ECLI:NL:RBOVE:2023:1985

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
08/033570-22 en 08/253714-22 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 16-jarige jongen voor poging doodslag, afpersing en diefstal met geweld

Op 17 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaken met parketnummers 08/033570-22 en 08/253714-22. De rechtbank heeft een 16-jarige jongen veroordeeld tot een jeugddetentie van 226 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De jongen is schuldig bevonden aan medeplegen van poging tot doodslag, afpersing en diefstal met geweld. De feiten vonden plaats in Hengelo, waar de verdachte samen met medeverdachten geweld heeft gepleegd tegen twee slachtoffers. Bij de eerste zaak, op 15 januari 2022, heeft de verdachte samen met anderen geprobeerd [slachtoffer 1] van het leven te beroven door hem te slaan en te schoppen terwijl hij op de grond lag. Dit geweld was zo heftig dat het slachtoffer buiten bewustzijn raakte. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer.

In de tweede zaak, op 24 januari 2022, heeft de verdachte samen met anderen [slachtoffer 2] mishandeld en gedwongen tot afgifte van zijn jas en telefoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten met geweld en bedreiging hebben gehandeld, wat leidde tot de afpersing en diefstal. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte ook een taakstraf opgelegd van 200 uur en een leerstraf van 35 uur. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden voor de voorwaardelijke straf dadelijk uitvoerbaar verklaard, gezien het recidivegevaar en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie en Jeugd
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/033570-22 en 08/253714-22 (gev. ttz) (P)
Datum vonnis: 17 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2006 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen met gesloten deuren van 6 februari 2023 en 3 mei 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.P. Dronkers en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M.P. Smit, advocaat in Nijverdal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer: 08/033570-22
Al dan niet samen met een ander of anderen, heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen die [slachtoffer 1] .
Parketnummer: 08/253714-22
feit 1:
Al dan niet samen met een ander of anderen, heeft geprobeerd om [slachtoffer 2] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen die [slachtoffer 2] .
feit 2:
Al dan niet samen met een ander of anderen, door (dreiging) met geweld, [slachtoffer 2] heeft gedwongen goederen af te geven en/of door (dreiging met) geweld goederen van die [slachtoffer 2] heeft gestolen.
feit 3:
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] , dan wel samen met ander of anderen [slachtoffer 3] heeft mishandeld.
feit 4:
samen met een ander of anderen muziekboxen en/of een sieraad van [slachtoffer 4] heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer: 08/033570-22
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven,
met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of een arm om die [slachtoffer 1] heen heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer 1] in de buik, althans op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt (waardoor die
[slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of
het lichaam heeft/hebben getrapt en/of
- die [slachtoffer 1] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben
geslagen en/of gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of een arm om die [slachtoffer 1] heen heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer 1] in de buik, althans op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt (waardoor die
[slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of
het lichaam heeft/hebben getrapt en/of- die [slachtoffer 1] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) openlijk, te weten, op/aan het Apolloplein, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1]
door meermalen, athans eenmaal, (met kracht)
- die [slachtoffer 1] vast te pakken en/of een arm om die [slachtoffer 1] heen te slaan en/of
- die [slachtoffer 1] in de buik, althans op/tegen het lichaam te trappen (waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of
het lichaam te trappen en/of
- die [slachtoffer 1] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te
stompen;
Parketnummer: 08/253714-22
1.
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven,
met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 2] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het
lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of getrapt (waardoor die
[slachtoffer 2] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 2] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het
hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 2] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het
lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of getrapt (waardoor die
[slachtoffer 2] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 2] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het
hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) openlijk, te weten, op of aan de Uitslagweg en/of de Van Alphenstraat , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] door (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 2] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het
lichaam te slaan en/of te stompen en/of te trappen (waardoor die [slachtoffer 2] ten val
is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 2] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het
hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- die [slachtoffer 2] (daarbij) te filmen;
2.
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een jas (merk Lacoste) en/of een
telefoon (merk/type iPhone 7s), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] , in elk geval aan die [slachtoffer 2] en/of een derde toebehoorde(n) door
- die [slachtoffer 2] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het
lichaam te slaan en/of te stompen en/of te trappen (waardoor die [slachtoffer 2] ten val
is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 2] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het
hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat die [slachtoffer 2] zijn jas en/of telefoon af
moet geven, althans handelingen en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
en/of
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een jas (merk Lacoste) en/of een telefoon (merk/type iPhone 7s), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer 2] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het
lichaam te slaan en/of te stompen en/of te trappen (waardoor die [slachtoffer 2] ten val
is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 2] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het
hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat die [slachtoffer 2] zijn jas en/of telefoon af
moet geven, althans handelingen en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 19 december 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) openlijk, te weten, op of aan de Slangenbeekweg, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een
voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
[slachtoffer 3] door die [slachtoffer 3] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te
stompen en/of
- op/tegen het lichaam te trappen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 december 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te
stompen en/of
- op/tegen het lichaam te trappen;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14-01-2022 t/m 15-01-2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer muziekboxen en/of een sieraad, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder parketnummer 08/033570-22 subsidiair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling van [slachtoffer 1] , de onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 subsidiair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling van [slachtoffer 2] , alsmede het onder 2 tenlastegelegde medeplegen van diefstal van een jas en afpersing van [slachtoffer 2] en het onder 4 tenlastegelegde medeplegen van diefstal van een muziekbox van [slachtoffer 4] wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van de onder parketnummer 08/033570-22 primair en onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 primair tenlastegelegde poging tot doodslag tegen respectievelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , omdat schoppen tegen het hoofd schoppen weliswaar ernstig is, maar niet per definitie dodelijk hoeft te zijn. Ook heeft hij een integrale vrijspraak gevorderd van het onder parketnummer 08/253714-22 onder 3 tenlastegelegde dat ziet op aangever [slachtoffer 3] . Verdachte dient ook te worden vrijgesproken van het onder 4 tenlastegelegde voor zover het de diefstal van de armband van [slachtoffer 4] betreft.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder parketnummer 08/033570-22 onder primair en het onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 primair tenlastegelegde. Het hoofd is een beschermd lichaamsdeel, er moet echter wel heel hard of gericht getrapt worden om iemand dood te maken. Verdachte heeft toegegeven dat hij aangever [slachtoffer 1] één schop heeft gegeven. De raadsman benadrukt dat niet elke klap een poging tot doodslag is en verwijst hiertoe naar uitspraken van de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2022:3865) en Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2023:1947). Ook bij het geweldsincident tegen [slachtoffer 2] is verdachte aanwezig geweest en is het uit de hand gelopen. Gelukkig is het letsel meegevallen en heeft het slachtoffer het er levend vanaf gebracht. Beide geweldsincidenten kunnen worden gekwalificeerd als een poging tot zware mishandeling, waarmee de onder parketnummer 08/03370-22 subsidiair en het onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 subsidiair tenlastegelegde medeplegen van poging tot zware mishandeling, tegen respectievelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , bewezen kunnen worden verklaard. Verdachte dient integraal te worden vrijgesproken van het onder parketnummer 08/253714-22 onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde. Verdachte heeft de jas en/of telefoon van [slachtoffer 2] niet meegenomen en heeft de jas ook niet opgezocht. Hij heeft ook niet nauw samengewerkt met de medeverdachten bij de diefstal of ze aangemoedigd. Wat betreft het openlijk geweld dan wel de mishandeling van [slachtoffer 3] is duidelijk dat [slachtoffer 3] door een groepje donkere jongens is geslagen en geschopt. Verdachte stond op afstand en had geen reden er naar toe te gaan of zich ermee te bemoeien. Wat betreft de diefstal van [slachtoffer 4] wil [medeverdachte 6] graag de schuld aan verdachte geven. Het is vreemd dat [medeverdachte 6] opnieuw naar het huis van aangeefster is gegaan om op zoek te gaan naar de boxen. Er is geen bewijs dat verdachte tijdens het feestje naar boven is gegaan. Hoewel het vreemd is dat de telefoon van verdachte contact heeft gemaakt met de muziekbox, is er gelet op het voorgaande onvoldoende wettig en in elk geval overtuigend bewijs dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer: 08/033570-22
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder parketnummer 08/033570-22 primair tenlastegelegde poging tot doodslag op [slachtoffer 1] heeft begaan.
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en van wat ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast. De rechtbank zal hierna ook een aantal verklaringen opnemen die medeverdachten hebben afgelegd bij de rechter-commissaris. Deze verklaringen zijn echter niet gevoegd in het dossier van verdachte en dienen dan ook niet tot het bewijs zoals opgenomen in de bewijsbijlage.
Op 15 januari 2022 bevond aangever [slachtoffer 1] zich rond 21.30 uur samen met zijn vriend [naam 2] in het Prins Bernhardplantsoen (‘flikkerpark’) in Hengelo. [naam 2] werd gebeld dat zij daar weg moesten omdat verdachte [medeverdachte 1] met een aantal vrienden op zoek was naar aangever. Aangever is toen samen met [naam 2] naar basisschool [basisschool] aan het Apolloplein gegaan. Daar liep een groep jongens op aangever af. [medeverdachte 2] liep als eerste naar voren, sloeg een arm om aangever heen en zei: “hé grote vriend, je moet gaan rennen”. Aangever kreeg daar de kans niet voor omdat hij in zijn buik werd getrapt door verdachte [medeverdachte 1] . Door de trap viel aangever achterover op de grond. Aangever weet nog dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op hem in hebben geslagen en hem hebben geschopt en hij heeft van [medeverdachte 2] gehoord dat hij toen op de grond lag. Volgens aangever werd hij wel een kwartier lang geslagen en getrapt op zijn hoofd. Aangever heeft alleen gezien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op hem begonnen in te slaan en te schoppen. Daarna heeft hij niks meer gezien omdat hij zijn armen voor zijn heeft hoofd gehouden om zijn gezicht zoveel mogelijk te beschermen en zich klein probeerde te maken. Hij heeft geschreeuwd van de pijn totdat hij buiten bewustzijn raakte.
Volgens een getuige, die anoniem wenst te blijven omdat de groep bekend staat als zeer gewelddadig, ging het om ongeveer 15 à 20 personen. Ze hadden een capuchon op, bivakmutsen op en een mondkapje voor. De getuige zag onder meer dat [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] met zijn allen op aangever afliepen. [medeverdachte 1] gooide aangever op de grond en gaf hem een paar klappen. De getuige zag ook dat [medeverdachte 3] met zijn vuist meerdere malen op het hoofd van aangever sloeg en hem ook meerdere malen tegen het hoofd schopte en ondertussen ‘lekker hè’ riep.
Getuige [getuige 1] zag ongeveer 10 personen in donkere kleding en herkende onder andere [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] . Ze zag dat de jongens met z’n allen op aangever afliepen en [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [verdachte] aangever meerdere keren vol in het gezicht en op de buik hebben geslagen en geschopt. Dit duurde ongeveer vijf minuten. Nadien zag getuige [getuige 1] dat het gezicht van aangever onder het bloed zat. De lip van aangever was kapot en ook de linkerkant van zijn hoofd. Ook zat zijn gezicht onder de modder. Getuige [getuige 2] heeft onder meer gezien dat [medeverdachte 1] aangever heel vaak heeft getrapt en geslagen, op zijn hoofd en in zijn buik. De getuige zag dat [verdachte] ook op aangever aan het trappen was en ook [medeverdachte 4] trapte en sloeg aangever. Aan het einde ging er nog een jongen die de getuige niet bij naam kent heel heftig door op aangever. Hij sloeg met zijn vuist in op het hoofd van aangever terwijl aangever volgens de getuige was flauwgevallen. Een ander meisje dat ook getuige was, viel ook flauw. [getuige 2] beschrijft de situatie als ‘heel heftig en was bang dat ze aangever dood zouden schoppen’.
[medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat hij aangever wegduwde en met een vlakke hand in het gezicht sloeg. Toen aangever terug sloeg, trapte [medeverdachte 1] aangever in zijn buik waardoor deze op de grond viel, met zijn hoofd op de grond. Tegenover de rechter-commissaris heeft hij bevestigd dat hij aangever geslagen heeft en hem ook in zijn rug heeft getrapt. [medeverdachte 1] heeft gezien dat anderen aangever op zijn hoofd hebben getrapt. [medeverdachte 4] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij aangever twee klappen en een schop tegen zijn kont heeft gegeven. [medeverdachte 2] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij er met de hele groep naar toe is gegaan en hij, toen hij bij aangever was wel wist dat het ruzie zou worden. Hij heeft aangever een boks gegeven en gezegd: Ga, maar rennen. Hij liep een stukje weg, hoorde au en keek om. [medeverdachte 2] wist wel dat het vechten zou worden. [medeverdachte 4] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat er ruzie was tussen twee jongens en ze er met een groep naar toe zijn gegaan. Volgens [medeverdachte 4] heeft hij aangever twee keer geslagen en hem een schop onder zijn kont gegeven. Toen gingen er meerdere jongens los op aangever.
