ECLI:NL:RBOVE:2023:2138

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
12 juni 2023
Zaaknummer
C/08/288374 / HA ZA 22-401
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wanprestatie bij ontwikkeling van online platform door Webstores voor Heigo

In deze zaak vorderde Heigo Nederland B.V. dat Webstores B.V. wanprestatie had geleverd bij de ontwikkeling van een online platform. Heigo stelde dat Webstores gebruik had gemaakt van verouderde software en geen updates had uitgevoerd, wat leidde tot schade en de noodzaak tot herbouw van het platform. De rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, heeft op 7 juni 2023 geoordeeld dat Heigo niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen. De rechtbank concludeerde dat de overeenkomst tussen partijen een inspanningsverbintenis behelsde en geen resultaatsverbintenis. Heigo had onvoldoende onderbouwd dat Webstores zich had verbonden tot het leveren van een duurzaam werkend online platform. De rechtbank wees de vorderingen van Heigo af en veroordeelde haar in de proceskosten. De proceskosten aan de zijde van Webstores werden vastgesteld op € 1.872,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank verklaarde de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/288374 / HA ZA 22-401
Vonnis van 7 juni 2023
in de zaak van
HEIGO NEDERLAND B.V.,
te Gassel,
eisende partij,
hierna te noemen: Heigo,
advocaat: mr. B. van Treijen te Lent,
tegen
WEBSTORES B.V.,
te Hardenberg,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Webstores,
advocaat: mr. P.H.J. Nij Bijvank te Hardenberg.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 juli 2022;
- de akte producties 1-10 van Heigo;
- de conclusie van antwoord met 21 producties;
- de brief van 9 februari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte voor comparitie en overlegging productie 11, 12, 13 van Heigo;
- de mondelinge behandeling van 14 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekeningen van Heigo;
- de comparitieaantekeningen van Webstores.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Webstores heeft in opdracht van Heigo een online platform/portal voor Heigo ontwikkeld. Volgens Heigo heeft Webstores daarbij gebruik gemaakt van verouderde software en geen updates uitgevoerd waardoor totale herbouw nodig is en zij als gevolg hiervan schade heeft geleden. Heigo vordert dat voor recht wordt verklaard dat Webstores wanprestatie heeft geleverd en dat de zaak naar de schadestaatprocedure wordt verwezen. De vorderingen van Heigo zullen worden afgewezen. De rechtbank zal dat hierna toelichten. Voor het oordeel zijn de volgende feiten relevant.

3.De feiten

3.1.
Heigo is een groothandel in, onder meer, werkkleding.
3.2.
Webstores houdt zich onder meer bezig met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software.
3.3.
Op 18 juli 2016 heeft Webstores aan Heigo een offerte uitgebracht, die door Heigo op dezelfde dag is geaccepteerd, voor het ontwikkelen van een (vernieuwd) online platform. In deze offerte staat onder meer het volgende vermeld:

Graag bieden wij jullie deze begroting aan voor het realiseren van de elementen, zoals besproken en gedefinieerd voor de implementatie van het online platform.
De basis voor dit project is de Webmanager. Een door Webstores ontwikkeld Content Management Platform, dat uitgebreid kan worden met een groot aantal modules. Een belangrijk voordeel van de Webmanager is dat de redactie op een eenvoudige manier zelf zijn informatiekanalen kan beheren. Ook is de Webmanager uiterst flexibel, waardoor het mogelijk wordt om bestaande software en databases te koppelen of te integreren.
(…).
Back-end Techniek
Wij werken met een eigen ontwikkeld Content Management Systeem. Een platform dat als basis dient voor alle denkbare online kanalen, zoals (mobiele) websites, webshops, maatwerk webapplicaties, nieuwsbrieven en narrowcasting. Dankzij een unieke koppeling laten wij ons CMS moeiteloos samenwerken met de bestaande software van de klant.
(…).
