Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd en kantoorhoudende in Vriezenveen,
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
beiden wonende in [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, staat de vraag centraal of de gedaagden, huurders van Mijande Wonen, onterecht klagen over overlast van hun buren, de familie [X]. De kantonrechter heeft op 20 januari 2023 geoordeeld dat niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat de gedaagden zich niet als goede huurders gedragen. Mijande Wonen had vorderingen ingesteld tegen de gedaagden, waarin zij vroegen om een gedragsaanwijzing en een ontruiming van de huurwoning. De kantonrechter concludeerde dat de klachten van de gedaagden niet onterecht zijn en dat er onvoldoende bewijs is dat zij onrechtmatige overlast veroorzaken. De rechter benadrukte dat de vorderingen van Mijande Wonen niet met een grote mate van waarschijnlijkheid in een bodemprocedure zouden worden toegewezen. De vorderingen zijn afgewezen, en Mijande Wonen is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 747,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.F. van Aalst.