt bovendien door [eiseres] betwist. Voor zover [gedaagde] er nog op wijst dat op de koopovereenkomst bij het financieringsvoorbehoud staat vermeld “zie algemene voorwaarden”, overweegt de rechtbank dat daaruit niet kan worden afgeleid welke algemene voorwaarden dat zijn, noch dat deze aan [eiseres] zijn overhandigd. Uit de overeenkomst volgt bijvoorbeeld niet dat [eiseres] , bij ondertekening van de overeenkomst, verklaart de algemene voorwaarden te hebben ontvangen. Gelet op het voorgaande zijn de algemene voorwaarden van [gedaagde] niet op de overeenkomst van toepassing.
Schending klachtplicht, ex artikel 7:23 BW
5.3.
Vervolgens voert [gedaagde] aan dat [eiseres] ex artikel 7:23 BW niet binnen bekwame tijd heeft geklaagd en dat om die reden [eiseres] geen beroep meer toekomt op de gestelde gebreken.
5.4.
Dit verweer wordt gepasseerd. Er is per WhatsApp op meerdere momenten vanaf 18 april 2022 gecorrespondeerd over gebreken in het chalet, zodat reeds kort na aflevering van het chalet voor [gedaagde] duidelijk moest zijn dat het chalet gebreken vertoonde. Vervolgens heeft [eiseres] [E] in augustus 2023 ingeschakeld om onderzoek te laten doen. Kort na het rapport van [E] heeft [eiseres] een ingebrekestelling gestuurd, namelijk op 2 september 2022. [eiseres] heeft aldus steeds zodra hij met gebreken werd geconfronteerd [gedaagde] hiervan op de hoogte gebracht, zodat hij heeft voldaan aan zijn klachtplicht ex artikel 7:23 BW. De gebreken die in het rapport van [E] staan genoemd, en waarover [eiseres] niet eerder per WhatsApp had geklaagd, kon [eiseres] daarbij redelijkerwijs niet eerder kennen dan nadat [E] die gebreken had geconstateerd. Hiermee is aldus aan de eisen van 7:23 BW voldaan.
Deskundigenrapport
5.5.
[gedaagde] stelt dat zij het deskundigenrapport van [eiseres] niet kan betwisten omdat een deskundige van de zijde van [gedaagde] niet werd toegelaten tot het chalet. Deze stelling wordt door [eiseres] betwist, onder verwijzing naar onder meer de tussen partijen op 12 tot en met 14 december 2022 gevoerde Whatsappcorrespondentie, waaruit kan worden afgeleid dat [eiseres] wel bereid was mee te werken aan inspecties van de zijde van [gedaagde] en ook medewerking heeft verleend aan de controles die [gedaagde] wilde uitvoeren. De stelling van [gedaagde] dat zij niet in de gelegenheid is geweest om de bevinden in het deskundigenrapport van [E] te betwisten, wordt door de rechtbank dan ook niet gevolgd. Aangezien [gedaagde] niet heeft aangegeven waar verder uit kan blijken dat de bevindingen van [E] onjuist zijn, is het rapport van [E] onvoldoende gemotiveerd betwist door [gedaagde] . Daarbij betrekt de rechtbank verder dat de betwistingen van het rapport die [gedaagde] wel heeft geuit, slechts algemene stellingen betreffen die niet nader zijn onderbouwd. Van [gedaagde] had op zijn minst mogen worden verwacht een rapport van de chaletbouwer die zelf het gebouw in elkaar heeft gezet en dus van de gebreken op de hoogte had kunnen zijn over te leggen om te onderbouwen waarom de gestelde gebreken geen gebreken zouden zijn, dan wel een rapport van een andere deskundige in het geding te brengen. Bij gebreke hiervan zijn de in het rapport van [E] geconstateerde gebreken onvoldoende gemotiveerd betwist.
5.6.