De Webmanager is het door Webstores ontwikkelde Content Management Systeem. Een Content Management Systeem is een gebruiksvriendelijke webapplicatie, waarmee organisaties zelf hun informatiekanalen kunnen beheren, zoals:
Website, Webshop, Webapplicaties.
Het platform is uiterst flexibel waardoor het mogelijk wordt om bestaande software en databases te koppelen en/of te integreren. Hierdoor kan de Webmanager volledig worden afgestemd op de behoefte van de eindgebruiker.
De Webmanager bevindt zich in een beveiligde omgeving. Alleen bevoegde medewerkers hebben toegang. De Webmanager bestaat uit een aantal basisfunctionaliteiten. Hiermee kan de gebruiker:
  • centraal zijn afbeeldingen en bestanden beheren;
  • bewerkingen zoals verkleinen, draaien en bijsnijden op afbeeldingen uitvoeren;
  • de navigatie van de website structureren;
  • content (teksten, pagina's, nieuws) toevoegen en verwijderen in een gebruiksvriendelijke Nederlandstalige teksteditor (WYSIWYG).
De webmanager bouwen we achter elke applicatie en vormt dan ook de basis van onze producten en dienstverlening. We zijn dit systeem dan ook altijd aan het doorontwikkelen.
Agile werken betekent voor ons dat wij effectief kunnen inspelen op nieuwe wensen, eisen en trends. Wij zijn in staat snel multi-disciplinaire teams samen te stellen om maatwerk te leveren (…).
Dit betekent dat wij ons flexibel opstellen in de samenwerking. Webstores stelt specialisten beschikbaar waarvan de capaciteit in blokken (sprints) kan worden ingedeeld. In hechte samenwerking met de klant wordt (in de rol van Product Owner) bepaald welke werkzaamheden per sprint worden verricht. Dit resulteert in een gezonde samenwerking waarbij er realistisch omgegaan wordt met werkinschatting, indeling en opleververwachtingen.
In deze offerte leveren wij een capaciteitsvoorstel.
(…).
Bij het capaciteitsvoorstel wordt gekeken naar de doorlooptijd, beschikbaar budget en beschikbaarheid van specialisten. Hierbij geeft Webstores advies wat de capaciteit van een sprint is (dus hoeveel punten er naar schatting gerealiseerd kunnen worden) en het aantal sprints. De indeling van de concrete werkzaamheden in de betreffende sprint zal in overleg met de klant plaatsvinden. Dit kan doorlopend (na elke sprint) gewijzigd worden.”
3.4.
Op de tussen partijen gesloten overeenkomst zijn de “Algemene Voorwaarden Webstores B.V.” van toepassing verklaard.
3.5.
Namens Heigo waren vooral de heren [naam 1] , [naam 2] en (later)
[naam 3] bij de ontwikkeling van het online platform betrokken en namens Webstores waren dat vooral de heren [naam 4] en [naam 5] .
3.6.
Vanaf 2020 is tussen partijen discussie ontstaan over de door Webstores gebruikte tools en technieken voor de realisering van het digitale platform van Heigo.
3.7.
Op 13 januari 2020 hebben partijen een zogenoemde Escrowovereenkomst gesloten. Het doel van deze regeling was “
dat Heigo Nederland BV altijd de ontwikkelde webapplicatie(-s) kan blijven onderhouden, verder kan ontwikkelen (functies toevoegen, wijzigen en verwijderen) en kan gebruiken zonder afhankelijk te zijn van eventuele calamiteiten bij Webstores BV of een onderling onoplosbaar zakelijk geschil.”
3.8.
In het verlengde hiervan hebben partijen op 9 maart 2020 de “Overeenkomst tot overdracht van intellectuele eigendomsrechten tevens overeenkomst toepassing nieuwe algemene voorwaarden” gesloten. Als bijlagen bij deze overeenkomst zijn gevoegd (1) de door Heigo opgestelde “Handleiding [website] ” die een beschrijving bevat van (de werking van) de applicatie van Heigo, (2) de nieuwe algemene voorwaarden van Webstores (getiteld: “DDA-voorwaarden van Webstores B.V.”) en (3) een overzicht van de door Webstores gebruikte tools en licenties voor de realisering van het online platform van Heigo.
