Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De aanleiding
2.De stukken
3.De procedure
- betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.P. Poppe, advocaat te Kampen;
- de officier van justitie mr. M.H.G. Scharenborg;
- A. de Jong, voornoemd, als deskundige.
4.De beoordeling
.Om te toetsen hoe betrokkene om zou gaan met een uitbreiding van vrijheden en verantwoordelijkheden, werd het verantwoord geacht om met het verloftraject te starten. Op 3 mei 2022 werd een machtiging voor begeleid verlof afgegeven. Ook startte betrokkene in juni 2022 met psychomotore therapie. Middels therapie en het verloftraject was de insteek tijdig toe te werken naar een vervolgvoorziening voor betrokkene. Om die reden is hij op 17 september 2022 overgeplaatst naar de uitstroomunit Helperdiep 5. Betrokkene functioneert hier zelfstandig en praktiseert sinds eind november 2022 (doelgerichte) onbegeleide verloven, waarvoor op 8 november 2022 de machtiging is afgegeven. Landelijke verloven vinden begeleid plaats. Betrokkene werkt binnen de groenvoorziening van de kliniek en hij is op zoek naar een betaalde baan buiten de kliniek. De afgelopen periode zijn de therapieën gepauzeerd, omdat betrokkene geen behandelmotivatie heeft en geen doelen kan bedenken waar hij aan moet werken. Het ziekte inzicht van betrokkene is beperkt en hij heeft weinig zicht op factoren die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het indexdelict. De financiële problemen van betrokkene blijven onderwerp van gesprek. De schulden en de gevolgen daarvan houden betrokkene zodanig bezig dat het snel de boventoon voert in een gesprek. De verwachting is dat via de huidige unit toegewerkt zal kunnen worden naar zelfstandig wonen. Wel heeft betrokkene nog langdurig toezicht en begeleiding/behandeling nodig en zal hij zelf ook gemotiveerd moeten zijn om recidive te voorkomen. Momenteel is de kernproblematiek nog onvoldoende behandeld. Het recidiverisico is nog niet naar een aanvaardbaar niveau teruggebracht om over te kunnen gaan naar een setting met een lager beveiligingsniveau. In geval van voorwaardelijke beëindiging van dwangverpleging wordt het risico ingeschat als matig tot hoog. Bij beëindiging van de terbeschikkingstelling is dat risico hoog. De kliniek adviseert, mede gelet op fase van het traject en de nog te nemen stappen, de maatregel met twee jaren te verlengen.
5.De beslissing
[betrokkene]met twee jaren.