Verdachte [verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij, terwijl aangever op zijn rug op de grond lag, bovenop hem is gesprongen en hem flinke klappen heeft gegeven. Volgens [verdachte] heeft hij aangever met kracht een flink aantal keren overal op zijn gezicht geslagen met zijn vuisten. [verdachte] hoorde dat aangever aan het schreeuwen was, dat hij huilde en ‘aahhh’ riep. Daarna heeft [verdachte] hem nog anderhalve minuut geslagen. Ook heeft [verdachte] hem nog geschopt. Aangever lag toen op de grond en [verdachte] weet niet meer of aangever op dat moment nog bij bewustzijn was. Volgens [verdachte] heeft hij ‘aangever geschopt zoals je een penalty neemt en goed uitgehaald’. [verdachte] weet zeker dat hij hem tijdens het schoppen geraakt heeft op zijn hoofd, maar weet niet meer hoe vaak. Volgens [verdachte] probeerden [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] hem de hele tijd van aangever af te trekken en hoorde hij ze zeggen: ‘stop [verdachte] , niet doen’. Tegenover de rechter-commissaris heeft [verdachte] verklaard dat hij een waas voor zijn ogen kreeg.
Nadat het geweld was gestopt, kwam aangever weer bij in de armen van vriend [naam 2] en is hij met de auto naar huis gebracht waar zijn moeder de politie heeft gebeld. Aangever had pijn aan zijn gezicht, een blauw oog en krassen op zijn rug. Uit de medische verklaring van de huisarts leidt de rechtbank af dat verdachte slagen en schoppen tegen het hoofd en elders tegen het lichaam heeft gehad, hij het bewustzijn heeft verloren en er bloed zat in zijn linker gehoorgang. Ook was aangever nadien misselijk. Op foto’s van het letsel is onder meer te zien dat aangever moddersporen en verdikkingen die blauw en rood gekleurd zijn in zijn gezicht heeft, rode plekken op zijn linkerschouder en -bovenarm en een rode streek rechts op zijn rug.
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij aangever [slachtoffer 1] een paar klappen in zijn gezicht heeft gegeven en ook hard tegen zijn hoofd heeft geschopt. Volgens verdachte had hij zichzelf niet in de hand en weet hij ook niet meer hoe vaak hij aangever heeft geraakt. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij veel woede had jegens [slachtoffer 1] , omdat die onder invloed was.
Poging tot doodslag?
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte met deze gedragingen (voorwaardelijk) opzet op de dood dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan aangever hebben gehad.
Voorwaardelijk opzet op de dood is aanwezig indien een verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg, de dood, zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht. Naar vaste rechtspraak kunnen bepaalde handelingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer te zijn gericht op een bepaald gevolg, dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan dan dat degene die de handelingen heeft verricht, de aanmerkelijke kans op dat gevolg bewust heeft aanvaard.
Anders dan de verdediging en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van voorwaardelijk opzet, namelijk dat verdachte en de medeverdachten met hun handelen bewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat de dood van aangever zou intreden. De rechtbank stelt dat vast op grond van de volgende feiten en omstandigheden.
[verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] hebben aangever - terwijl hij op de grond lag - meermalen met de vuisten in het gezicht gestompt en tegen het hoofd en het lichaam geschopt. [medeverdachte 4] heeft in ieder geval twee klappen en een schop gegeven. Aangever is tijdens het geweldsincident op de grond gevallen en bewusteloos geraakt, waardoor hij zich niet meer adequaat kon verdedigen tegen de geweldsinwerkingen. Dat maakte aangever extra kwetsbaar. De trefkans bij het schoppen tegen het hoofd en het lichaam en toedienen van vuistslagen terwijl aangever op de grond lag was groot, waarbij het geweld ongehinderd tot kwetsbare delen kon doordringen. Er was daarbij een grote kans op ernstige letsels aan het aangezicht, de schedel, de hersenen en de hals. Aangever is ten gevolge van dit geweld buiten bewustzijn geraakt. Op basis van alle uitgeoefende, forse geweldshandelingen tezamen en de omstandigheden waaronder, die deels door aangever zelf, maar ook door meerdere getuigen zijn waargenomen en in diverse processen-verbaal beschreven, stelt de rechtbank vast dat gelet op de heftigheid van (in elk geval) dit uitgeoefende geweld op het hoofd en het lichaam van aangever de kans op de dood aanmerkelijk is geweest. Gelet op de wijze van handelen en het feit dat omstanders en zelfs enkele medeverdachten op enig moment het verdere geweld waarmee door verdachte zijn woede op aangever werd gebotvierd, wilden laten stoppen, kan het niet anders dan dat verdachte en medeverdachten zich van deze aanmerkelijke kans op de dood van aangever bewust zijn geweest en deze hebben aanvaard.
Medeplegen
Voor een bewezenverklaring van medeplegen dient volgens vaste rechtspraak vast komen te staan dat bij het begaan van het strafbare feit sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat sprake is van medeplegen kan niet in algemene zin worden beantwoord, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. Hierbij dient rekening gehouden te worden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Verdachte heeft gezamenlijk en welbewust met de medeverdachten de confrontatie gezocht met aangever en heeft ook zelf fysiek geweld tegen aangever gebruikt. Verdachte is in groepsverband met medeverdachten naar aangever gegaan, waarbij zij met z’n allen tegenover één persoon, aangever, ervoor hebben gezorgd dat aangever niet weg kon en daarna tegen hem geweld hebben gebruikt. Tijdens het geweld tegen aangever was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, omdat zij aangever samen, tegelijkertijd, tegen het lichaam en het hoofd hebben geschopt terwijl hij op de grond lag. Verdachte heeft zich, ook toen aangever al bewusteloos op de grond lag, in het geheel niet gedistantieerd van de situatie en is zelfs nog doorgegaan met forse geweldshandelingen toen de medeverdachten waren gestopt. Nadien is verdachte weggegaan en hebben hij en de medeverdachten aangever gewond en bewusteloos achtergelaten. Gelet op de wijze van handelen past hier geen andere conclusie dan dat verdachte bewust en nauw met de medeverdachten, heeft samengewerkt en een wezenlijke en substantiële bijdrage aan het geweld heeft geleverd.
Parketnummer 08/253714-22
Feit 1 en feit 2
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 primair tenlastegelegde medeplegen van poging tot doodslag op [slachtoffer 2] en het onder 2 tenlastegelegde medeplegen van afpersing van een telefoon en een jas en - tegelijkertijd - diefstal van een jas in vereniging heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en van wat ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 24 januari 2022 fietste aangever [slachtoffer 2] vanuit het centrum van Hengelo (O) naar de Thiemsbrug. Tijdens het fietsen werd hij gebeld door zijn vriend [naam 3] die hem vroeg of hij voor €20,-- cocaïne kon regelen. Bij de Thiemsbrug zag hij drie jongens, twee donker getinte jongens die in het zwart gekleed waren en een iets gezette blanke jongen die een blauw/groen Nike Tech fleece broek en jack droeg. De jongens stonden bij de bewaakte fietsenstalling. Aangever hoorde ze over drugs praten en vroeg of ze wat cocaïne konden regelen. Ze vertelden dat ze dat wel konden regelen en aangever moest lopend met ze meekomen. Ze liepen vervolgens wel meer dan een half uur en kwamen bij een park nabij een woonwijk met aan een kant van het park op de hoek van de straat een gele pinautomaat. Omdat aangever teveel gedronken had, lukte het hem niet om te pinnen. Toen hij weer bij de jongens arriveerden die in het park op hem wachten, kreeg aangever uit het niets een klap tegen zijn hoofd. Alle drie de jongens hebben volgens aangever geslagen en aangever viel op de grond. De blanke jongen pakte daarop zijn groene Lacoste jas en een donkere jongen zijn Iphone.
Op de telefoon van [medeverdachte 1] heeft de politie een filmpje van 10 seconden aangetroffen waarop het geweld tegen aangever [slachtoffer 2] te zien is. De politie heeft screenshots gemaakt van de beelden en de verbalisant beschrijft dat hij op het filmpje onder meer ziet dat het slachtoffer op de grond ligt met een bebloed gezicht. Het slachtoffer kijkt angstig uit zijn ogen en probeert met zijn handen zijn gezicht te beschermen. De verbalisant beschrijft dat op de beelden te zien is dat het slachtoffer door zowel een persoon die een lichtblauwe broek als met een zwarte broek met witte bies meerdere keren tegen zijn hoofd wordt getrapt. Verdachte heeft bij de politie bevestigd dat hij de jongen in het filmpje is met de lichtblauwe broek die het slachtoffer meermalen trapt. Ook wordt er door een persoon met een zwarte Adidas broek geslagen tegen het hoofd van aangever. Na 10 seconden is op de beelden te zien dat aangever op de grond blijft liggen en niet meer beweegt. Het lijkt alsof aangever als gevolg van de geweldshandelingen bewusteloos is geraakt. Daarna stopt het filmpje. Verdachte [verdachte] heeft bij de politie bevestigd dat aangever daadwerkelijk bewusteloos is geraakt als gevolg van het geweld. Hij weet niet of aangever bewusteloos is geraakt van de laatste trap die hij aangever gaf of dat dit het gevolg was van een vuistslag van een medeverdachte die gelijktijdig werd gegeven. Verdachte en de medeverdachten zijn daarna weggegaan. Omdat hij bang was dat [slachtoffer 2] dood zou zijn, is verdachte 20 minuten later teruggekeerd naar de plaats delict om te checken of [slachtoffer 2] er nog lag.
Tegenover de rechter-commissaris heeft verdachte bevestigd dat hij aangever [slachtoffer 2] klappen en trappen heeft gegeven toen hij op de grond lag.
Aan de hand van het op de telefoon van [medeverdachte 1] aangetroffen filmpje, heeft de politie mede op grond van de door de medeverdachten gedragen kleding op ander beeldmateriaal
en ambtshalve herkenning weten te achterhalen de medeverdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] zijn. Laatstgenoemde draagt een ring aan zijn linker wijsvinger.
Uit de medische verklaring van de huisarts leidt de rechtbank af dat aangever hard is geschopt, tegen zowel het lichaam als het hoofd. Er is een scheurwond op het achterhoofd geconstateerd, een hematoom boven het rechteroog en een kleine bloeduitstorting lateraal op het oogwit. Verder bevindt zich een hematoom op de neus en een hematoom (voetafdruk) op de rug. De wond op het hoofd is gehecht met 7 hechtingen. Aan ouders is een wekadvies gegeven.
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 24 januari 2022 in Hengelo (O) met een groepje van twee of drie personen op aangever [slachtoffer 2] af is gegaan en hem klappen heeft gegeven terwijl hij op de grond lag. Verdachte heeft verklaard dat hij aangever onder meer twee keer in het gezicht heeft getrapt waardoor het slachtoffer knock-out is gegaan.
Poging tot doodslag?
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte met deze gedragingen (voorwaardelijk) opzet op de dood dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan aangever hebben gehad.
Anders dan de verdediging en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van voorwaardelijk opzet, namelijk dat verdachte en de medeverdachten met hun handelen bewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat de dood van aangever zou intreden. De rechtbank stelt dat vast op grond van de volgende feiten en omstandigheden.
[verdachte] heeft met twee medeverdachten aangever meermalen hard geslagen, ook terwijl hij op de grond lag. Ook hebben verdachte en een ander persoon aangever, terwijl hij op de grond lag, , niet alleen meerdere keren tegen zijn lichaam maar ook met kracht tegen zijn hoofd geschopt. Aangever is tijdens het geweldsincident op de grond gevallen waardoor hij zich niet meer adequaat kon verdedigen tegen de geweldsinwerkingen. Dat maakte aangever extra kwetsbaar. Aangever is vervolgens buiten bewustzijn geraakt.
De trefkans bij het schoppen tegen het hoofd en het lichaam terwijl aangever op de grond lag was groot, waarbij het geweld ongehinderd tot kwetsbare delen kon doordringen. Er was daarbij een grote kans op ernstige letsels aan het aangezicht, de schedel, de hersenen en de hals. Aangever is ten gevolge van dit geweld buiten bewustzijn geraakt. Op basis van alle uitgeoefende, forse geweldshandelingen tezamen en de omstandigheden waaronder, die deels door aangever zelf, maar ook door verdachte [verdachte] zijn waargenomen en beschreven en ook blijken uit de filmbeelden, stelt de rechtbank vast dat gelet op de heftigheid van (in elk geval) dit uitgeoefende geweld op het hoofd en het lichaam van aangever de kans op de dood aanmerkelijk is geweest. Gelet op de wijze van handelen en het feit dat zelfs verdachte
bang was dat aangever dood was en hij twintig minuten na het geweldsincident terugkeerde naar de plaats delict om dat te controleren, kan het niet anders dan dat verdachte en medeverdachten zich van deze aanmerkelijke kans op de dood van aangever bewust zijn geweest en deze hebben aanvaard.
Medeplegen
Verdachte heeft gezamenlijk en welbewust met de medeverdachten de confrontatie gezocht met aangever en heeft ook zelf fysiek geweld tegen aangever gebruikt. Verdachte is in groepsverband met medeverdachten naar aangever gegaan, waarbij zij met z’n allen tegenover één persoon, aangever, ervoor hebben gezorgd dat aangever niet weg kon en daarna tegen hem geweld hebben gebruikt. Tijdens het geweld tegen aangever was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, omdat zij aangever samen, tegelijkertijd, tegen het lichaam en het hoofd hebben geschopt terwijl hij op de grond lag. Pas toen aangever bewusteloos op de grond lag, is verdachte gestopt met de geweldshandelingen en is hij weggegaan en hebben hij en de medeverdachten aangever gewond en bewusteloos hebben achtergelaten. Gelet op de wijze van handelen past hier geen andere conclusie dan dat verdachte bewust en nauw met de medeverdachten, heeft samengewerkt en een wezenlijke en substantiële bijdrage aan het geweld heeft geleverd.
