ECLI:NL:RBOVE:2023:2154

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
12 juni 2023
Zaaknummer
08.760169.18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met voorwaarden van verdachte na eerdere terbeschikkingstelling en recidive risico

Op 8 juni 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1972, die eerder ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, met de toevoeging van de voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde zich laat behandelen in een verslavingskliniek indien de reclassering dat nodig acht. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 25 mei 2020 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een verlengingsadvies van de reclassering en een pro Justitia rapportage van een psychiater. De terbeschikkinggestelde heeft in het verleden problemen gehad met drugsgebruik, maar heeft zich over het algemeen goed gehouden aan de voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een stoornis en recidiverisico, en dat de terbeschikkinggestelde baat heeft bij professionele begeleiding. De rechtbank heeft besloten dat het drugsgebruik van de terbeschikkinggestelde gemonitord moet worden en dat hij zich moet houden aan de voorwaarden die zijn gesteld. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-760169-18
Datum uitspraak: 8 juni 2023
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven op het adres: [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde
.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 mei 2020 ter beschikking gesteld, waarbij betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde voorwaarden zijn gesteld, na bewezenverklaring van de misdrijven:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Het gerechtshof heeft daarbij overwogen dat het misdrijven betreft die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon, zodat de totale duur van de terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven kan gaan.
De maatregel van terbeschikkingstelling is ingegaan op 25 mei 2020. De aan de maatregel verbonden voorwaarden zijn bij beslissing van deze rechtbank van 27 juli 2021 gewijzigd. De terbeschikkingstelling is verlengd bij beslissing van de rechtbank van
30 juni 2022 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 10 mei 2023.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van Reclassering Nederland van 3 februari 2023, opgemaakt en ondertekend door C. Harwig, reclasseringswerker en F. Vellema, unitmanager;
  • de pro Justitia rapportage van drs. H.A. Gerritsen, psychiater, van 2 mei 2023;
  • een drietal voortgangsverslagen van Reclassering Nederland over de periode van

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 6 april 2023 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
25 mei 2023. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde , bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede;
  • de officier van justitie mr. L. van der Werff;
  • C. Harwig, voornoemd, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met een jaar. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat de door de reclassering geadviseerde voorwaarde betreffende de behandeling bij een forensische (verslavings)polikliniek wordt toegevoegd. Volgens de officier van justitie hoeft het drugsverbod als voorwaarde niet toegevoegd te worden.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben primair bezwaar tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de terbeschikkinggestelde zich aan de voorwaarden houdt en er geen sprake is geweest van recidive, psychoses of andere incidenten. De terbeschikkinggestelde heeft – na het schrappen van het drugsverbod – geoefend met drugsgebruik. Hij heeft steeds melding gemaakt van dit drugsgebruik. Het zou, gezien het schrappen van het drugsverbod, onterecht zijn als dit hem nu zou worden aangerekend.
Ten aanzien van de wijziging van de voorwaarden heeft de raadsman opgemerkt dat hier gelet op art. 6:6:10 Sv een afzonderlijke procedure voor nodig is en dat de reclassering dit niet zomaar mag verzoeken. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de behandeling aan te houden voor een termijn van drie maanden om te onderzoeken of een zorgmachtiging een mogelijkheid zou kunnen zijn.

