Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
[bedrijf 1],
1.NPG BRANDS A/S ,
2.
THE SMART PRODUCTS COMPANY B.V.,
1.De procedure
1 september 2022,
22 september 2022,
12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: de Herschikte EEX-Vo). Anders dan NPG betoogt, is de rechtbank van oordeel dat NPG geen beroep kan doen op het forumkeuzebeding dat is opgenomen in haar algemene voorwaarden, nu niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 25 van de Herschikte EEX-Vo.
[eiser] . Een redelijke opzegtermijn is een termijn van zes maanden. Dat sprake is van andere tekortkomingen kan niet worden geconcludeerd. De rechtbank is verder van oordeel dat Smart Products niet onrechtmatig heeft gehandeld.
3.De feiten
gezegd - wordt meegedeeld dat zij per april 2022 haar assortiment heeft verrijkt met het innovatieve Deense merk Gateway1 .
4.Het geschil
€ 15.000,- te betalen als voorschot op de geleden schade;
5.De beoordeling
[eiser] en NPG . Indien die vraag ontkennend wordt beantwoord, komt de rechtbank niet toe aan een verdere beoordeling van de overige geschilpunten tussen [eiser] en NPG .
[eiser] jegens haar kennis te nemen. Zij betoogt daartoe, samengevat weergegeven, dat zij, nadat Dike in juni 2020 failliet is gegaan, de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot het merk en de producten van Gateway1 heeft gekocht van de curator. Van een fusie, contractsoverneming of -vernieuwing is geen sprake. De rechtsverhouding tussen
en NPG is dan ook pas begonnen in augustus 2020. Voor iedere order heeft NPG aan [eiser] per e-mail een factuur gestuurd en bij iedere e-mail waren de algemene voorwaarden van NPG gevoegd. Gedurende de looptijd van de overeenkomst tussen
en NPG heeft [eiser] vele tientallen bestellingen geplaatst en hij heeft dan ook tientallen keren de algemene voorwaarden van NPG ontvangen. [eiser] heeft nimmer geprotesteerd tegen de toepassing van de algemene voorwaarden. NPG mocht er vanuit gaan dat [eiser] instemde met de toepasselijkheid hiervan. Dat algemene voorwaarden van toepassing kunnen zijn door regelmatige verwijzing op facturen, is in de rechtspraak van de Hoge Raad bevestigd. [1] In artikel 15 van de algemene voorwaarden is een forumkeuzebeding opgenomen op grond waarvan de rechtbank in Aarhus te Denemarken is aangewezen als bevoegde rechter. NPG stelt dat in dit geval is voldaan aan de voorwaarden van artikel 25 lid 1, onder b en c, van de Herschikte EEX-vo. Het sluiten van overeenkomsten via e-mail was niet alleen tussen partijen gebruikelijk, maar is ook in de internationale handel algemeen bekend en aanvaard.
e-mailbericht niet gesproken wordt over het faillissement van Dike (en de gevolgen daarvan) en dat [eiser] onvoldoende weersproken heeft gesteld dat hij niet eerder dan in het kader van het onderhavige geschil hiervan op de hoogte is gebracht.
wenste voort te zetten, maar haar algemene voorwaarden met een forumkeuzebeding van toepassing wilde verklaren, haar algemene voorwaarden separaat aan [eiser] toe zenden met een begeleidend schrijven waarin expliciet wordt meegedeeld dat deze algemene voorwaarden (vanaf dat moment) van toepassing zouden zijn op de distributieovereenkomst en alle (toekomstige) leveringen van NPG aan [eiser] . In dat geval had [eiser] immers moeten, althans behoren te, begrijpen dat NPG deze (vooraf) toegezonden algemene voorwaarden (met het forumkeuzebeding) van toepassing wilde laten zijn op haar (toekomstige) leveringen uit hoofde van de distributieovereenkomst. Indien
vervolgens meerdere orders/bestellingen zou hebben geplaatst en NPG (conform haar huidige werkwijze) bij haar facturen de algemene voorwaarden zou hebben meegezonden, zou er een situatie zijn geweest waarvan zou kunnen worden geconcludeerd dat deze, gelet op de omstandigheden van het geval, voldoet aan de vormvereisten van artikel 25, lid 1, aanhef en onder b, van de Herschikte EEX-Vo. Dat sprake is geweest van een dergelijke of soortgelijke handelswijze is echter niet gesteld door NPG .
9 december 2020 niet dat sprake was van exclusiviteit. In dat e-mailbericht is enkel aangegeven dat het territorium van de Duitse distributeur alleen Duitsland omvatte en niet de Benelux.