3.9.
Medio 2021 heeft Webstores Heigo gewezen op de noodzaak van migratie van het door haar voor Heigo ontwikkelde online platform. Op 23 augustus 2021 heeft Webstores hierover een presentatie gegeven op het kantoor van Heigo. Nadat Heigo eind 2021 een second opinion van Enrise B.V. te Amersfoort (hierna: Enrise) had gevraagd, hebben partijen op 17 januari 2022 een vervolggesprek gehad, waarna e-mailcorrespondentie is gevolgd. Partijen zijn daarbij niet tot nadere afspraken gekomen.
3.10.
Op 28 februari 2022 hebben partijen de “Service Level Agreement 2022” (SLA) gesloten. Het doel van deze overeenkomst is om vast te leggen welke afspraken gelden tussen partijen met betrekking tot het verhelpen van storingen van het digitale platform van Heigo dat door Webstores is ontwikkeld. De overeenkomst is uitsluitend van toepassing op het verhelpen van storingen en essentiële updates in het functioneren van het digitaal platform van Heigo (artikel 1.1).
3.11.
Bij brief van 12 juli 2022 heeft Heigo Webstores aansprakelijk gesteld “
voor de tekortkomingen in de gemaakte software, die niet de levensduur had die verwacht mocht worden”. Webstores heeft iedere aansprakelijkheid afgewezen.

4.Het geschil

4.1.
Heigo vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
(1) voor recht zal verklaren dat Webstores jegens Heigo toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenis tot het ontwikkelen, leveren en onderhouden van software;
(2) de zaak zal verwijzen naar de schadestaatprocedure voor de omvang van de schade;
(3) Webstores zal veroordelen in de proceskosten en de kosten van de (gerechts)deskundige.
Standpunt Heigo
4.2.
Aan haar vorderingen legt Heigo, samengevat, ten grondslag dat Webstores tegenover haar toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht doordat Webstores geen duurzaam online platform heeft ontwikkeld, geleverd en onderhouden. Heigo stelt dat Webstores als opdrachtnemer de ingevolge artikel 7:401 BW op haar rustende zorgplicht heeft geschonden door verouderde software, zoals CakePHP versie 1.3, te gebruiken en geen updates uit te voeren waardoor totale herbouw van het online platform nodig is. Volgens Heigo is Webstores haar toezegging niet nagekomen om een flexibel duurzaam product te ontwikkelen. Ter onderbouwing van haar standpunt verwijst Heigo onder meer naar het rapport van Enrise van 24 december 2021. Heigo stelt dat haar schade, die zij door de tekortkoming van Webstores heeft geleden, moet worden begroot op basis van de aanschafprijs van het product van Webstores (€ 552.362,00) – zonder de onderhoudskosten – minus een normale afschrijving van de levensduur (10 jaar). Op basis van deze uitgangspunten en een gebruiksperiode van 2½ jaar bedraagt de schade
€ 414.271,00 (7½ / 10 x € 552.362,00), aldus Heigo. Teneinde de aansprakelijkheid van Webstores en de omvang van de schade vast te stellen verzoekt Heigo de rechtbank om een gerechtsdeskundige te benoemen, waarna zij haar eis zal wijzigen in een (concreet) schadebedrag.
Standpunt Webstores
4.3.