4.De beoordeling

De vordering is op 6 april 2023 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de reclassering, de pro Justitia rapportage, alsmede de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de reclassering
Uit het verlengingsadvies van de reclassering komt, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren. In december 2022 heeft de terbeschikkinggestelde zijn voornemen om naar het buitenland te vertrekken laten varen en het initiatief genomen om een woning in Zwolle te bemachtigen. Hij komt in aanmerking voor een woning van de woningbouwvereniging via een speciale regeling welke onderdeel is van een afspraak tussen de reclassering en de woningbouwvereniging. De terbeschikkinggestelde heeft het afgelopen jaar geld gespaard en hij heeft geprobeerd te werken bij een schildersbedrijf. Dit laatste hield hij niet lang vol. Momenteel heeft hij geen gestructureerde dagbesteding. De reclassering acht dit wel van belang gelet op zijn psychisch welzijn, structuur, ritme, het voorkomen van sociaal isolement en het voorkomen van terugval in middelengebruik. De terbeschikkinggestelde zit thuis en richt zich op het maken van gedichten. Het niets om handen hebben en het ontbreken van dagstructuur lijken hem geen goed te doen. Begin december 2022 maakt hij melding dat hij zich depressief voelt. De terbeschikkinggestelde is niet voldoende open geweest over zijn drugsgebruik. Hij heeft achteraf melding gemaakt dat hij in de maand november 2022 iedere week wel een keer speed heeft gebruikt. Hij toont zich ambivalent over middelengebruik en bagatelliseert dit. De afgelopen maanden lijkt hij teruggevallen te zijn in zijn oude verslaving(sgedrag). Als de reclassering de terbeschikkinggestelde op 6 januari 2023 bezoekt, is vrij snel duidelijk dat hij onder invloed is van speed. Op 1 februari 2023 had de reclassering een gesprek met de terbeschikkinggestelde waaruit bleek dat hij de voorgaande nachten niet had geslapen door speedgebruik. Uit dit gesprek is ook gebleken dat hij tijdens zijn klinische opname op de afdeling De Boog speed heeft gebruikt. Dit liet hij invoeren door een kennis. Dit doet het risico op psychische problematiek en eventuele terugval in een psychose toenemen. Kijkende naar de voorwaarde en het doel dat was gesteld, namelijk alcohol- en eventueel drugsgebruik in goede banen kunnen leiden (niet psychotisch worden), is er in samenspraak met Meesterwerk afgesproken hem nauwlettend te blijven monitoren en het onderwerp van gesprek te laten blijven. De reclassering is van mening dat de terbeschikkinggestelde baat blijft hebben bij een extern (gedwongen) kader met daaraan gekoppeld professionele ondersteuning zoals die van Meesterwerk. Gezien de verslavingsproblematiek zou hij ook baat kunnen hebben bij een ambulante verslavingsbehandeling. De reclassering voorziet een risico op maatschappelijke teloorgang als hij structureel drugs blijft gebruiken. Het blijft van belang dat de terbeschikkinggestelde een vast woonadres en zinvolle dagbesteding heeft. Daarnaast dient er aandacht te zijn voor de medicatie, gezien de wens van de terbeschikkinggestelde om deze in dosering te verminderen. De reclassering adviseert de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verlengen voor de duur van een jaar.
Hierbij adviseert de reclassering om de voorwaarden uit de beslissing van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, van 30 juni 2022 te wijzigen, in die zin dat de volgende twee voorwaarden worden toegevoegd:
- de terbeschikkinggestelde gebruikt geen drugs tenzij in overleg en met toestemming van de reclassering. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan urinecontroles met als doel om inzicht te krijgen in eventueel gebruik van drugs. De reclassering bepaalt hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd;
- betrokkene laat zich behandelen bij een forensische (verslavings)polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
De toelichting van deskundige Harwig ter zitting
De deskundige heeft het advies toegelicht en, zakelijk weergegeven, daaraan toegevoegd dat de reclassering blijft bij het advies dat de terbeschikkingstelling met een jaar moet worden verlengd. De terbeschikkinggestelde is stabiel en niet psychotisch. Over het algemeen heeft hij zich goed ingezet om zich aan de voorwaarden te houden. Sinds enkele weken is hij verhuisd naar een woning in Zwolle. Daar wordt hij ambulant begeleid door Meesterwerk. De begeleidingsintensiteit wordt minder. Het is van belang om te monitoren wat het effect daarvan is. Er is een WLZ-aanvraag (Wet Langdurige Zorg) gedaan met als doel de begeleiding van Meesterwerk te kunnen continueren, mocht de maatregel eindigen. Het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) neemt vervolgens een indicatiebesluit. Er blijven zorgen bestaan over het drugsgebruik. Vanaf het begin van dit jaar werden positieve urinecontroles geconstateerd. In april 2023 heeft de terbeschikkinggestelde nog een terugval gehad. Hij maakte zelf ook (pas achteraf) melding van drugsgebruik. In het rapport heeft de reclassering geadviseerd om een drugsverbod als voorwaarde toe te voegen. In de afgelopen periode is geen sprake geweest van een psychose of ontregeling. De reclassering acht een drugsverbod daarom inmiddels niet meer passend. Wel is het van belang dat de terbeschikkinggestelde blijft meewerken aan urinecontroles. Met betrekking tot de geadviseerde ambulante verslavingsbehandeling dient toegevoegd te worden: ‘
indien de reclassering dat nodig acht’. De terbeschikkinggestelde heeft de wens de dosis van zijn antipsychoticum te verlagen. Dit zou door een forensisch deskundige gemonitord moeten worden. Medicatiegebruik en dagbesteding zijn belangrijke factoren voor structuur. De reclassering betwijfelt of het voor de terbeschikkinggestelde mogelijk is om dagbesteding te blijven behouden. De intentie is er echter wel.
