Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland
: [naam 1]uit Giethoorn (derde-partij).
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 31 december 2020, waarin haar werd gelast een chalet op haar perceel in Giethoorn te verwijderen, omdat dit in strijd zou zijn met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het bestemmingsplan. Eiseres stelde dat het chalet geen bouwwerk was, omdat het losgekoppeld was van nutsvoorzieningen.
De rechtbank heeft in eerdere uitspraken al geoordeeld dat het chalet als bouwwerk moet worden aangemerkt. Eiseres heeft geprobeerd nieuw gebleken feiten aan te voeren, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat deze feiten niet nieuw waren en dat de argumenten van eiseres slechts een andere interpretatie van de bestaande besluiten waren. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eerdere besluiten en uitspraken van zowel de rechtbank als de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet onredelijk waren en dat er geen aanleiding was om terug te komen op de eerdere beslissingen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt de consistentie in de rechtspraak met betrekking tot de status van het chalet als bouwwerk, ongeacht de aansluiting op nutsvoorzieningen.