Eendaadse samenloop medeplegen van afpersing en diefstal
Anders dan de verdediging acht de rechtbank op basis van de bewijsmiddelen zowel de onder 2 in de eerste plaats tenlastegelegde medeplegen van afpersing van de iPhone en de jas, als de onder 2 in de tweede plaats tenlastegelegde diefstal van de jas wettig en overtuigend bewezen. Zoals hiervoor overwogen was verdachte samen met in ieder geval twee anderen betrokken bij het geweldsincident tegen aangever [slachtoffer 2] . Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat zij door geweld en/of bedreiging met geweld aangever gedwongen hebben tot afgifte van de iPhone en de Lacoste jas, waarbij zij het oogmerk hadden van wederrechtelijke bevoordeling. Volgens aangever had hij te maken met drie jongens, van wie twee met een donkere huidskleur en één met een blanke huidskleur. De donkere jongen vroeg om de code van de telefoon van aangever en heeft de telefoon gepakt, de blanke jongen heeft de jas gepakt. Aangever heeft later de blanke jongen in april 2022 op de kermis gezien in zijn Lacoste jas. [medeverdachte 1] heeft tegenover de politie verklaard dat hij de Lacoste jas een dag na het incident bij iemand, van wie hij de naam niet wil zeggen, heeft gezien. Op de avond zelf hebben de jongens tegen [medeverdachte 1] gezegd dat ze de Lacoste jas van de man ergens hadden neergelegd. Verdachte heeft in ieder geval verklaard dat hij met een paar anderen, onder wie [medeverdachte 5] , geweld heeft gepleegd tegen aangever. Hij heeft ook verklaard op de kermis te zijn geweest in april 2023, maar dat hij geen groene Lacoste jas heeft.
Dat verdachte met de medeverdachten de Lacoste jas van aangever wilde hebben en dus mede het oogmerk had zich dit goed toe te eigenen, volgt duidelijk en expliciet uit het feit dat aangever door middel van geweld is gedwongen de Lacoste jas en de Iphone af te geven. Dat de Lacoste jas vervolgens ook is weggenomen en dat verdachte daar met medeverdachten voor heeft gezorgd, kan naar het oordeel van de rechtbank ook wettig en overtuigend worden bewezen. Het daadwerkelijk wegnemen van de Iphone van aangever kan op basis van de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen niet worden vastgesteld. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel vrijspreken.
Feit 3
De rechtbank acht - evenals de officier van justitie en de raadsvrouw - niet bewezen wat aan verdachte onder 3 primair en subsidiair ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe dat uit de bewijsmiddelen niet af te leiden dat verdachte op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de tenlastegelegde geweldshandelingen tegen
[slachtoffer 3] . Naast de aangifte van [slachtoffer 3] bevat het dossier geen ander bewijs dat in de richting wijst van de verdachte.
Feit 4
Aangeefster [slachtoffer 4] heeft aangifte gedaan van diefstal van twee muziekboxen en een sieraad. Op 14 januari 2022 had haar dochter [naam 12] een feestje gegeven in de woning aan de [adres 3] in Hengelo (O) en er zijn twee muziekboxen (waaronder een Kilburn met rechtsboven een witte verfvlek) en een gouden armband gestolen (uit een nachtkastje in een slaapkamer op de eerste verdieping). Behalve [medeverdachte 6] , waren ook [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 5] , [naam 4] , [naam 5] en ene [naam 6] aanwezig. Omdat er onenigheid ontstond over de betaling van lachgas, heeft [medeverdachte 6] de politie gebeld. [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 5] zijn toen weggerend. Volgens [medeverdachte 6] en [naam 12] zijn [verdachte] en [medeverdachte 5] tijdens het feestje boven in de woning geweest, [verdachte] zou boven naar de badkamer zijn geweest omdat hij niet lekker was en [medeverdachte 5] heeft bovenaan de trap geknuffeld met de kat.
Uit onderzoek door de politie van de telefoon van verdachte [verdachte] blijkt dat zijn telefoon op 13 februari 2022 te 19:21:46 uur, via bluetooth, contact heeft gemaakt met een apparaat, genaamd Kilburn II. Het bleek te gaan om locatie [adres 4] te Hengelo, waar staat ingeschreven [naam 7] , geboren op [geboortedatum 2] 2004 te [geboorteplaats 2] . Tevens blijkt uit de data van de telefoon van verdachte [verdachte] dat [naam 7] een contact van hem is.
Eén van de Kilburnboxen, een ‘Marshall Kilburn 1’ met rechtsboven een witte verfvlek’, is op 23 oktober 2022 aangetroffen in de woning van mevrouw [naam 8] aan de [adres 4] in Hengelo. Volgens mevrouw [naam 8] was de box sinds maart/april 2022 in haar bezit. De box was achtergelaten door [verdachte] , een vriend van haar zoon [naam 7] . [naam 7] had een aantal vrienden uitgenodigd en ze hebben in de achtertuin muziek geluisterd. Toen de jongens weggingen, is de box achtergebleven. Mevrouw [naam 8] heeft de box bewaard tot deze een keer zou worden opgehaald en had geen idee dat deze van diefstal afkomstig was. [naam 7] heeft tegenover de politie verklaard dat het verhaal van zijn moeder klopt.
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte op 14 januari 2022 samen met onder meer [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] in de woning van aangeefster [slachtoffer 4] in Hengelo (O) is geweest. Vervolgens ontdekt aangeefster dat er twee Kilburn muziekboxen en een gouden armband verdwenen zijn.
Hoewel de verdachte erkent dat hij op 14 januari 2022 in de woning van aangeefster is geweest, ontkent hij bij de diefstal van de muziekboxen en de gouden armband betrokken te zijn geweest. De rechtbank acht dit laatste ongeloofwaardig. Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor het feit dat zijn telefoon in de woning van [naam 7] aan de [adres 4] via bluetooth verbinding heeft gemaakt met de daar later aangetroffen muziekbox (Marshall Kilburn 1’ met rechtsboven een witte verfvlek’). De moeder van [naam 7] heeft verklaard dat verdachte degene is geweest die met deze muziekbox kwam aanzetten toen [naam 7] een aantal vrienden bij haar thuis had uitgenodigd. [naam 7] heeft verklaard dat wat zijn moeder zegt, klopt. De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, op een tijdstip in de periode van 14 januari 2022 tot en met 15 januari 2022, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan diefstal van de muziekboxen toebehorende aan [slachtoffer 4] . Voor een bewezenverklaring van diefstal van de gouden armband ontbreekt het naar het oordeel van de rechtbank aan wettig en overtuigend bewijs; de enkele verklaring van aangever is daarvoor onvoldoende. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel vrijspreken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer: 08/033570-22
primair
hij op 15 januari 2022 te Hengelo (O) tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet met kracht meermalen,
- die [slachtoffer 1] hebben vastgepakt en een arm om die [slachtoffer 1] heen hebben geslagen en
- die [slachtoffer 1] in de buik, tegen het lichaam hebben getrapt waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen en
- die [slachtoffer 1] vervolgens met geschoeide voet in het gezicht, tegen het hoofd en
het lichaam hebben getrapt en
- die [slachtoffer 1] in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam hebben geslagen en gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Parketnummer: 08/253714-22
1. primair.
hij op 24 januari 2022 Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet met kracht meermalen,
- die [slachtoffer 2] tegen het hoofd en tegen het lichaam hebben geslagen en getrapt waardoor die [slachtoffer 2] ten val is gekomen en
- die [slachtoffer 2] vervolgens met geschoeide voet tegen het hoofd en het lichaam hebben getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op 24 januari 2022 te Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een jas merk Lacoste) en een telefoon merk iPhone 7s, die geheel aan die [slachtoffer 2] toebehoorden door
- die [slachtoffer 2] tegen het hoofd en tegen het lichaam te slaan en te trappen waardoor die [slachtoffer 2] ten val is gekomen en
- die [slachtoffer 2] vervolgens met geschoeide voet tegen het hoofd en het lichaam te trappen en
- vervolgens tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat die [slachtoffer 2] zijn jas en telefoon af
moet geven.
en
hij op 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen een jas merk Lacoste die geheel aan [slachtoffer 2] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer 2] tegen het hoofd en tegen het lichaam te slaan en te trappen waardoor die [slachtoffer 2] ten val is gekomen en
- die [slachtoffer 2] vervolgens met geschoeide voet tegen het hoofd en het lichaam te trappen en
- vervolgens tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat die [slachtoffer 2] zijn jas en telefoon af
moet geven.
4.
hij op een tijdstip in de periode van 14-01-2022 t/m 15-01-2022 te Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een of meer anderen muziekboxen die aan [slachtoffer 4] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 47, 287, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer: 08/033570-22
Primair
het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag
Parketnummer: 08/253714-22
Feit 1 primair
Het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag
Feit 2.
het misdrijf: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
en
diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 4.
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie van 226 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming en met aftrek van voorarrest. Daarnaast vordert de officier van justitie een taakstraf, te weten de werkstraf voor de duur van 200 uren, bij niet verrichten te vervangen door 100 dagen jeugddetentie, alsmede een taakstraf te weten de leerstraf Tact voor de duur van 35 uren, bij niet verrichten te vervangen door 17 dagen jeugddetentie. De bijzondere voorwaarden dienen dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman merkt op dat hij geschrokken is dat de officier van justitie in eerste instantie van mening was dat verdachte na zo’n lange tijd toch weer opnieuw achter de tralies zou moeten. De raadsman is blij dat de officier zijn eis alsnog heeft bijgesteld. Verdachte is bezig met een studiekeuze, hij wil zich nuttig maken en werken. Gelet op de forse feiten is een behoorlijk aantal uren werkstraf op zijn plaats. Ook de leerstraf is op zich toewijsbaar en begrijpelijk is ook dat er een voorwaardelijke straf wordt opgelegd met daarbij de geadviseerde bijzondere voorwaarden. De raadsman refereert zich tot slot aan een dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten schuldig gemaakt aan ernstige geweldsdelicten.
In de zaak van 15 januari 2022 hebben verdachte en zijn medeverdachten zich in de binnenstad van Hengelo schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag. Aanleiding voor het geweld was een eerdere ruzie over een meisje. Terwijl aangever [slachtoffer 1] op de grond was beland, is er met veel kracht getrapt tegen zijn hoofd. Aangever is op enig moment bewusteloos geraakt. Het geweld tegen aangever was zo heftig dat aangever daardoor had kunnen overlijden. De aanwezige getuigen waren nadien erg overstuur. Voor deze geweldsexplosie was geen enkele aanleiding, laat staan een rechtvaardiging. Dergelijk geweld is de nachtmerrie van menig ouder wanneer hun kinderen ’s avonds op straat rondhangen of uitgaan. Aangever mag van geluk spreken dat hij nog leeft en geen ernstige verwondingen heeft opgelopen.
In de zaak van 24 januari 2022 hebben verdachte en zijn medeverdachten zich in Hengelo schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag op aangever [slachtoffer 2] . Verdachte en zijn medeverdachten hebben meermalen tegen het lichaam en hoofd van aangever getrapt en geslagen. Dit geweld is gefilmd, wat zelfs bij de politie heeft geleid tot een naar gevoel bij het kijken van deze video. De indruk ontstond dat aangever dood getrapt werd.
Ook heeft verdachte zich op 24 januari 2022 schuldig gemaakt aan medeplegen van afpersing van dezelfde aangever en diefstal van zijn Lacoste jas. Alles wat er is gebeurd heeft een grote impact (gehad) op het slachtoffer. Verdachte heeft hier toen hij tegen aangever tekeer ging totaal niet aan gedacht, terwijl hij er achteraf toch even bang voor was dat aangever door het geweld was overleden.
Het gaat hier om zeer ernstige strafbare feiten en het valt op dat verdachte in (wisselend) groepsverband in zeer korte tijd bij deze feiten betrokken is geweest. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij in het geheel geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden en voor de mogelijke gevolgen daarvan voor de slachtoffers. De ervaring leert immers dat dergelijke gebeurtenissen ook heel anders kunnen aflopen en slachtoffers het niet meer kunnen navertellen of er blijvend letsel aan overhouden.
Daarnaast heeft verdachte zich op een tijdstip in de periode van 14 januari 2022 tot en met
15 januari 2022 schuldig gemaakt aan diefstal van muziekboxen toebehorende aan aangeefster [slachtoffer 4] . Verdachte heeft terwijl hij in de woning van aangeefster te gast was, de muziekboxen op brutale wijze afhandig gemaakt.
De rechtbank rekent dit alles verdachte aan en overweegt dat voornoemde feiten de oplegging van een substantiële straf zonder meer rechtvaardigen.
De persoon van de verdachte
Ter beantwoording van de vraag op welke wijze de onderhavige zaken precies moeten worden afgedaan, heeft de rechtbank ook gekeken naar de persoon van verdachte en hetgeen de deskundigen hierover adviseren.