Het rapport van de psychiater
Uit het rapport van de psychiater komt, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren. Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een schizoaffectieve stoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis, speed en alcohol, deels in remissie onder toezicht (met terugvallen het afgelopen jaar) en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. De terbeschikkinggestelde heeft het afgelopen jaar geen behandeling gehad. Hoewel hij zich realiseert dat een antipsychoticum noodzakelijk is om toekomstige psychosen te voorkomen, wil hij graag dat zijn antipsychoticum (olanzapine) in dosering wordt verlaagd wegens sufheid. De terbeschikkinggestelde heeft enig inzicht in de vastgestelde schizoaffectieve stoornis, de verslavingsproblematiek en in zijn kwetsbare persoonsfactoren. Toch stelt hij dat hij af en toe speed moet kunnen blijven gebruiken, temeer omdat hij het afgelopen jaar niet psychotisch is geworden van het gebruik hiervan. Onder bepaalde omstandigheden, zoals verblijf in een woning van Meesterwerk met woonbegeleiding en reclasseringstoezicht, voortzetting van het huidige antipsychoticum en het abstinent blijven van middelen, wordt het risico op een nieuw geweldsdelict op de korte, middellange en lange termijn door de psychiater als laag ingeschat. Lastiger voorspelbaar blijft het recidiverisico zonder de terbeschikkingstelling en zonder professionele behandeling en begeleiding. Dit risico is – voor zover te overzien – op de korte en (middel)lange termijn laag tot laag-matig bij voortzetting van het antipsychoticum en zonder gebruik van middelen. Dit risico kan oplopen tot matig-hoog indien de terbeschikkinggestelde terugvalt in het gebruik van middelen en zijn antipsychoticum staakt. Nu de reclassering de teugels enigszins heeft losgelaten om te toetsen hoe de terbeschikkinggestelde op eigen benen functioneert, komen zijn kwetsbare persoonsfactoren, zoals zelfoverschatting en een zeer sterke autonomiegevoeligheid, nog duidelijker naar voren. De terbeschikkinggestelde is vanwege het stabiele functioneren en het niet hebben van een hulpvraag voor behandeling eerder afgewezen bij JusTact en De Tender. Ondanks deze afwijzingen zou de psychiater het – gelet op de complexe problematiek, de langdurige en uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis in de geestelijke gezondheidszorg en de medicamenteuze behandeling met aan antipsychoticum – raadzaam vinden als de terbeschikkinggestelde een laagfrequent contact blijft houden op een forensische polikliniek. Dit geldt ook na het te zijner tijd beëindigen van de maatregel. Als het de terbeschikkinggestelde niet lukt om zijn middelengebruik (voldoende) onder controle te krijgen, dan zou verwijzing naar een ambulante instantie voor verslavingsproblematiek een mogelijkheid zijn. Het is van belang dat de terbeschikkinggestelde een volgende stap kan zetten naar meer zelfstandigheid in de vorm van zelfstandig wonen met woonbegeleiding op afstand. Daarnaast is het van belang dat hij meer netwerk krijgt, al is het zeer de vraag of hij daarvoor open staat. Ten slotte blijft de dagbesteding een aandachtspunt. Het is de bedoeling dat hij binnenkort gaat starten met een opleiding als ervaringsdeskundige bij het Leger des Heils. De psychiater acht het van belang om de terbeschikkinggestelde nog een jaar te kunnen volgen, zodat de nieuwe stappen richting zelfstandigheden gemonitord kunnen worden. De psychiater adviseert dan ook de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Het komende jaar zou dan onderzocht kunnen worden of de terbeschikkingstelling kan worden afgewikkeld als de terbeschikkinggestelde zich meewerkend opstelt voor wat betreft de aanmelding bij de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK), het continueren van antipsychotica en het niet gebruiken van soft- en harddrugs en gelimiteerd alcoholgebruik.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank stelt vast, op basis van het verlengingsadvies en de pro Justitia rapportage, dat er nog sprake is van een stoornis en van recidiverisico.