Webstores betwist dat zij tegenover Heigo heeft gegarandeerd software te ontwikkelen die tot in lengte der jaren geheel actueel zou blijven. Volgens Webstores was de kern van de samenwerking tussen partijen dat zij “slechts” ontwikkelcapaciteit aan Heigo beschikbaar zou stellen, waarbij geen afspraken zijn gemaakt over de door Webstores toe te passen software bij de ontwikkeling van het online platform. Webstores stelt dat zij reeds op 19 december 2016 de eerste release (versie 1.0.0) van de applicatie heeft opgeleverd en dat Heigo haar klanten vanaf 2017 aan het platform (gefaseerd) heeft toegevoegd. Voorts wijst Webstores erop dat zij al vanaf begin 2020 nieuwe, modernere technieken heeft gebruikt, zoals Symfony, voor de noodzakelijke doorontwikkeling van het platform van Heigo en dat zij Heigo in dat kader meerdere keren heeft geadviseerd om te migreren. Volgens Webstores kan Heigo nog tot in ieder geval april 2026 probleemloos gebruik maken van haar huidige platform. Webstores meent dat aan het rapport van Enrise geen betekenis kan worden toegekend en dat dit rapport bovendien op onderdelen feitelijk onjuist is. Ook betwist Webstores de door Heigo gestelde schade.
Webstores concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Heigo, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Heigo in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen zal de rechtbank hierna, voor zover nodig voor de beoordeling van het geschil, nader ingaan.

5.De beoordeling

5.1.
Ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv rust op Heigo de stelplicht en, bij gemotiveerde betwisting, de bewijslast van haar stelling dat Webstores tegenover haar wanprestatie heeft geleverd. De rechtbank is van oordeel dat Heigo niet aan haar stelplicht heeft voldaan. Zij zal daarom niet tot nadere bewijslevering worden toegelaten. Daartoe geldt het volgende.
Uitleg overeenkomst
5.2.
Partijen verschillen van mening over de vraag wat zij met elkaar hebben afgesproken. Heigo stelt zich op het standpunt dat Webstores voor haar een digitaal platform zou ontwikkelen, leveren en onderhouden waarvan de basis (de Webmanager) duurzaam bruikbaar zou zijn (minimaal 10 jaar), terwijl Webstores meent dat zij alleen ontwikkelcapaciteit zou leveren en geen duurzame software.
5.3.
De rechtbank overweegt dat de uitleg van een overeenkomst dient te geschieden aan de hand van de zogenoemde ‘Haviltex-maatstaf’. Deze maatstaf houdt in dat het bij de uitleg van een schriftelijk contract aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bewoordingen van de overeenkomst mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang, in hun onderlinge samenhang bezien.
5.4.
Bij de uitleg van wat partijen overeengekomen zijn acht de rechtbank met name de volgende omstandigheden van belang.
Heigo heeft een softwaresysteem waarmee de personeelsafdeling van een klant bestellingen bij Heigo kan plaatsen voor producten. Zij is vervolgens door de heer [naam 2] , voornoemd, in contact gebracht met Webstores in verband met haar wens tot vernieuwing van dit systeem. De offerte van 18 juli 2016 is het vertrekpunt van de samenwerking tussen partijen. Behalve hetgeen in r.o. 3.3 uit deze offerte is geciteerd is daarin ook opgenomen dat Webstores een backlog heeft samengesteld en een initiële inschatting heeft gemaakt op basis van het aangeleverde pakket van eisen (zoals dit onder meer is beschreven in de “Handleiding [website] ”, zie productie 5 van Webstores). Voorts heeft Webstores een MVP (Minimal Viable Product) analyse gemaakt op basis van de indeling zoals aangegeven in het aangeleverde pakket van eisen en eerdere communicatie, die ruwe schattingen van de verwachte werkzaamheden omvat. Vervolgens heeft Webstores een capaciteitsanalyse uitgevoerd met 30 november 2016 als beoogde MVP releasedatum. In de offerte is hierover het volgende opgenomen:
“Wij stellen een totaal van 10 sprints a 2 weken per sprint voor (aanvang maandag 1 Augustus) met een capaciteit van 60 uur per sprint. Hierbij dekken we de 4 maanden doorlooptijd tot aan de beoogde release en 2 weken professionele kwaliteitscontrole na live-gang. Wij concluderen dat er nog een negatief scope verschil is van 300 punten binnen de MVP. Dat wil zeggen dat de minimale begrootte werkzaamheden, niet volledig gedekt kunnen worden.”