Raad voor de Kinderbescherming
De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 21 april 2023 een rapport over de op de eerste pleegdatum 15-jarige verdachte uitgebracht. [verdachte] is in 2017 in verband met een gezag & omgangonderzoek in beeld gekomen bij de Raad. Er is in 2017 een ondertoezichtstelling uitgesproken die op 6 maart 2022 is afgesloten. Op 10 februari 2022 is [verdachte] in verzekering gesteld. Op 11 februari 2022 is hij geschorst onder voorwaarden, waaronder het volgen van het ITB-plus traject.
Op 5 maart 2022 is hij opnieuw in verzekering gesteld, en is hij vervolgens heengezonden. Op 18 maart is de schorsing opgeheven wegens het overtreden van de schorsingsvoorwaarden en heeft hij in Justitiële Jeugdinrichting Teylingereind verbleven.
Op 29 april 2022 is hij opnieuw geschorst. Op 4 oktober 2022 is hij wederom in verzekering gesteld wegens een nieuwe verdenking en op 7 oktober 2022 is hij geschorst onder voorwaarden. De begeleiding van de jeugdreclassering is overgenomen door de heer [medewerker jeugdreclassering] . [verdachte] vertelt weinig op eigen initiatief. Hij laat niet het achterste van zijn tong zien en vertelt vooral wat hij wil vertellen. Dat maakt dat er weinig zicht is op zijn vrienden en vrijetijdsbesteding. De vrienden van [verdachte] zijn bekend met drugsgebruik, het gaat om blowen, lachgas en drank. Wat betreft school is inmiddels vanuit het ROC het team bijzondere instroom betrokken. Zij onderzoeken samen met [verdachte] waar zijn capaciteiten liggen en welke studierichting het beste bij hem past. Tot nu toe loopt dit traject stroef. Er moeten op korte termijn knopen worden doorgehakt. Daarnaast gaat de jeugdreclassering met [verdachte] op zoek naar werk of scholing tot aan het nieuwe schooljaar. Volgens de jeugdreclassering is het van meerwaarde als de begeleiding wordt voortgezet. [verdachte] heeft strakke kaders nodig om de kans op recidive zo laag mogelijk te houden. Daarnaast vindt de jeugdreclassering een agressie-regulatietraining goed voor [verdachte] , gelet op de zwaarte van de delicten en zijn aandeel hierin. Overwogen is dit binnen een hulpverleningsinstantie zoals Accare uit te zetten, maar dit is vanwege de wachttijden nog niet gebeurd.
Het recidiverisico wordt geschat op midden. Er zijn vrijwel op alle levensgebieden risicofactoren die de kans op herhaling vergroten. De meeste risicofactoren worden gezien op de domeinen school, relaties, geestelijke gezondheid, houding, agressie en vaardigheden. Tijdens de delicten heeft [verdachte] een forse mate van agressie gebruikt. Zijn emoties, vooral boosheid, lijken in de delicten een rol te hebben gespeeld.
[verdachte] laat buitenshuis agressief gedrag zien, waarbij hij weinig medeleven toont voor de slachtoffers. Hij kan zich niet goed inleven in de gevolgen die zijn agressiviteit hebben voor zowel hem als het slachtoffer. De raad maakt zich daarom zorgen over zijn morele ontwikkeling. Gezien de forse mate van agressie die [verdachte] gebruikt, vindt de Raad dat hij een consequentie mag ervaren voor zijn handelen, zodat hem duidelijk wordt dat hij verantwoordelijk wordt gehouden voor zijn deelname aan ernstige geweldsdelicten, met zware gevolgen voor de slachtoffers. De Raad vindt daarom een onvoorwaardelijke straf passend. De Raad ziet ook meerwaarde in oplegging van een leerstraf gericht op agressiebeheersing, zoals de gedragsinterventie Tact. Deze leerstraf is echter alleen zinvol als [verdachte] hiervoor enige vorm van motivatie heeft. Daarnaast vindt de Raad een voorwaardelijke straf van pedagogische meerwaarde voor [verdachte] , dit geeft hem een duidelijke stok achter de deur. Gelet op de ernst van de delicten en de eerdere opheffing schorsing vindt de Raad voorwaardelijke jeugddetentie meer effectief dan een voorwaardelijke werkstraf. Mocht [verdachte] niet willen meewerken aan een leerstraf, dan kan een voorwaardelijke jeugddetentie wellicht bijdragen aan het voorkomen van herhaling van agressiedelicten. Het is verder helpend bijzondere voorwaarden te stellen, zoals het meewerken aan het krijgen van dagbesteding. Gelet op de ernstige geweldsdelicten en de kans op recidive en omdat [verdachte] zelf vindt dat toezicht door de jeugdreclassering niet nodig is, adviseert de Raad dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Raad gepersisteerd bij het advies. De casusregisseur licht toe dat agressietraining weliswaar niet door de Raad is geadviseerd omdat verdachte hieraan niet mee wil werken, maar benadrukt dat agressietraining in de vorm van de leerstraf Tact geen therapie is en de Raad toch het liefst ziet dat verdachte dit gaat doen. Desgevraagd antwoordt de verdachte dat hij liever een agressietraining wil volgen dan terug naar de JJI.
De rechtbank heeft rekening gehouden met het Uittreksel Justitiële documentatie over verdachte van 18 april 2023 waaruit blijkt dat verdachte van het CVOM op 11 februari 2021 een geldboete opgelegd heeft gekregen vanwege het niet opvolgen van een aanwijzing, en op 18 april 2023 een strafbeschikking heeft gekregen, waarbij hem een geldboete van € 120,- is opgelegd wegens het rijden zonder rijbewijs. De rechtbank zal gelet op deze recente strafbeschikking rekening houden met hetgeen in artikel 63 Sr is geregeld.
De rechtbank stelt voorop dat bij een bewezenverklaring van de feiten waar verdachte zich schuldig heeft gemaakt, waaronder een poging tot doodslag op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ,
in beginsel een onvoorwaardelijke jeugddetentie gerechtvaardigd is.
Gelet op het pedagogisch karakter van het jeugdstrafrecht staan, naast vergelding en genoegdoening voor een slachtoffer, ook de belangen van een minderjarige verdachte centraal bij de afweging welke straf en/of maatregel aan die verdachte moet worden opgelegd.
De rechtbank acht het van belang eerst op te merken dat zij geschrokken is van de houding van verdachte tijdens de terechtzitting. De houding van verdachte baart de rechtbank ernstige zorgen. Zo is het volgens verdachte gerechtvaardigd om boos te worden op de politie tijdens de ondervragingen. Hij vindt dat men respect moet hebben voor hem. Het is de Raad opgevallen dat verdachte af en toe moest lachen bij moeilijke vragen, bijvoorbeeld over de ernst van de delicten. Verdachte lijkt geen berouw te (kunnen) tonen.
Het gegeven dat verdachte meent dat de wereld door zijn ogen gezien moet worden, en hij daarin zich bepalend opstelt, is tijdens de terechtzitting ook waargenomen.
Wat de rechtbank ook erg zorgelijk vindt, is dat verdachte op de leeftijd van slechts vijftien jaar zich meerdere malen zo gewelddadig heeft gedragen en op een misselijkmakende wijze de situatie van [slachtoffer 2] ook nog heeft gefilmd en heeft gedeeld. In het filmpje lijkt verdachte zich meer zorgen te maken om zijn met aangevers bloed besmeurde broek, dan om het welzijn van [slachtoffer 2] . De rechtbank vreest bij het voortduren van dit gedrag van verdachte voor zijn verdere (morele en emotionele) ontwikkeling en daarmee voor zijn toekomst.
Om te voorkomen dat verdachte nog eens een ernstig strafbaar feit pleegt en in probleemsituaties terechtkomt, en hij leert om te gaan met zijn emoties en alternatieven aanleert om in te zetten voor zijn agressieve gedrag, acht de rechtbank een forse strafpakket met bijzondere voorwaarden voor verdachte op zijn plaats. De rechtbank sluit in dit kader aan bij de door de officier van justitie gevorderde straf en bij het door de Raad gegeven advies. Hoewel verdachte ruim anderhalve maand in een JJI heeft doorgebracht en zich aan strikte schorsingsvoorwaarden heeft moeten houden, waaronder het volgen van het ITB-plus traject, vindt de rechtbank oplegging van een straf ook belangrijk om een duidelijk signaal af te geven richting verdachte dat dergelijk ernstig delictgedrag niet wordt getolereerd. De rechtbank houdt ook rekening met de houding van verdachte, in die zin dat hij de schorsingsvoorwaarden heeft overtreden en hij ook verbaal agressief is tegen de politie en tegen docenten. In één maand tijd is verdachte op ernstige wijze betrokken geweest bij meerdere geweldsdelicten die telkens door (een deel van) een inmiddels beruchte groep jongeren in Hengelo zijn gepleegd. Tijdens de behandeling ter terechtzitting is het opgevallen dat verdachte nog altijd niet de volledige verantwoordelijkheid voor de gepleegde feiten neemt. Hij heeft uitgelegd dat zijn gedrag te maken heeft met de woede die hij voelt jegens drugsgebruikers. Op de rechtbank komt dit over alsof verdachte vindt dat het aan aangevers zelf ligt wat hen is overkomen en dat verdachte ervoor kiest om zich af te reageren. Alles afwegende en daarbij in aanmerking genomen hetgeen verder omtrent de persoon van verdachte is gebleken, in het bijzonder zijn nog jonge leeftijd ten tijde van de pleegdata, acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke jeugddetentie op zijn plaats. De rechtbank vindt daarnaast een taakstraf, te weten de werkstraf van 200 uur, subsidiair 100 dagen vervangende jeugddetentie en een taakstraf, te weten de leerstraf Tact van 35 uur, subsidiair 17 dagen vervangende jeugddetentie, passend en geboden.
De rechtbank zal als flinke stok achter de deur een groot deel van de jeugddetentie voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaar en met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals door de Raad geadviseerd, met aftrek van voorarrest. Het verzoek tot opheffing van de geschorste bevelen tot voorlopige hechtenis wordt, mede gelet op de straf die de rechtbank aan verdachte zal opleggen, toegewezen.
Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 77z (https://new.navigator.nl/openCitation/idc6afc3745d32025559371d6a36b854a3) Sr te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 77aa (https://new.navigator.nl/openCitation/id2366cd8e57d903fdff3795b313dcf8e3) Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar moeten zijn nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van één of meer personen. Verdachte is, terwijl hij in een toezicht liep, opnieuw de fout ingegaan. De Raad heeft geconcludeerd dat het recidivegevaar midden is en verdachte in verband met agressieproblematiek moet worden behandeld. De rechtbank vindt het daarom noodzakelijk dat de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
[naam 13] heeft zich namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 10.380,-- (tienduizenddriehonderdtachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Lacoste jas € 100,--
- mobiele telefoon € 100,--
- schoenen, broek, shirt
€ 180,--
(met bloed besmeurd) € 380,--
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 10.000,-- gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden toegewezen tot een bedrag van € 380,-- aan materiële schade en € 7.500,-- aan immateriële schade, inclusief de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ook heeft de officier van justitie verzocht om verdachte hoofdelijk te veroordelen in de te betalen schadevergoeding.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan de gevorderde € 180,-- materiële schadevergoeding en verzocht het bedrag aan immateriële schadevergoeding te matigen en naar redelijkheid vast te stellen. Nu de raadsman vrijspraak heeft bepleit met betrekking tot de afpersing en/of diefstal van de jas en de telefoon wordt de gevorderde materiële schade in zoverre betwist.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 primair ten laste gelegde. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde materiële schade van € 380,-- daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Op grond van artikel 6:106, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade indien de benadeelde op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Naar het oordeel van de rechtbank is hiervan sprake. De hoogte van de vordering is ter terechtzitting betwist. Op grond van de door en namens de benadeelde partij gestelde omstandigheden en de daaruit voortvloeiende aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan, stelt de rechtbank de omvang van de schade naar billijkheid vast op € 1.500,-. De aangehaalde uitspraken sluiten wat betreft de feiten en de gevolgen daarvan niet aan bij de situatie van de benadeelde [slachtoffer 2] . De rechtbank heeft bij de vaststelling van de omvang van de schade de omstandigheden die gelden voor de overige slachtoffers in dit onderzoek bepalend geacht. De in het geval van de benadeelde partij mogelijke afwijkende omstandigheden behoeven een uitgebreider juridisch debat met zo mogelijk nadere bewijsvoering. Dit is een onevenredige belasting van het strafgeding, wat maakt dat het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard. De rechtbank zal de immateriële schadevordering voor het bedrag van € 1.500,- toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2022 en voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaren.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met
nuldagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
8.6
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.100,--(elfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde (bruto) materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- 1 Kilburnbox € 299,--
- 1 bluetooth speaker € 50,--
- armband (gedeeltelijk) € 1.500,--
- eigen risico € 100,--
De rechtbank begrijpt uit de toelichting op de vordering dat een deel van de schade reeds door de verzekering is vergoed. Het totaal van de
nietdoor de verzekering vergoede (materiële) schade bedraagt: € 1.100,--, bestaande uit eigen risico van € 100,-- en een prijsstijging van de armband van € 1.000,--.
8.7
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden toegewezen tot een bedrag van € 150,-- materieel voor de muziekboxen, inclusief de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ook heeft de officier van justitie verzocht om verdachte hoofdelijk te veroordelen in de te betalen schadevergoeding. Vanwege de gevorderde vrijspraak ten aanzien van het onderdeel diefstal van een gouden armband dient de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
8.8
Het standpunt van de verdediging
Nu de raadsman vrijspraak heeft bepleit met betrekking tot de diefstal van de muziekboxen en de gouden armband wordt de gevorderde materiële schade in zoverre betwist.