De rechtbank ziet dat de terbeschikkinggestelde zich de afgelopen periode over het algemeen goed heeft ingezet om zich aan de voorwaarden te houden. De terbeschikkinggestelde is sinds kort verhuisd naar een eigen woning, en nog niet duidelijk is of de begeleiding van Meesterwerk zonder de titel van terbeschikkingstelling kan worden voortgezet. Er is sprake van af en toe gebruik van drugs (speed), wat de terbeschikkinggestelde achteraf meldt aan de reclassering, en waarbij hij ook heeft aangegeven dat het enkele malen te veel was. Hij is sinds kort daar bewuster en beperkter in. De terbeschikkinggestelde is al enkele jaren christen en ervaart steun aan het geloof. Verder is gebleken dat de terbeschikkinggestelde al geruime geen dagbesteding heeft. Dit lijkt hem geen goed te doen, aangezien hij gebaat is bij ritme en structuur. Weliswaar is hij bezig met een concrete invulling en is hij voornemens als ervaringsdeskundige te gaan werken voor het Leger des Heils, maar het is nog niet duidelijk of dat lukt. Ook heeft hij de wens uitgesproken om de dosering van zijn antipsychoticum te verlagen. Zonder bepaalde beschermende factoren, zoals de voortzetting van het huidige antipsychoticum, het abstinent blijven van middelen en het hebben van dagbesteding, wordt het recidiverisico door de psychiater ingeschat als matig tot hoog.
In de verlengingsbeslissing van 30 juni 2022 is onder meer als doel gesteld om alcohol- en drugsgebruik in goede banen te leiden (niet psychotisch worden). Het drugsverbod is toen om die reden als voorwaarde geschrapt. Ondanks het gebruik van speed in de afgelopen periode, is de terbeschikkinggestelde niet psychotisch geworden noch hebben er incidenten plaatsgevonden. Om die reden acht de rechtbank het niet passend om opnieuw een drugsverbod als voorwaarde op te leggen. De rechtbank ziet echter ook dat de terbeschikkinggestelde door het gebrek aan dagbesteding eerder in een sociaal isolement terecht zal komen en daardoor mogelijk zal terugvallen in drugsgebruik. Het wordt daarom wel van belang geacht dat het drugsgebruik het komende jaar gemonitord blijft door middel van urinecontroles en dat de terbeschikkinggestelde het drugsgebruik meteen onderwerp van gesprek laat zijn. Mocht het drugsgebruik toch uit de hand lopen, dan acht de rechtbank het van belang dat de terbeschikkinggestelde – mocht de reclassering dat noodzakelijk achten – een verslavingsbehandeling zal volgen. Het structureel blijven gebruiken van drugs zou namelijk het risico op maatschappelijke teloorgang kunnen verhogen. Er is sprake van complexe problematiek en een langdurige en uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis in de geestelijke gezondheidszorg, waar de psychiater op wijst. De rechtbank zal dan ook de door de reclassering geadviseerde voorwaarde hieromtrent toevoegen, zoals ook gevorderd door de officier van justitie.
De terbeschikkinggestelde heeft pas net de volgende stap gezet in de richting van meer zelfstandigheid. Daar komt bij dat hij geen dagbesteding heeft en de dosering van zijn antipsychoticum wil verlagen. Deze beschermende factoren zijn voor de terbeschikkinggestelde nu juist van groot belang om stabiel te blijven functioneren. Het wegvallen van deze beschermende factoren doet het recidiverisico toenemen. De rechtbank acht het om die reden van belang dat de terbeschikkinggestelde nog een jaar gemonitord wordt. In dit jaar kan worden bekeken hoe de terbeschikkinggestelde omgaat met het zelfstandig wonen met ambulante begeleiding, het hebben van een dagbesteding en het eventueel verminderen van de dosering van het antipsychoticum.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met voorwaarden om die redenen met een jaar verlengen. De voorwaarden blijven, behoudens na te melden toevoeging, onverkort van kracht.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[verdachte]met een jaar;
- bepaalt dat de volgende voorwaarde wordt toegevoegd aan de voorwaarden zoals opgenomen in de beslissing van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, van 30 juni 2022:
9. de terbeschikkinggestelde laat zich, indien de reclassering dat nodig acht, behandelen bij een forensische (verslavings)polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. C. Verdoold en mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. Gottemaker als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 juni 2023.
Buiten staat
Mr. A. van Holten is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.