Webstores heeft daarna een capaciteitsvoorstel gedaan van 10 sprints van in totaal 600 uur tegen een uurtarief van € 87,50 = € 52.500,00 minus een korting van € 3.400,00 =
€ 49.100,00 met daarbij gevoegd een globale planning inclusief een aantal deadlines. Voorts heeft Webstores aangegeven dat zij als primaire doelstelling een tijdige oplevering nastreeft van een MVP op 30 november 2016 en dat daarnaast capaciteit is inbegrepen voor kwaliteitswaarborging tijdens de post-productie (nazorg); hieronder vallen testen, meten (analytics), stabiliteits- en snelheidsoptimalisatie.
5.5.
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat Heigo onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat Webstores zich jegens Heigo heeft verbonden tot het leveren van een product (lees: een duurzaam werkend online platform zoals Heigo dat bedoelt, dat wil zeggen met een levensduur van minimaal 10 jaar). Nergens wordt gesproken over het tot stand brengen door Webstores van een bepaald product met een bepaalde levensduur tegen een bepaald bedrag. De rechtbank is van oordeel dat de overeenkomst tussen partijen op niets anders betrekking heeft dan op het beschikbaar stellen van capaciteit door Webstores ten behoeve van de ontwikkeling van een online platform voor Heigo, zoals Webstores ook heeft bepleit. Ook de latere offerte van Webstores van 17 januari 2020, die weliswaar niet door Heigo is geaccepteerd, is daarvoor illustratief, aangezien ook die is gebaseerd op hetzelfde uitgangspunt: het maandelijks inkopen van een bepaald aantal uren (sprintbundel) voor de (structurele) doorontwikkeling van de portal en doorlopend onderhoud en ondersteuning; meer concreet ziet deze sprintbundel op de werkzaamheden die samenhangen met de OCI-koppeling (zie producties 13 en 14 van Webstores). De begeleidende e-mail van [naam 6] , (destijds) projectmanager van Webstores, spreekt ook letterlijk over “
capaciteitsreservering”. Dat Webstores alleen ontwikkelcapaciteit beschikbaar zou stellen, volgt ook met zoveel woorden uit de e-mail van [naam 7] , (destijds) Customer Success Manager van Webstores, van 15 juli 2021 en de presentatie die Webstores op 23 augustus 2021 bij Heigo heeft verzorgd (zie producties 4 en 5 van Heigo).
Op basis van deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat de overeenkomst tussen partijen een inspanningsverbintenis behelsde en geen resultaatsverbintenis.
Verouderde software en geen updates?
5.6.
Heigo verwijt Webstores dat zij bij de ontwikkeling van het platform gebruik heeft gemaakt van verouderde software en technieken en dat zij geen updates heeft uitgevoerd waardoor complete herbouw van haar platform/portal nodig is.
5.7.
Voor zover dit verwijt van Heigo betrekking heeft op het door Webstores gebruikte besturingssysteem Ubuntu versie 16.04.6 LTS (Xenial Xerus), stelt de rechtbank vast dat dit systeem bij aanvang van de werkzaamheden van Webstores medio 2016 actief en gangbaar was en dat Webstores tijdens haar presentatie op 23 augustus 2021 (zie r.o. 3.9) – in een vroeg stadium en daarmee ruimschoots op tijd – Heigo erop heeft gewezen dat dit systeem eind 2023 “End Of Life” (EOL) zal zijn (tussen partijen staat niet ter discussie dat deze einddatum blijkens de website van Ubuntu inmiddels is verlengd tot 2026), dat in verband met mogelijke risico’s met betrekking tot stabiliteit, performance en veiligheid migratie naar een nieuwe techniek (Symfony versie PHP 8.x) noodzakelijk is en dat hierover tussen partijen meerdere gesprekken zijn geweest zonder concrete uitkomst. Daarbij heeft Webstores onweersproken gesteld dat zij drie opties aan Heigo heeft voorgelegd – te weten: (a) migratie van haar systeem met Webstores, (b) migratie met een andere IT-leverancier en (c) migratie met een eigen team van Heigo – en dat Heigo aanvankelijk voor optie (a) heeft gekozen totdat zij (in de ogen van Webstores: plotseling) is overgestapt naar Enrise. Heigo heeft dit onvoldoende weersproken.