8.9
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder parketnummer 08/253714-22 onder 4 ten laste gelegde.
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn deels voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 100,-- (eigen risico), te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De onder de post: ‘niet door de verzekering vergoede schade armband’ opgevoerde schade ziet op het onderdeel van de tenlastelegging waarvan de verdachte door de rechtbank zal worden vrijgesproken. De rechtbank zal de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.1
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met
nuldagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
8.11
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
De vordering heeft betrekking op het onder parketnummer 08/253714-22 onder 3 ten laste gelegde. Omdat verdachte van dit feit integraal wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 55, 57, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/253714-22 onder 3 ten laste gelegde heeft begaan en onder 4 ten laste gelegde voor zover dit ziet op diefstal van de armband en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/033570-22 primair, het onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 primair en onder 2 in de eerste en de tweede plaats en onder 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer: 08/033570-22
Primair
het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag
Parketnummer: 08/253714-22
Feit 1 primair
Het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag
Feit 2.
het misdrijf: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
en
diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 4.
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/033570-22 primair , het onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 primair en onder 2 in de eerste en de tweede plaats en onder 4 bewezen verklaarde;
Straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
226 (tweehonderdzesentwintig) dagen;
- bepaalt dat van deze straf
180 (honderdtachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de door de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zal melden bij de jeugdreclassering zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- hij zich houdt aan de aanwijzingen en afspraken van de gecertificeerde instelling te weten de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering te Hengelo;
- dat hij meewerkt aan hulpverlening door Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering noodzakelijk geachte ondersteuning of verwijzing naar andere hulpverleningsinstanties, die gedurende de begeleiding door de jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht om de kans op herhaling te verkleinen;
- dat hij meewerkt aan het vasthouden van een zinvolle dagbesteding (zoals school of werk) waarbij de jeugdreclassering bepaalt wat zinvol is.
Toezicht op de uitvoering van de bijzondere voorwaarden wordt uitgeoefend door de
gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering,
instantiecode AST106. Verantwoordelijke gemeente is Hengelo.
- Daarbij gelden als
voorwaarden van rechtswegedat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 77z gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit de
leerstraf Tact, voor de duur van
35 (vijfendertig) uren,
-beveelt, voor het geval dat de verdachte de leerstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
17 (zeventien) dagen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit de
werkstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren,
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft de geschorste bevelen tot voorlopige hechtenis op.
Schadevergoeding [slachtoffer 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van
€ 1.880,-- (bestaande uit € 380,-- materiële schade en € 1.500,00 immateriële schade);
- verklaart niet-ontvankelijk het overige deel van de gevorderde immateriële schade à
€ 8.500,--;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (parketnummer 08/253714-22 onder 1 primair en 2 in de eerste en de tweede plaats): van een bedrag van € 1.880,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2022) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/253714-22 onder 1 primair en 2 in de eerste en de tweede plaats bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.880,-- (zegge: achttienhonderdtachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
nuldagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Schadevergoeding [slachtoffer 4]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 100,-- (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] (parketnummer 08/033570-22 onder 4): van een bedrag van € 100,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2022) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 100,--, (zegge: honderd), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
nuldagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 4] , voor een deel van € 1000,-- niet-ontvankelijk is in de vordering.
schadevergoeding [slachtoffer 3]
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3] , (parketnummer 08/253714-22 onder 3 primair en subsidiair): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op de geschorste bevelen tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M. van Bruggen en
mr. L. Pieters, rechters, tevens kinderrechters in tegenwoordigheid van E. Bauhuis, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Twente-Midden met nummer PL0600-2022103013, gesloten op 4 april 2022. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Parketnummer 08/033570-22
1.
Het proces-verbaal vanaangifte van [slachtoffer 1]van 18 januari 2022, pagina
38-44 (met fotobijlage letsel), voor zover inhoudend als verklaring van aangever,
zakelijk weergegeven:
Op zaterdagavond 15 januari 2022 omstreeks 21.30 uur stond ik samen met [naam 2] (telefoonnummer [telefoonnummer 1] ) in het zogenaamde "flikkerpark" bij het NS station te Hengelo. [naam 2] werd gebeld dat wij daar weg moesten gaan. Wij zouden daar namelijk niet veilig zijn, omdat [medeverdachte 1] samen met een aantal vrienden op zoek zou zijn naar mij. Ik ben toen met [naam 2] naar [basisschool] gegaan op het Apolloplein te Hengelo. Blijkbaar heeft iemand toen mijn locatie doorgegeven of gezien via snapchat. Want voor ik het wist kwam [medeverdachte 2] op mij af en sloeg een arm om mij heen. Hij zei: “hé grote vriend, je moet gaan rennen". Daar kreeg ik de kans niet voor en ik zag dat ik ineens in mijn buik werd getrapt door [medeverdachte 1] . Door de trap viel ik achterover op de grond. Toen ik op de grond lag gingen ze op mij los. Behalve [medeverdachte 1] waren ook [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , (…) erbij betrokken. Ik werd wel een kwartier lang geslagen en getrapt op mijn hoofd en voelde daarbij pijn. Ik heb mijn armen voor mijn hoofd gehouden, om mijn gezicht zoveel mogelijk te kunnen beschermen. En heb geschreeuwd van de pijn, toen plotseling het licht uit ging. Ik kwam vervolgens weer bij in de armen van [naam 2] , die vroeg hoe het met mij ging. Toen kwamen twee jongemannen met een Volkswagen Polo en die hebben mij naar huis gebracht in hun auto. Ik had pijn aan mijn gezicht, een blauw oog en krassen op mijn rug.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
2.
Het proces-verbaal van verhooraangever [slachtoffer 1]van 26 januari 2022,
pagina 45, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
A: [medeverdachte 2] heeft mij verteld dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] (…) mij gepakt hebben toen ik op de grond lag.
V: Wat weet jij zelf nog?
A: Alleen dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] begon op mij in te slaan en te schoppen. Daarna heb ik
niets gezien doordat ik mij probeerde klein te maken en vervolgens ben ik "out"
gegaan. Ik kwam bij terwijl ik in de armen stond van een jongen, het stuk daar tussen ben ik kwijt.

3.

Het proces-verbaal van bevindingen van 25 januari 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven (pagina: 47-48):
Op 21 januari 2022 te 16:00 uur sprak ik, verbalisant [verbalisant 1] , met een van de jongeren uit mijn wijk die ook de mishandeling heeft gezien. Deze persoon gaf aan doodsbang te zijn voor deze groep. Deze groep staat bekend als gewelddadig. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , vind dit een terechte angst gezien de feiten waarvoor deze groep in beeld komt. In overleg besloten om deze persoon niet met naam en toenaam in dit proces verbaal. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , hoorde het volgende van hier bovengenoemd persoon: 'Vorige week, datum weet ik niet meer precies, heeft er een mishandeling plaats gevonden. Een hele groep belaagde een jongen, hij had wel dood kunnen zijn.
Ik wil hier wel over verklaren maar dan anoniem, anders wil ik niets vertellen. Ik
ben doodsbang voor deze groep en dit groepje is ook zeer gewelddadig. De meeste
kinderen vrezen voor deze jongens. Ik was op het Prins Bernard plantsoen te Hengelo. (…) Wij zijn toen snel naar [basisschool] gelopen, dat zit tegenover het [stadion] in Hengelo. [naam 9] werd gebeld door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 1] vroeg waar wij waren. (…)
Dit duurde dus niet lang, toen zag ik dat [medeverdachte 1] en een hele groep er kwamen lopen, ik schat 15 a 20 man. Veel jongens hadden een capuchon op, bivakmutsen op en een
mondkapje voor. De groep kwam van alle kanten. Ik zag in ieder geval dat de volgende personen in die groep onze kant kwam lopen:
- [medeverdachte 1]
- [verdachte]
- [medeverdachte 2] , achternaam onbekend
- [medeverdachte 4]
- [medeverdachte 3]
Ik zag dat [medeverdachte 2] een arm om [slachtoffer 1] sloeg en hoorde dat hij zei: 'ren maar weg' of
woorden van gelijke strekking. Ik zag dat [slachtoffer 1] bleef staan. Ik zag dat [medeverdachte 1] , [slachtoffer 1]
op de grond had gegooid. [slachtoffer 1] heeft de hele tijd op de grond gelegen. Ik heb gezien
dat [medeverdachte 1] , [slachtoffer 1] een paar klappen gaf op zijn arm. Maar omdat iedereen op [slachtoffer 1]
begon te slaan was het niet goed te zien, waar [medeverdachte 1] precies sloeg. Ik zag dat [medeverdachte 3]
meerdere klappen met zijn vuist op het hoofd van [slachtoffer 1] sloeg en dat hij
[slachtoffer 1] op zijn hoofd schopte meerdere malen. Hij leek helemaal psycho! Ik hoorde
ondertussen roepen: 'lekker he'. Ik heb gezien dat [medeverdachte 4] , [slachtoffer 1]
ook heeft geslagen. Heel veel van die groep hebben [slachtoffer 1] geslagen en geschopt dit
duurde ongeveer 5 minuten. Na 5 minuten zijn ze richting de stad gerend.
Vervolgens viel [naam 10] nog flauw na die tijd, omdat ze het zo heftig vond. Het was ook heel heftig. [slachtoffer 1] had ook wel dood kunnen zijn. (…) [medeverdachte 4] en [verdachte] vertelden lacherig en 'stoer' de dag er na dat ze beiden [slachtoffer 1] hadden geslagen. [medeverdachte 4] heeft mij zijn knokkels laten zien, ik zag dat hij wondjes op zijn knokkels had waaruit bleek dat hij iemand had geslagen.
4.
Het proces-verbaal van verhoor (medeverdachte)[verdachte]van 9 februari 2022,
pagina 444-446, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van eenvoudige mishandeling en openlijke geweldpleging gepleegd op zaterdag 15 januari 2022 omstreeks 21:30 uur aan de Apolloplein ter hoogte de school [basisschool] te Hengelo. (…)
Ik stond naast [medeverdachte 1] en toen heb ik [slachtoffer 1] dus klappen gegeven. Ik dacht dat [slachtoffer 1] ons een klap wilde geven omdat ik zag dat hij zijn arm/ hand naar achteren deed. Ik ben toen bovenop hem gesprongen en heb hem toen flinke klappen gegeven. Ik had [slachtoffer 1] toen op de grond liggen op zijn rug en ik zat bovenop hem. Ik heb hem toen met kracht op zijn gezicht geslagen met mijn vuisten. Dit zijn flink wat klappen geweest ik heb hem overal op zijn gezicht geraakt. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] aan het schreeuwen was en dat hij huilde. Ik hoorde hem "aahhh" roepen. (…) Ik heb hem ongeveer ander halve minuut geslagen. Ik heb nadat ik hem geslagen heb nog
geschopt. [slachtoffer 1] lag toen nog op de grond. Ik weet niet meer of [slachtoffer 1] op dat moment nog bij bewustzijn was. (…) Ik heb [slachtoffer 1] ook tegen zijn hoofd aan geschopt. Ik heb hem geschopt net zoals je een penalty neemt, ik heb in ieder geval goed uitgehaald. Ik weet ook zeker dat ik hem geraakt heb op zijn hoofd. Ik weet niet meer hoe vaak ik hem geraakt heb met schoppen op zijn hoofd. Er trokken de hele tijd [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] aan mij om mij van [slachtoffer 1] af te krijgen. Ik heb ze
alle drie tegen mij horen zeggen dat ik moest stoppen. Ze zeiden "Stop [verdachte] niet doen".
V: Heb jij zijn hoofd nog geraakt?
A: Ja ik heb zijn hoofd geraakt zowel met schoppen als met het slaan met mijn
vuisten.
V: Uit meerdere getuigenverklaringen komt naar voren dat jij [slachtoffer 1] ook
geschopt hebt. Wat kun jij hierover verklaren?
A: Dat klopt. (…)
V: Hoelang heeft het geduurd dan dat jij over hem hing?
A: Dit heeft in totaal ongeveer 4 a 5 minuten geduurd
V: Waardoor is de mishandeling gestopt?
A: Doordat ik eraf getrokken werd (…)
5.
Het proces-verbaal van verhoor[medeverdachte 1]van 7 februari 2022,
pagina 338-339, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van openlijke geweldpleging ter hoogte van [basisschool] te Hengelo, gepleegd op 15 januari 2022. Wat kun je daarover verklaren?
A: Wij zijn daar wel geweest. (…) Ik kreeg op het plein ruzie met een jongen. Hij heette [slachtoffer 1] . (…) Ik kreeg woorden met hem en toen kwam hij op mij aflopen. Ik duwde hem weg en toen kwam hij nog een keer op mij af. (…) Ik sloeg hem toen met mijn vlakke hand in zijn gezicht. Wij sloegen elkaar over en weer en op een gegeven moment heb ik hem in zijn buik getrapt waardoor hij viel. Hij viel op de grond en volgens mij viel hij met zijn hoofd op de grond. (…) Ik heb wel de eerste klap gegeven, maar ik laat mij niet slaan. (…)
A: Ik heb gezien dat een donkere jongen een arm om [slachtoffer 1] heen sloeg. Volgens mij
deed hij dat omdat ze elkaar kenden. Ik heb hem toen niet in zijn buik getrapt. Later
wel, waarbij hij toen ook viel. Ik heb hem niet tegen zijn hoofd getrapt. Wel tegen
zijn rug.