Voor zover er dan nog op wordt gewezen door [gedaagde] dat de gebreken in het tweede rapport van [E] d.d. 19 oktober 2022 aanzienlijk omvangrijker zijn dan in het eerste rapport d.d. 23 augustus 2022 is dat verschil tijdens de mondelinge behandeling door [eiseres] voldoende toegelicht. [eiseres] voert in dat verband aan dat het eerste rapport constateringen van de symptomen van de gebreken bevat en dat ten aanzien van het tweede rapport opdracht was gegeven om onderzoek te doen naar de oorzaken van de gebreken. Die stelling van [eiseres] is ter zitting niet meer betwist door [gedaagde] . Daarmee staan de gebreken voldoende vast. Die gebreken zijn dusdanig in omvang dat van [eiseres] niet hoeft te worden verwacht dat hij deze accepteert.
Ontbinding
5.7.
[eiseres] heeft zich er op beroepen dat zij de koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden wegens ernstige gebreken aan het chalet. Artikel 6:265 lid 1 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Op grond van lid 2 ontstaat, voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, de bevoegdheid tot ontbinding pas wanneer de schuldenaar in verzuim is.
Verzuim
5.8.
[eiseres] heeft op 2 september 2022 een ingebrekestelling verstuurd. In deze brief is aangegeven dat alle herstelwerkzaamheden uiterlijk 30 september 2022 dienden te zijn afgerond. [gedaagde] heeft te laat gereageerd op deze ingebrekestelling. Desondanks heeft zij de gelegenheid gekregen voor herstel, maar dat herstel is vervolgens niet voor 30 september afgerond, terwijl in het plan van aanpak staat dat de verwachting is dat de werkzaamheden uiterlijk 30 september zijn afgerond. Het standpunt van [gedaagde] dat 30 september geen fatale termijn was, wordt door de rechtbank gepasseerd. Het plan van aanpak dient te worden uitgelegd aan de hand van de wilsvertrouwensleer zoals neergelegd in de artikelen 3:33 en 3:35 BW. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang. Tegen de achtergrond van de eerdere ingebrekestelling moest het voor [gedaagde] duidelijk zijn dat de laatste gelegenheid voor herstel die alsnog (en onverplicht) van de zijde van [eiseres] werd geboden op 30 september zou eindigen. [eiseres] mocht op basis van het plan van aanpak, tegen de achtergrond van de eerdere ingebrekestelling, er dan ook op vertrouwen dat de werkzaamheden op 30 september 2022 zouden zijn afgerond, zodat voor partijen duidelijk moest zijn dat 30 september 2022 als fatale termijn had te gelden. Voor zover [gedaagde] met zijn opmerking over de levertijd van de omvormer nog heeft willen stellen dat de ingebrekestelling een te korte termijn inhield, wordt ook dat verweer door de rechtbank gepasseerd. Het chalet was immers op 12 februari 2022 reeds aangekocht, zodat het in de rede ligt dat binnen een dergelijke periode (circa 7 en een halve maand) [gedaagde] had moeten kunnen zorgdragen voor levering van een omvormer. Bovendien blijkt uit koopovereenkomst niet dat de omvormer later zou volgen, of dat er ten aanzien van de omvormer leverproblemen zouden bestaan, zodat (eventuele) leverproblemen aan de zijde van [gedaagde] voor zijn rekening en risico dienen te blijven.
Ontbinding gerechtvaardigd?
5.9.
De vraag is dan of de tekortkoming de ontbinding met haar gevolgen rechtvaardigt. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. De kale stelling van [gedaagde] dat [eiseres] gelet op de aard en mededelingen van [gedaagde] niet mocht verwachten dat het chalet geen afwerkingspunten meer zou kennen is onvoldoende. Uit de koopovereenkomst blijkt niet dat het chalet bij aflevering (mogelijk) nog afwerkpunten zou kennen. Uit de koopovereenkomst kan juist het tegendeel worden afgeleid nu daar expliciet staat vermeld dat het chalet verhuurklaar zou worden geleverd. Voorts is de rechtbank van oordeel dat een koper ook in redelijk mag verwachten dat een chalet aangekocht in februari met een levertijd in april, waarbij de levering bovendien nog een week later plaatsvindt dan gepland, bij levering geen opleverpunten meer kent. Daarbij betrekt de rechtbank ook dat tussen partijen niet in geschil is dat de door [gedaagde] verkochte chalets als een kant-en-klaar product door de fabriek worden geproduceerd.