5.8.
Dit geldt ook ten aanzien van het verwijt van Heigo dat Webstores CakePHP, Elasticsearch en JQuery als verouderde tools heeft gebruikt voor het bouwen van de portal van Heigo. Uit bijlage 3 van de Overeenkomst tot overdracht van IE-rechten, genaamd “Overzicht van tools en techniek t.b.v. Heigo Applicatie”, blijkt dat de backend van deze applicatie draait op PHP versie 5.6.40, dat de producten zijn opgenomen in de database en voor het zoeken geïndexeerd in een Elasticsearch index (Elasticsearch versie 5) en dat de code is gemaakt in het CakePHP 1.3.21 framework. Volgens diezelfde bijlage wordt voor de website een eigen ontwikkeld frontend framework gebruikt met een aantal third party javascript plugins, o.a. JQuery 2 (zie productie 7 van Webstores). Daarvan heeft Heigo gesteld dat CakePHP 1.3.21 weliswaar op 1 maart 2015 is uitgebracht maar dat deze direct EOL werd, “
omdat ontwikkelaars al zijn overgestapt op het in maart 2015 beschikbare CakePHP 3.0”. Daartoe verwijst Heigo naar het door haar als productie 11 overgelegde nieuwsbericht van de ontwikkelaar van dit framework van 1 november 2015.
5.9.
Webstores heeft dit gemotiveerd betwist door erop te wijzen dat in het door Heigo aangehaalde nieuwsbericht slechts de onmiddellijke beschikbaarheid van CakePHP 1.3.21 is aangekondigd, dat er geen toekomstige beveiligingsupdates voor deze releasereeks zullen zijn en dat ontwikkelaars in overweging wordt gegeven om te upgraden naar de 2.x releaseserie om bug- en securityfixes te blijven ontvangen. In dit verband heeft Webstores erop gewezen dat CakePHP een open source broncode is en slechts één van de tools was waarvan zij gebruik heeft gemaakt bij de ontwikkeling van het platform van Heigo, dat CakePHP 1.3 pas op 21 september 2016 – dus na de totstandkoming van de overeenkomst tussen partijen – EOL was en dat dit niet “het einde van de wereld betekent”, zoals Heigo ten onrechte doet voorkomen, maar slechts dat vanaf dat moment het onderhoud en de ondersteuning stoppen. Als er bovendien een probleem zou zijn rond CakePHP, dan had Webstores op grond van de overeenkomst met Heigo dat zelf moeten oplossen, aldus Webstores. Daarbij heeft Webstores opgemerkt dat Heigo er bewust voor heeft gekozen om over te stappen naar een ander ORM systeem, te weten Doctrine 2, onderdeel van het Symfony PHP Framework en dat dit framework al sinds enkele jaren door Webstores wordt gebruikt bij de verdere ontwikkeling van het platform van Heigo waarop al in 2020 bijvoorbeeld het Budgetten Systeem is gebouwd. Tot slot wijst Webstores erop dat op verzoek van Heigo met betrekking tot haar platform in de afgelopen jaren meerdere audits hebben plaatsgevonden en zelfs een zogenaamde PEN-test (een soort “hackpoging”), die zijn bedoeld om te controleren of er veiligheidsrisico’s bestaan, en dat daaruit nimmer iets is voortgekomen. Heigo heeft dit alles onvoldoende weersproken.
5.10.