V: [slachtoffer 1] is door verschillende jongens geschopt en geslagen. Wie heeft wat gedaan?
A: Ik weet wat ik zelf gedaan. Hij werd wel door andere jongens geschopt en geslagen.
6.
Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 2], van 26 januari 2022, pagina 57-58, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Er kwam 1 jongen uit de groep gelijk naar [slachtoffer 1] toe. Deze jongen heet [medeverdachte 2] . Ik zag
dat [medeverdachte 2] een arm om [slachtoffer 1] heen sloeg en ik hoorde hem zeggen "he grote makker". Dat zei [medeverdachte 2] op zo'n manier dat het op mij overkwam als of [medeverdachte 2] wist wat er ging
gebeuren, en dat niet erg vond. Terwijl [medeverdachte 2] de arm nog om [slachtoffer 1] heen had zag ik dat [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] hard in zijn buik trapte. Ik zag dat [slachtoffer 1] hierdoor op de grond viel.
Ik zag dat er toen wel 5 of 7 jongens begonnen te slaan en te schoppen op [slachtoffer 1] .
[medeverdachte 1] en een jongen die ik niet ken hadden hier het grootste aandeel in. Ik zag dat
[medeverdachte 1] heel vaak getrapt en geslagen heeft op [slachtoffer 1] . Op zijn hoofd, in zijn buik. Ik
hoorde dat [medeverdachte 1] meerdere keren iets schreeuwde naar [slachtoffer 1] van "nooit meer doen!".
Ik zag dat [medeverdachte 4] , de achternaam weet ik niet, ook tegen [slachtoffer 1] trapte en sloeg.
[slachtoffer 1] heeft al die tijd op de grond gelegen in elkaar gedoken met zijn armen voor
zijn hoofd om zich te beschermen. Terwijl [slachtoffer 1] op de grond lag zag ik dus meerderen die op hem intrapten. Het was echt heel heftig, ik dacht dat ze hem dood zouden trappen. (…) [verdachte] ken ik ook en deze jongen was er ook bij. Ik zag dat ook [verdachte] op [slachtoffer 1] aan het trappen was en hem raakte. Er was in ieder geval nog 1 jongen bij die [slachtoffer 1] getrapt heeft en misschien nog wel meer, maar die ken ik niet. (…) Ik en anderen hebben meerdere keren geroepen dat ze moesten stoppen maar ze bleven maar door gaan. Het duurde wel 2 of 3 minuten lang. Ik heb ook meerdere keren geroepen "Niet doen [medeverdachte 1] !" " Niet doen!". Aan het einde ging er 1 jongen nog heel heftig door op [slachtoffer 1] . Ik ken deze jongen niet. Deze jongen sloeg echt met zijn vuist in op het hoofd van [slachtoffer 1] . (…) Ik zag dat [slachtoffer 1] flauw gevallen was, en hoorde dat iemand water op ging halen. Iedereen met wie ik was die was overstuur.
7.
Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 1], van 21 januari 2022, pagina 51-52, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik ben getuige geweest van een mishandeling gepleegd op zaterdag 15 januari 2022.
(…) Afgelopen zaterdag, 15 januari 2022, omstreeks 19:00 uur was ik samen met aantal vrienden in het 'Flikkerplark', hiermee bedoel ik het Prins Bernhardplantsoen in
Hengelo. (…) Op een gegeven moment werd iemand van onze groep gebeld of geappt.
Ik hoorde dat [naam 9] ineens zei: ' [medeverdachte 1] enzo komen er allemaal aan, zullen we ergens anders naartoe gaan'. Hierna zijn we naar de school [basisschool] gegaan aan het Apolloplein. (…) Ineens kwamen er uit alle hoeken ongeveer 10 personen aan, met allemaal donkere kleding. Ik herkende [medeverdachte 1] , (…), [verdachte] , (…) [medeverdachte 4] (fonetisch), (…) [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] (achternaam weet ik niet). Ik zag dat [medeverdachte 2] met zijn arm om [slachtoffer 1] heen ging staan. Ik zag dat [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] een duw gaf waardoor [slachtoffer 1] achterover op de grond viel. Ik zag dat de jongens die ik hierboven noemde met zijn allen op [slachtoffer 1] af liepen. Ik zag dat [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [verdachte] meerdere keren vol in het gezicht en op de buik van [slachtoffer 1] hebben geslagen en geschopt. Ik denk dat dit ongeveer 5 minuten geduurd heeft. Ik hoorde dat een vriendin van mijn genaamd [getuige 3] schreeuwde dat ze moesten stoppen. Ik zag dat de jongens hier niets op uit deden en gewoon door gingen met slaan en schoppen. Op een gegeven moment stopte de groep ineens en zei liepen weg richting de wijk Veldwijk. Ik ben hierna naar [slachtoffer 1] gelopen. Ik zag dat zijn gezicht onder het bloed zat. Ik zag dat zijn lip kapot was en volgens mij ook de linkerkant van zijn hoofd. Ik zag ook dat zijn gezicht onder de modder zat. [naam 9] had iemand gebeld om ons te helpen, zij kwamen ongeveer 10 minuten later met water en doekjes bij ons. Ik hoorde dat [naam 9] ook nog vrienden van zijn broer had gebeld en deze hebben [slachtoffer 1] veilig naar huis gebracht. (…)
V: Waarom hebben jullie [slachtoffer 1] niet kunnen helpen?
A: Ze waren met teveel en wij waren bang dat ze ons anders ook zouden slaan. (…)
8.
Een schriftelijk bescheid van 18 januari 2022, pagina 44, inhoudende eenmedische verklaringvan huisarts [huisarts 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Slagen en schoppen tegen hoofd gehad en elders, bewustzijn verloren, is gedeeltes van gevecht kwijt, heeft even bewustzijn verloren. Nadien misselijk, niet braken. (…) Bloed in li gehoorgang. Trauma met commotio cerebri, rust, prikkelarm. (…)
9.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 mei 2023, voor zover inhoudend als de verklaring vanverdachte [verdachte], zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik [slachtoffer 1] een paar klappen in zijn gezicht heb gegeven en hem ook hard tegen zijn hoofd heb geschopt. Ik had mezelf niet in de hand en weet ook niet meer hoe vaak ik aangever heb geraakt.
Parketnummer 08/253714-22 onder 1 en onder 2
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, flexteam met nummer PL0600-2022037213, gesloten op 17 december 2022. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van aangifte van [slachtoffer 2] van 25 januari 2022 (met fotoblad) pagina 189-199, voor zover inhoudende, als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van zware mishandeling en van diefstal van mijn telefoon en mijn jas.
(…) Toen ik bij [naam 11] weg liep, kwam ik volgens mij ongeveer een half uurtje later uit bij een soort van bosperceel. Hier ben ik door een paadje lopen. ongeveer 4 a 5 personen tegemoet hoorde dat ze mij weer uitscholden voor mongool. Ik heb toen terug gescholden en dit ging even over en weer en het kwam er op neer dat ze toen naar mij toe kwamen lopen en ze begonnen mij te slaan en schoppen. Ik ben toen op de grond gevallen en zij bleven maar door schoppen. (…)
Toen ik op de grond lag, vroeg een van deze personen mij om mijn telefoon af te
geven, ook moest ik mijn jas afgeven. Dat heb ik maar gedaan. Mij telefoon betreft
een I -phone 7 S, kleur zwart, het telefoonnummer is: [telefoonnummer 2] .
De telefoon is ongeveer 1,5 jaar oud. De jas die ik aan had was groen van kleur van
het merk La coste en de kleur was zo groen als het logo.
Ik kan de jongens niet goed omschrijven omdat het allemaal erg snel ging en ik op de
grond lag en klappen en schoppen kreeg. Ik weet wel dat twee van de jongens donker
getint waren, hiermee bedoel ik echt donker. De andere twee of drie personen waren
blank. Een van deze blanke jongens had blond haar en was een beetje gezet, en hij
droeg een Nike tech fleece jas en een Nike tech broek. Deze jas en broek waren mint groen van kleur. Hij had een opgeschoren kapsel. De anderen waren allemaal in het donker gekleed. Als ik de leeftijd van deze jongens moet schatten dat schat ik dat tussen de 17 a 20 jaar oud. Op het moment dat ik de klappen en schoppen kreeg had ik niet erg veel pijn, maar dat komt denk ik ook omdat ik alcohol had gedronken. Nu heb ik wel pijn. Ik heb op mijn achterhoofd een gat, deze is door de arts gehecht met twee hechtingen. Het is niet zeker of mijn neus gebroken is. Mijn rechteroog is bijna helemaal dicht geslagen. Ik heb van de dokter een wek advies gekregen en ik moet volgende week terug kamen. (…) Ik word gewoon compleet kapot geslagen. (…)
De bestuurder van een auto heeft de politie gebeld, hij heeft toen het adres Esbjergstraat en Beneluxlaan genoemd.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]

2.

Het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2] van 9 september 2022

p. 200-202, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
0: Jij hebt in je aangifte eerder verklaart dat het incident op 24 januari 2022 tussen 22:15 uur en 23:00 heeft plaatsgevonden.
V: Kun je verklaren hoe die dag er voor jou uitzag?
(…) Bij de Thiemsbrug zag ik drie jongens. ik kende deze jongens niet. Het waren 2 donkere getinte jongens in het zwart gekleed. De blanke jongen droeg een blauw/groen Nike Tech fleecejack aan. Volgens mij had hij een jas over dat pak. Ook zijn broek had dit merk. Deze jongen was iets gezet. Leeftijd van ongeveer 16 a 17 jaar. De jongens stonden bij de bewaakte fietsenstalling. ik hoorde dat die jongens het over drugs hadden. Ik heb hen vervolgens aangesproken of zij wat konden regelen met betrekking tot de cocaïne.
Dit konden ze wel. Ik moest met hen mee komen. We zijn vervolgens lopend weggegaan. We hebben een stuk gelopen, ik vond dat het wel lang duurde. Het was ver van het centrum af. We liepen wel langer dan een half uur. Ik kwam bij een park met een soort slangenpad met twee ingangen, tegen een woonwijk aan. ik weet dat aan één kant van het park een pinautomaat, een gele pinautomaat geldmaat was. Deze stond op de hoek van straat. ik ben vervolgens alleen naar de pinautomaat gegaan, echter het is niet gelukt om te pinnen. Het lukte niet omdat ik kennelijk te veel alcohol op had. De jongens hebben in het parkje op mij gewacht. We hebben nog even gewacht bij een bank. ik ben daar gaan zitten. Naar mijn mening heb ik vervolgens uit het niets een klap op mijn hoofd gehad. ik weet niet wie, maar alle drie hebben ze geslagen. ik ben wel een stukje kwijt van de mishandeling. Dit is het stukje dat ik op de grond viel en toen een donkere jongen mij vroeg om de code van de telefoon die ze van mij hadden afgenomen. De blanke jongen heeft mijn jas afgepakt en de donkere jongen mijn telefoon afgepakt. Ik weet nu niet meer dat de jongens mij getrapt hebben. ik weet wel dat alle drie jongens mij geslagen hebben.
(…)
A: Nu achteraf denk ik dat ik door drie personen ben mishandeld, ik weet niet waarom ik toen 4 of 5 personen heb aangegeven. ik zal U de 3 personen omschrijven:
De donkere jongen, die mij de telefoon afhandig heeft gemaakt. Leeftijd 15 a 16 jaar. Helemaal in het zwart gekleed. Volgens mij een trainingsbroek. Ik meende een Northface jas te hebben gezien, een mat zwarte. Normaal gezicht. Tenger postuur. Kleiner dan 186 cm. ik vond hem een Antilliaans uiterlijk. Hij had volgens mij een pet op. Volgens mij een capuchon over een pet. Volgens mij hadden ze een medisch mondkapje op maar dat weet ik niet zeker. De andere donkere jongen weet ik iets minder van. Volgens mij helemaal in zwart gekleed. Hij had een iets dikkere jas. Winterjas model. Volgens mij ook een donkere huidskleur. Ook hier denk ik aan Antilliaans uiterlijk. De blanke jongen heeft mijn jas, merk Lacoste gestolen. Aan de achterkant van de jas zit een brandgaatje. Deze jas heeft hij aangehad. Hij droeg een licht blauw/groen Nike Tech fleecevest en broek aan. Leeftijd
15 á 16 jaar. Deze jonger was iets dikker dan die andere twee. Hij had kort opgeschoren blond haar. Ook hij droeg volgens mij een mondkapje.
V: Heb jij de personen eerder gezien?
A: Nee. Ik heb ze wel later gezien. Tijdens de kermis in april 2022 in Hengelo heb ik de blanke jongen weer gezien. Hij droeg mijn jas. Ik was in het winkelcentrum van Hengelo op de Thiemsbrug. Op het terrein van de kermis zag ik politie en ik heb de informatie doorgegeven. De politie heeft gekeken maar hem niet meer aangetroffen.
(…)
V: Wat voor letsel heb je uiteindelijk opgelopen?