5.10.
De gebreken aan het chalet, zoals vastgesteld door [E] , zijn verder van voldoende gewicht en rechtvaardigen daarom de ontbinding van de koopovereenkomst. [gedaagde] is in gebreke gesteld en zij heeft de gelegenheid gekregen om tot herstel over te gaan. Deze gelegenheid heeft [gedaagde] voorbij laten gaan, waardoor [gedaagde] na 30 september 2022 in verzuim is. [eiseres] is dan ook terecht overgegaan tot ontbinding van de koopovereenkomst per e-mail van 3 oktober 2022.
Wat is het gevolg van de ontbinding?
5.11.
De ontbinding van de koopovereenkomst heeft tot gevolg dat op partijen een verbintenis is komen te rusten tot ongedaanmaking van de door hen ontvangen prestaties. Dit betekent dat [gedaagde] het door haar ontvangen aankoopbedrag aan [eiseres] moet terugbetalen. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat [eiseres] als gevolg van de ontbinding het chalet aan [gedaagde] moet teruggeven.
5.12.
Het gevorderde bedrag van € 156.090,00 wordt daarom toegewezen.
Verrekening
5.13.
[gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling een beroep op verrekening met een eventuele vordering gedaan indien en voor zover blijkt dat het chalet in waarde is verminderd doordat de dochter van [eiseres] tot voor kort met een huisdier in het chalet is blijven wonen. Artikel 6:136 BW bepaalt dat de rechter een vordering, ondanks een beroep van de gedaagde op verrekening, kan toewijzen, indien de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is. De rechtbank is van oordeel dat de vermeende vordering waarmee [gedaagde] zich beroept op verrekening met de vordering van [eiseres] niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld, nu deze op geen enkele wijze is onderbouwd. De rechtbank zal dus voorbij gaan aan het verrekeningsverweer.
De kosten voor de deskundige
5.14.
[eiseres] vordert vergoeding van de kosten van het deskundigenonderzoek. De rechtbank stelt vast dat [gedaagde] hiertegen geen verweer heeft gevoerd. Verder zijn deze kosten redelijk. Gelet op het bepaalde in artikel 6:96 lid 2 BW komen deze kosten voor vergoeding in aanmerking, zodat ook dit deel van de vordering wordt toegewezen.
Buitengerechtelijke kosten
5.15.
[eiseres] vordert betaling van de buitengerechtelijke kosten. Het gevorderde bedrag van € 2.825,35 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan de uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten [1] voortvloeiende tarief van € 2.335,90 bij een bedrag van € 159.090,00 in hoofdsom. De rechtbank wijst daarom een bedrag van € 2.335,90 toe. [eiseres] heeft voldoende aangetoond dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die toewijzing van de incassokosten rechtvaardigen.
Proceskosten
5.16.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
108,02
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
3.760,00
(2,00 punten × € 1.880,00)
Totaal
9.605,02

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
verklaart voor recht dat de tussen partijen op 12 februari 2022 overeengekomen koopovereenkomst is ontbonden op 3 oktober 2022,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen een bedrag van € 156.090,00 (zijnde het door [eiseres] betaalde aankoopbedrag),
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen een bedrag van € 950,00 (zijnde de kosten van de deskundige),
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de buitengerechtelijke kosten van [eiseres] , aan de zijde van [eiseres] begroot op € € 2.335,90,
6.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 9.605,02,
6.6.
verklaart dit vonnis voor de onderdelen 6.2 tot en met 6.5 uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.J. Thurlings-Rassa en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2023.

Voetnoten

1.Die in dit geval naar analogie wordt toegepast, aangezien het hier geen op een uit overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot betaling van een geldsom betreft.