6 augustus 2020. De zinsnede “You do Benelux no question” in het e-mailbericht van
9 december 2020 vormt een bevestiging dat NPG hiervan ook is uitgegaan. De rechtbank betrekt bij het voorgaande eveneens dat tussen partijen niet in geschil is dat [eiser] sinds maart 2018 ook feitelijk de enige distributeur in de Benelux was.
e-mailbericht van 17 maart 2022 vermelde reden, zeer algemeen en weinig concreet is. Deze rechtvaardigt geen opzegtermijn van twee weken. Nadien heeft NPG nog andere argumenten voor de opzegging van de distributieovereenkomst naar voren gebracht, maar, nog daargelaten dat deze niet in eerste instantie aan de opzegging ten grondslag zijn gelegd, zijn deze door [eiser] gemotiveerd en onderbouwd weersproken, zodat niet kan worden aangenomen dat zodanige zwaarwegende gronden bestonden dat dat een opzegging met een korte opzegtermijn van twee weken rechtvaardigt, althans niet zonder dat daarbij op een adequate wijze wordt voorzien in een schadevergoeding. Tussen partijen is niet in geschil dat NPG [eiser] geen aanbod heeft gedaan tot betaling van een (schade)vergoeding.
14 maart 2018, [11] waaruit naar voren komt dat het veel energie en tijd kost om (als distributeur) een merk in de markt te zetten en dat de introductie van een merk altijd 1 à 2 jaar duurt, is de conclusie gerechtvaardigd dat NPG wel degelijk voordeel heeft genoten van de werkzaamheden en investeringen van [eiser] om voor Gateway1 een nieuwe markt (in de Benelux) aan te boren. Bij [eiser] mocht de gerechtvaardigde verwachting bestaan dat hij na (ongeveer) twee jaar zijn investeringen (deels) zou (kunnen) terugverdienen en zou (kunnen) profiteren van de uitbreiding van het klantenbestand en de stijgende omzet. Hoewel dit deels in de risicosfeer van [eiser] ligt, is dit naar het oordeel van de rechtbank wel een element dat betrokken dient te worden bij de vraag wat in het onderhavige geval een redelijke opzegtermijn is. De mogelijke gevolgen voor de partij jegens wie de opzegging wordt ingeroepen, is immers een element dat kan worden meegewogen bij de duur van de opzegtermijn.
24 maart 2022. Het betreft een zakelijke mededeling en er worden geen negatieve uitlatingen gedaan over [eiser] . De rechtbank is van oordeel dat NPG door het delen van het klantenbestand en de foto’s niet onrechtmatig heeft gehandeld. Dat handelen levert dan ook geen tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst op. Redengevend daarvoor is enerzijds dat NPG , onder verwijzing naar haar productie 10, onvoldoende weersproken heeft gesteld dat zij beschikte over de contactgegevens van de afnemers en dealers van de producten van Gateway1 en dat deze ook online te vinden zijn. Nu de contactgegevens openbaar zijn en Smart Products daar dus, ook zonder tussenkomst van NPG , op een gemakkelijke wijze over kon beschikken, levert het delen daarvan op zichzelf niet een onrechtmatigheid in voornoemde zin op. Als het klantenbestand voor
van zo’n groot belang was geweest, had het in de reden gelegen om over hierover (aanvullende) afspraken te maken met NPG . Hetzelfde geldt voor de foto’s die [eiser] heeft laten maken. Tussen partijen is niet in geschil dat deze foto’s voor marketingdoeleinden zijn gemaakt en dat [eiser] deze heeft toegezonden aan NPG . Nu er geen afspraken zijn gemaakt over het exclusieve gebruik daarvan, mocht NPG ervan uitgaan dat zij het beeldmateriaal mocht gebruiken op de wijze zoals zij heeft gedaan, namelijk door deze op te nemen in de database. Dat een nieuwe distributeur (ook) toegang heeft tot deze database maakt het handelen van NPG niet onrechtmatig en is juist begrijpelijk, omdat deze nieuwe distributeur ook materiaal voor marketing nodig zal hebben.
- als het mindere van het gevorderde - op na te melden wijze worden toegewezen.
heeft laten maken, faalt deze grondslag. Uit het vorenoverwogene vloeit reeds voort dat de contactgegevens van de afnemers/dealers van [eiser] openbaar beschikbaar waren, zodat niet valt in te zien dat het gebruik daarvan door Smart Products onrechtmatig is. Met betrekking tot het beeldmateriaal is niet in geschil dat [eiser] dit ter beschikking heeft gesteld aan NPG , zodat zonder nadere geconcretiseerde onderbouwing, die ontbreekt, niet kan worden geoordeeld dat Smart Products onrechtmatig handelt tegenover [eiser] door bij de uitvoering van haar distributieovereenkomst met NPG gebruik te maken van het fotomateriaal dat NPG via een database beschikbaar stelt.
- griffierecht; € 2.837,-
- advocaatkosten: € 1.196,- (2 punten x tarief II ad € 598,-)
6.De beslissing
6.8. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Smart Products tot op heden begroot op € 4.033,-, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in
artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der voldoening;
€ 163,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat NPG niet binnen
veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,- aan salaris advocaat, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
10 mei 2023.