A: Glip op mijn achterhoofd welke gehecht is. Er zijn 2 hechtingen geplaatst. lk had niets gebroken. lk had wel een dik blauw oog. lk ben wel getest op hersenschudding, maar kennelijk heb ik dit niet gehad. Het heeft een maand geduurd dat de bloeduitstorting voorbij was.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2022 met fotobijlagen, p. 205-213, voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant:
Ik, verbalisant, [verbalisant 3] , hoofdagent werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland, verklaar het volgende:
Naar aanleiding van een ander geweldsincident (d.d. 7 februari 2022, BVH 2022023717) is bij de verdachte [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 4] -2006 zijn telefoon, een Apple !Phone 11, in beslag genomen. De inhoud van deze telefoon is onderzocht. In de telefoon van [medeverdachte 1] is een filmpje aangetroffen met daarop te zien de mishandeling van aangever [slachtoffer 2] . Het filmpje had de bestandsnaam [omschrijving] . MOV en duurde 10 seconden.
Op woensdag 31 augustus 2022 bekeek ik het filmpje van de mishandeling. Van de beelden zijn screenshots gemaakt en deze zijn bij dit proces-verbaal van bevindingen gevoegd. De screenshots van de beelden zijn genummerd van 1 t/m 12. De originele bewegende beelden worden aan het dossier gevoegd. Ik, verbalisant, zag en hoorde het volgende:
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
4.
Een schriftelijk bescheid van 25 januari 2022, pagina 204 , inhoudende een medische verklaring van huisarts [huisarts 2] , voor zover inhoudend, als zakelijk weergegeven:
[afbeelding]
5.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [verdachte]van 5 oktober 2022, p. 37-38 en
51-56 voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt nog steeds verdacht van, weet je het nog?
A: Beroving met geweld, diefstal met geweld. Mishandeling cq. poging doodslag.
(….)
0: Op de beelden zie je slachtoffer, [slachtoffer 2] . Hij heeft op dinsdag 25 januari 2022, aangifte gedaan van diefstal met geweld c.q. poging doodslag. Hij verklaarde dat hij een dag eerder, dus op 24 januari 2022, omstreeks 21:00 uur in het centrum van Hengelo een aantal jongens was tegengekomen. Het slachtoffer moest een lang stuk meelopen met deze jongens, van het centrum af. Later is het slachtoffer in de wijk Hengelose Es door deze jongens mishandeld en beroofd.
(…)
0: In het filmpje wordt het slachtoffer meerdere keren met kracht tegen het hoofd getrapt. Eén verdachte draagt een zwarte trainingsbroek met een witte bies, lopend verticaal over de hele broek. De andere verdachte die het slachtoffer meerdere keren tegen het hoofd trapt draagt een blauwe trainingsbroek.
(…)
V: Wat wil je vertellen?
A: Ik ben die jongen met die blauwe broek, die meerdere malen een trap geeft. Maar dat niet alle trappen raak zijn geweest. Twee zijn er volgens mij geschampt als ik het goed kan herinneren maar het is snel gegaan.
A: Zoals je hier ziet op het filmpje, daar waar dat Adidas logo staat. Wat [medeverdachte 5] aan had,
heb ik aangetrokken. Dat vest had ik aan. Hij had mijn jas aan.
V: Hoe zeg je?
A: Dat vest wat [medeverdachte 5] eerder aan had wat je ziet op dat filmpje, de blauwe broek en dat zwarte met Adidas logo dat wat ik zelf heb aangetrokken dat was ik.
V: Hoe dan?
A: Sorry, maar dat klinkt ook heel raar en is verwarrend maar ik wilde de jas passen omdat ik dezelfde wilde halen en toen heb ik hem mijn jas gegeven. Wij zijn toen samen weggegaan, het klinkt heel verwarrend en lijkt wel een nepverhaal maar het is wel zo serieus gebeurd. Ik ga ook alles vertellen nu. lk had [medeverdachte 5] 's jas aan. De Adidaslogo met de blauwe broek dat was ik met de zwarte Nike schoenen. De andere met die witte streep is [medeverdachte 5] niet, dat is een jongere jongen geweest, waar ik de naam niet van wil noemen.
V: Even voor ons he, sorry dat ik je onderbreek. Als wij kijken naar dat filmpje van die mishandeling dus diegene met die blauwe broek, die het slachtoffer meerdere malen trapt dan ben jij?
A: Ja, dat ben ik.
V: Klopt dat?
A: Klopt.
V: Die andere jongen met die zwarte trainingsbroek met die witte streep, daar wil je de naam niet van noemen.
A: Dat is niet [medeverdachte 5] . lk wil dat niet zeggen wie dat wel is omdat dat een jongere jongen is.
(…)
Ik hoorde geschreeuw, ik rende toen terug en zag dat die jongere jongen onderop lag. Hij zat er bovenop, Ik zag dat hij die jongere jongen een paar klappen kreeg op zijn gezicht. Er was nog een andere jongen bij. Ik heb toen die jongen van hem afgetrapt. Ik heb toen die jongen twee keer in het gezicht getrapt. Zo is het gegaan.
V: En dan? Wat gebeurd er dan?
A: Toen is hij knock-out gegaan. Wij zijn toen weggelopen. De anderen waren al weg. Die jonge jongen heb ik meegenomen. Die heeft behoorlijk wat klappen gehad van deze jongen. Wij zijn weggelopen en hij was knock-out. lk had er een heel slecht gevoel bij en toen ben ik 20 minuten later weer gaan kijken of hij er nog lag. Toen was hij al weg. Tien minuten later zoiets.
V: Wat gebeurd er dan?
A: Toen was hij al weg. ik was bang dat het verkeerd was afgelopen,
V: Omdat je zag dat hij bewusteloos raakte?
A: Ja.
V: Hoe zag je dat dan?
A: Dat hij bewusteloos raakte? Omdat ik hem een trap gaf. Ik weet dat serieus niet meer maar op dat filmpje werd dat ook niet duidelijk. Je ziet een gebalde vuist en een trap tegelijk. Ik weet dus niet wie de laatste treffer heeft gegeven anders had ik dat ook wel gezegd. Ik heb het nu toch al toegegeven.
(…
V: Dom in de zin dat je hier er nu bij bent?
A: Op een gegeven moment was ik gewoon zo gefrustreerd. Die man is wel een stuk ouder dan ons. Ik ken hem niet. Ik heb hem ook nog nooit gezien. Hij is een stuk ouder en slaat een jongen, die nog een stuk jonger is dan hem. Die helemaal niks deed. Dat heeft mij gewoon getriggerd. Dat jongetje lag letterlijk op de grond. Hij was met ons mee. Wij waren allemaal al weggerend en ik zie hem bij die jongen en toen is er een draadje los geschoten bij mij. Die jongen lang helemaal zo op de grond. Die jongen was dertien of veertien of zo. ik weet het niet meer precies. Toen heb ik hem trappen gegeven, ik gaf hem een trap en toen ging hij.
(…)
V: Het slachtoffer loopt in april, een paar maanden later in het centrum van Hengelo op de kermis. Hij ziet dat één van de verdachten. Hij herkent één van de verdachten, die ziet hij en de verdachte ziet ook het slachtoffer en denkt shit, dat is het slachtoffer van de mishandeling. Het slachtoffer ziet de verdachte in een groene Lacoste jas. Wat bij hem op 24 januari 2022 is weggenomen.
A: Wie is dat dan? Er hangen overal camera's.
V: Dat vraag ik aan jou.
A: Ik ben een paar keer op de kermis geweest maar met die jongens die
V: Was je dat?
A: Dat ben ik niet geweest. ik ben bij de kermis geweest daar kunt u nog camerabeelden van
opvragen. Bij het gemeentehuis waar de botsauto's stonden daar heb ik elke keer mijn scooter neergezet. Ik heb geen groene Lacoste jas.
6.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 1]van 5 oktober 2022,
p. 160-162, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
0: Het slachtoffer moest daarna een lang stuk meelopen met deze jongens, van het centrum af. Hij heeft gepind en is later op Hengelo Noord door deze jongens mishandeld en beroofd.
Uit de locatiegegevens van jouw telefoon blijkt dat jij op bovengenoemd dag, datum tussen 22:08:08 uur en 23:13:08 uur tussen de Uitslagweg en de Landmansweg , ter hoogte van de kinderboerderij [kinderboerderij] . Het slachtoffer heeft de plek aangewezen waar hij mishandeld en beroofd is. Dat is in de directe nabijheid van de locatie waar jouw telefoon zich bevindt.
V: Wat kun je daarover verklaren?
A: ik woon daar ook in de buurt. ik woonde toen ook aan de [woonplaats 1] . Dus dat zou wel kunnen. Dus dat mijn telefoon daar aanstraalt, zou wel kunnen. ik zou daar in de buurt kunnen zijn geweest. Ik chill daar wel eens bij de school, bij de skatebaan.
V: Was jij bij die mishandeling?
A: Nee.
0: Het slachtoffer verklaarde dat zijn mobiele telefoon van het merk Apple 'Phone en zijn groene Lacoste jas is weggenomen door de verdachten.
V: Wat kun je daarover verklaren?
A: Nee. Ik heb wel een keer zo'n Lacoste jas bij iemand gezien. Dit was na die mishandeling. I k wil niet zeggen bij wie.
(…)
0: Uit onderzoek aan jouw telefoon blijkt dat er op 25 januari 2022 omstreeks 11:42 uur gezocht is in de applicatie SAFARI op de site GOOGLE met de volgende zoekterm:
-Lacoste groen bomber jacket -
V: Hoe verklaar jij dat?
A: Ja, omdat ik dus die jongen had gezien met die jas. ik vond dat een mooie jas. ik wist niet dat die gestolen was.
V: Waarom zocht je het op?
A: Ja ik wilde hem zelf ook halen, maar ik vind hem een beetje duur.
V: Wat kost die dan?
A: Rond de 300 euro.
V: Begrijpen wij goed dat een dag na het incident, iemand uit jouw groep waarvan je de naam niet wil zeggen, de jas draagt waar we het over hebben?
A: Ja, klopt.
7.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 1]van 6 oktober 2022,
p. 167-171, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
(…)
V: [medeverdachte 1] uit onderzoek blijkt dat jouw telefoon, samen met de telefoon van [verdachte] , aanwezig was op het Tichelhof te Hengelo. Die avond, 24 januari 2022 om 21.41 uur probeert aangever [slachtoffer 2] tot tweemaal toe geld te pinnen. Deze pinautomaat zit aan de Sloetsweg, het verlengde van het Tichelpad. Volgens telefoongegevens was jouw telefoon en die van [verdachte] , op dezelfde locatie en tijdstip bij de pinautomaat, aldaar waar aangever [slachtoffer 2] ook was. Wat is jouw verklaring hiervoor?
(…)
V: We hebben je locatiegegevens bekeken en deze zijn nauwkeurig. We laten je zien waar je
telefoon is tussen 22.08.08 uur en 22.13.08 uur is. Wij zien dus dat je telefoon aanwezig is op of bij de plek waar de mishandeling heeft plaats gevonden en ook rondom dat tijdstip.
(…)
V: Wij vinden het op zijn minst opmerkelijk dat jij op 25 januari 2022 om 11:42 uur, dus slechts zo'n 10,5 uur na het incident, zoekt op precies zo'n jas die buit is gemaakt bij aangever [slachtoffer 2] . Kom daar nou eens met een goede verklaring voor?
A: Ja dat klopt. lk heb iemand gezien met die jas en ik vind die jas mooi. lk wilde hem kopen en toen zag ik dat hij 300 euro was. Dat vond ik te veel geld.
(…)
A: ik heb die jongens wel even gezien bij de [school] school. ik weet zo niet aan welke straat hij zit. Ik werd gebeld door één van die jongens. (…) Ik wil niet zeggen wie mij belde. Ze vroegen mij gewoon of ik naar ze toe wilde komen bij de [school] school. ik ben er met de fiets naartoe gefietst. Toen ik daar kwam zag ik eerst alleen de jongen die mij even daarvoor gebeld had. Toen zag ik dat de man terug kwam lopen van de pinautomaat. Hij was alleen. Ik bedoel hiermee de man van het filmpje. Met mij erbij waren we geloof ik met vijf personen. Met de man die later mishandeld werd waren we dus in totaal met zes
personen geloof ik. Ik weet dat alleen niet helemaal zeker. Het kan ook zijn dat we met vier
personen waren inclusief die man die later mishandeld is.
V: Heb je geen dingen gevraagd aan ze? Ik kan me voorstellen dat je vragen hebt op het moment dat er ineens een onbekende man bij komt die vanaf de pin automaat komt lopen?
A: Ja ik vroeg ze wel wie dat was. Ze vertelden dat die man gevraagd had of ze iemand kenden die drugs verkocht. Zij hadden toen aangegeven dat ze wel iemand kenden. Daar waren ze naar onderweg. Ze waren onderweg naar de Hengelose Es.
V: En dan?
A: ik ben een stuk met ze meegelopen richting de Hengelose Es. Op een gegeven moment liepen ze richting het bos. ik heb ze toen alleen gelaten. ik wilde er niet bij zijn als ze gingen dealen. Die jongen die drugs zou komen brengen zou daar ook komen. Ik weet niet of hij echt zou komen natuurlijk, maar dat werd mij gezegd.
V: En toen?
A: Ik ben een stuk van het bos af gaan staan. lk kon ze niet zien, maar ik heb het wel allemaal kunnen horen.