In het licht van het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gezegd dat Webstores enig verwijt treft bij de ontwikkeling van het online platform voor Heigo, nog los van de vraag wat dat voor de bedrijfsvoering van Heigo had betekend als dat wel het geval zou zijn geweest. Weliswaar wijst Enrise in haar rapport op kwetsbaarheden in de pakketten Elasticsearch (versie 5) en JQuery (versie 2) waarmee “de veiligheid van de gebruikers, maar ook de veiligheid van alle gegevens in de applicatie niet te waarborgen” is, maar Heigo heeft dat laatste onvoldoende concreet toegelicht.
5.11.
Ten aanzien van het rapport van Enrise heeft Webstores bovendien onder meer gesteld dat de bevindingen van Enrise zijn gebaseerd op “
aangeleverde documentatie (daterend maart 2020)”, terwijl onduidelijk is welke documentatie dat is en of de inhoud van de tussen partijen gemaakte afspraken daarvan deel uitmaakt. Ook wijst Webstores erop dat zij niet bij de totstandkoming van het rapport van Enrise is betrokken en dat Enrise zelf stelt dat haar bevindingen een “
eerste indicatie” zijn en dat een daadwerkelijke applicatiescan nodig zal zijn om haar conclusies te toetsen en verifiëren en dat deze scan (kennelijk) niet heeft plaatsgevonden. Volgens Webstores bevat het rapport van Enrise ook feitelijke onjuistheden, omdat daarin volgens haar onder meer ten onrechte is gesteld dat Webstores heeft aangegeven dat CakePHP per maart 2023 niet meer wordt ondersteund en dat een herbouw van de gehele applicatie in PHP Symfony de enige optie is en ook dat CakePHP per 1 november 2015 EOL zou zijn.
Nu Heigo dit gemotiveerde verweer van Webstores onvoldoende heeft weersproken, is de rechtbank van oordeel dat Heigo haar standpunt dat Webstores toerekenbaar is tekortgeschoten niet (mede) op het rapport van Enrise kan stoelen, dat overigens vrij summier is. Daarbij betrekt de rechtbank dat Heigo evenmin het standpunt van Webstores heeft bestreden dat Enrise in haar blogs (zie producties 18 t/m 21 van Webstores) de noodzaak van voortdurende doorontwikkeling van software onderkent en daarin de visie van Webstores deelt.
5.12.
Tegen deze achtergrond is de rechtbank van oordeel dat niet geconcludeerd kan worden dat Webstores als opdrachtnemer/softwareontwikkelaar tegenover Heigo onzorgvuldig heeft gehandeld. Van een tekortkoming aan de zijde van Webstores is onvoldoende gebleken. Daarvoor heeft Heigo te weinig gesteld om tot nadere bewijslevering te kunnen worden toegelaten. De vraag of Webstores in verzuim is geraakt, behoeft daarom geen bespreking. Bij haar oordeel neemt de rechtbank in aanmerking dat Webstores onweersproken heeft gesteld dat zij het platform/de portal van Heigo tot de aansprakelijkstelling van Heigo heeft doorontwikkeld en zelfs daarna nog heeft ondersteund, dat Heigo deze applicaties tot op de dag van vandaag zonder problemen gebruikt en dat Heigo dit gebruik tot in ieder geval 2026 kan blijven voortzetten.
Conclusie
5.13.
De rechtbank komt tot de slotsom dat de vorderingen van Heigo moeten worden afgewezen.
Proceskosten
5.14.
Heigo is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Webstores als volgt vastgesteld:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 1.196,00(2 punten x tarief € 598,00)
Totaal € 1.872,00
5.15.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.16.
De gevorderde wettelijke handelsrente over de proceskosten is niet toewijsbaar, omdat proceskosten geen betrekking hebben op een handelsovereenkomst als bedoeld in artikel 6:119a lid 1 BW. De (reguliere) wettelijke rente zal worden toegewezen op de wijze als hierna vermeld.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van Heigo af,
6.2.
veroordeelt Heigo in de proceskosten, aan de zijde van Webstores tot dit vonnis vastgesteld op € 1.872,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
6.3.
veroordeelt Heigo in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Heigo niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
6.4.
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023. (PS)