V: Wat hoorde je dan?
A: Hetzelfde op het filmpje. ik hoorde allemaal geschreeuw en geroep.
V: En van wie kwam dat geschreeuw?
A: ik denk van die jongen. Dat denk ik. ik heb geloof ik alleen die man gehoord.
V: En wat dacht je toen dan?
A: Ik wilde eigenlijk gaan kijken. Ik dacht dat ze misschien ruzie hadden met elkaar. Toen ik er naar toe liep zag ik die jongens weglopen. ik wil niet zeggen welke richting op.
(…)
V: En toen?
A: Toen ben ik naar het [school] gegaan omdat mijn fiets daar nog stond. Toen ik onderweg was werd ik weer gebeld. Volgens mij weer door dezelfde jongen als die mij even daarvoor gebeld had. Dat weet ik alleen niet zeker. Aan de telefoon vertelde die jongen dat ze die man hadden geslagen, dat hij knock-out was en dat hij daar nog lag. Ze zeiden mij ook dat ze naar het [school] zouden gaan. Ik heb aangegeven dat ik daar ook naartoe zou gaan, omdat mijn fiets daar nog stond. Ik heb ze daar nog even gesproken en toen ben ik naar huis gegaan.
(…)
V: Wat heb je daar besproken?
A: Ze hebben mij daar het filmpje laten zien dat gemaakt is. En ze zeiden dat ze die man getrapt hadden. Ze vroegen nog aan mij of ik mee wilde gaan naar die man om te kijken hoe het met hem ging. (…) Ze vertelden mij ook dat ze de jas van die man ergens neer hadden
gelegd. lk weet zo niet waar. Ze hadden de jas op dat moment niet bij zich geloof ik. lk heb de jas in ieder geval niet bij ze gezien. lk heb wel gezien dat de man die mishandeld werd een jas droeg. Hij droeg die jas toen hij naar ons toe kwam lopen bij de pinautomaat. Het was die groene Lacoste jas waar ik later naar gezocht heb op Google.
(…)
V: Wat is er nog meer weggenomen bij die man?
A: Dat weet ik niet, lk heb alleen wat over die jas gehoord.
V: Wat is er later met die jas gebeurd?
A: ik heb wel iets gehoord over een telefoon die gestolen was. Dat hoorde ik gisteren tijdens het verhoor. Ze lieten mij een telefoon zien, maar dat is gewoon de oude telefoon van mijn vader. De rode telefoon is van mijzelf. Er zijn ook schoenen in beslag genomen. Die zijn zwart met rode accenten van het merk Nike. Het is een Nike type 95 schoen. Die heb ik afgelopen maandag binnen gekregen. Daar kan een screenshot van laten zien.
V: lk ben nog wel benieuwd waarom je op google gezocht hebt naar die jas.
A: Ik vond dat een mooie jas.
8.
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 3 mei 2023, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, de verklaring van verdachte [verdachte] :
Ik ben op 24 januari 2022 in Hengelo (O) met een groepje van twee of drie personen op aangever [slachtoffer 2] afgegaan en heb hem klappen gegeven terwijl hij op de grond lag. Ik ben de jongen met de blauwe broek. [medeverdachte 5] was ook aanwezig, wij hadden van kleding gewisseld. Ik heb aangever onder meer twee keer in het gezicht getrapt waardoor hij knock-out is gegaan. Daarna ben ik weggegaan. Omdat ik bang was dat aangever dood zou zijn, ben ik 20 minuten later teruggekeerd naar de plaats delict om te checken of hij er nog lag. Maar hij was weg.
Parketnummer 08/253714-22 onder 4
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 18 januari 2022 met bijlage (p.309-312), voor zover inhoudend, als verklaring van aangever:
(…) Op vrijdag 14 januari 2022 was ik bij mijn vriend aan het logeren. Ik woon zelf aan de [woonplaats 2] . Op genoemde vrijdag was mijn dochter, [naam 12] thuis. (…)
Op zaterdag 15 januari 2022 omstreeks 17.30 uur was ik thuis met mijn dochter die mij vertelde dat ze gisteren, die vrijdagavond, een feestje thuis heeft gehad. Tijdens dat feestje zijn er spullen gestolen, waarom ik dus nu aangifte doe.
Mijn dochter vertelde hierover het volgende.
Op vrijdagavond omstreeks 20.15 uur was [medeverdachte 6] bij ons thuis gekomen. [naam 12] had hem uitgenodigd. (…) [medeverdachte 6] had op snapchat zijn locatie aanstaan, waardoor zijn vrienden konden zien waar hij was. [medeverdachte 6] had ook op Instagram een oproep geplaatst dat er een feestje was, met de vraag of iemand zin had om te feesten. Een kwartier later, rond 20:30 uur stonden [naam 5] , [verdachte] , [naam 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en ene [naam 6] voor onze deur. Dit waren vrienden van [medeverdachte 6] . Van [naam 5] , [medeverdachte 5] en [naam 6] weet [naam 12] de achternaam niet.
(…)
[naam 12] merkte ineens op dat er een zwarte Marshall muziekbox, type: ‘Kilburn 2’ miste. Deze muziekbox staat altijd in de woonkamer, deze heb ik van mijn vriend gekregen met kerst. Deze muziekbox heeft € 299,- euro gekost. [naam 12] en [medeverdachte 6] hebben het hele huis doorzocht maar konden hem niet meer vinden. [naam 12] zag vervolgens boven dat er nog een muziekbox verdwenen was. Deze muziekbox had ik boven staan. Dit betreft ook een zwarte Marshall muziekbox, type: ‘Kilburn 1’. Deze muziekbox had ik ongeveer 4 jaar geleden gekocht en heb ik 289,- euro voor betaald destijds.
Deze beide muziekboxen bleken nu te zijn gestolen. Mijn dochter [naam 12] vertelde mij dat zij beide muziekboxen nog heeft gezien voordat de jongens in de woning waren. Mijn dochter is verder de hele tijd in huis geweest. Deze waren weg op het moment dat alle jongens, op [medeverdachte 6] na, weg waren. De muziekbox in de woonkamer heeft [naam 12] nog gezien toen [medeverdachte 6] zijn eigen muziekbox aansloot aan het begin van de avond. [medeverdachte 6] had namelijk een grotere boombox meegenomen, deze is niet weggenomen. [naam 12] heeft zelfs nog een filmpje, waarop te zien is dat alle jongeren in mijn woonkamer staan aan het begin van deze avond. Op dit filmpje is ook nog te zien dat de muziekbox op zijn plek staat. Ik zal u de foto’s en filmpjes toesturen die [naam 12] op haar telefoon heeft staan van die avond.
(….)
[naam 12] heeft mij vervolgens de dag erna, zaterdagavond, alles vertelt.
Ik wilde ’s avonds naar bed gaan en opende vervolgens mijn sieradenlade. Deze lade zit in een nachtkastje op mijn slaapkamer. Ik zag toen gelijk dat ik een gouden, 18 karaats armband miste, met een waarde van € 1350,- euro. Deze armband is een bijzonder erfstuk. Deze armband heeft mijn moeder, bij mijn geboorte, van mijn vader gekregen. Met het overlijden van mijn moeder, is deze armband naar mij gegaan. Ik ben daarom erg verdrietig, gezien deze armband van grote emotionele waarde is. Ik heb vorig jaar de armband laten taxeren. Vandaar dat ik het bedrag weet. Het bewijs is tijdens de verhuizing zoek geraakt. Ik heb wel een foto van de armband.
U vraagt mij wie er allemaal boven zijn geweest, deze vraag heb ik mijn dochter ook gesteld. (…) [medeverdachte 6] vertelde mij dat [verdachte] boven is geweest, in de badkamer, omdat hij zich niet lekker voelde. [medeverdachte 6] is naar hem toe gelopen om te vragen hoe het met hem ging.
[afbeelding]
[afbeelding]
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van 20 september 2022, p. 369, voor zover inhoudend, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
[afbeelding]
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van 23 oktober 2022, p. 376, voor zover inhoudend, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op zondag 23 oktober 2022, omstreeks 13:05 uur ben ik verbalisant [verbalisant 3] middels een machtiging ter inbeslagname in de woning geweest aan de [adres 4] te Hengelo. Hierbij werd ik vergezeld door hoofdagent [verbalisant 4] . In de woning was aanwezig [naam 8] geboren op [geboortedatum 3] 1977. Bij de binnentreding hebben wij ons gelegitimeerd en het doel van het binnentreden kenbaar gemaakt, namelijk het zoeken naar de zwarte Marshall muziek box welke op 14 januari 2022 uit een woning in Hengelo was weggenomen. (PV aangifte 2022027812-2). Ik, verbalisant [verbalisant 3] , vroeg aan [naam 8] of zij in het bezit was van een Marshall muziek box, hierbij toonde ik een afbeelding van een muziek box Marshall Kilburn 1, als bijgevoegd in bijlage 1.
Wij, verbalisanten, hoorden dat [naam 8] zei:" ja, zo één heb ik hier thuis staan".
Wij zagen dat zij opstond, de woonkamer in liep naar de televisie en achter de televisie ons wees op een Marshall Kilburn 1 muziek box. Hierop vroeg ik, [verbalisant 3] , aan haar hoe zij aan deze Marshall Kilburn 1 kwam en of zij daar mogelijk een betaalbewijs van had. Direct daar achteraan wees ik haar op haar cautie. Wij hoorden dat zij zei:
"ik begrijp dit, ik heb niets te verbergen. ik heb deze muziek box al heel lang, zeker al vanaf
maart/april van dit jaar. Mijn zoon [naam 7] nodigde een aantal van zijn vrienden bij mij uit, die zaten in de achtertuin. Eén van die jongens was [verdachte] , volgens mij had hij toen die muziek box bij zich. Toen die jongens weg zijn gegaan is deze muziek box achtergebleven. ik heb deze muziek box mee naar binnen genomen en ik dacht dat de jongens deze muziek box op een later moment zouden ophalen. Dat is tot op heden nog niet gebeurd". Inmiddels woont mijn zoon [naam 7] niet meer thuis en hij heeft deze muziek box achtergelaten. lk wist niet dat deze muziek box van diefstal afkomstig was. Nu ik weet dat deze muziek box van diefstal afkomstig is, doe ik daar afstand van. Hierop hebben wij verbalisanten de Marshall Kilburn 1 muziek box ter waarheidsvinding in beslag
genomen. Wij zagen dat rechtsboven aan de voorzijde van de Marshall Kilburn 1 muziek box een witte verfvlek zat. Deze vlek kwam overeen met de vlek zoals aangeven in het proces-verbaal van bevindingen, procesverbaalnummer Capella22/0N2R022003-27.

4. Het proces-verbaal van getuige [naam 7] van 17 november 2022, p. 379, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:

0: [naam 7] , de politie heeft op zondag 23 oktober 2022 in de woning aan de [adres 4] in Hengelo een zwarte muziek box van het merk Marshall Kilburn 1 in beslag genomen.
Wij willen jou hierover horen als getuige. Aantal van die vragen gaan over jouw moeder [naam 8] . In verband met de familieband kun jij op de gestelde vragen over je moeder je beroepen op het verschoningsrecht. Je hoeft dus geen antwoord te geven op deze vragen.
(…)
0: Op 23 oktober 2022 heeft de politie jouw moeder gesproken.
(…)
0: Op 18 januari 2022 werd aangifte gedaan van diefstal uit de woning aan de [woonplaats 2] . Nadat er door de dochter des huizes, dus door [naam 12] , op
14 januari 2022 een feestje was gegeven bleek dat er goederen waren weggenomen.
0: Er werden twee geluidsboxen, Marshall Kilburn I en II alsmede een gouden armband
weggenomen.
V: Wat kun jij over deze goederen verklaren?
A: Niet dat ik weet. Als U mij foto’s laat zien misschien dat ik dan er iets over kan vertellen. Ik heb wel enkele geluidsboxen in huis staan. U laat mij een foto zien. ik heb soortgelijke geluidsbox wel in huis staan.
(…)
0: Zoals begin van dit verhoor medegedeeld, de politie heeft op zondag 23 oktober 2022 in de woning aan de [adres 4] in Hengelo een zwarte muziek box van het merk Marshall Kilburn 1 aangetroffen, die op de avond van het feestje aan de [woonplaats 2] was weggenomen. Deze muziekbox was voorzien van witte verf.
(…)
V: Hoe komt een weggenomen muziekbox in jouw woning?
(…)
V: Wie is daarvoor verantwoordelijk?
A: Door mij.
0: We hebben jouw moeder, [naam 8] , gevraagd naar de herkomst van deze muziekbox. Je
moeder verklaarde dat zij die muziekbox al heel lang had, zeker al vanaf maart/april van dit jaar. Dat jij toen een aantal van je vrienden bij jou thuis had uitgenodigd, welke in de achtertuin zaten. Eén van jouw vrienden had toen die muziek box bij zich.
(…)
0: Je moeder verklaarde dat [verdachte] die muziek box bij zich had.
(…)
A: De geluidsbox is van iemand anders. ik zou niet weten van wie die geluidsbox is. Het verhaal van mijn moeder klopt, lk heb een feestje gehad in huis en een groep vrienden kwam. Deze hebben vermoedelijk de geluidsbox achter gelaten. (…)
[afbeelding]