ECLI:NL:RBOVE:2023:216

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
10036731 \ CV EXPL 22-2785
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur of verkoop van glasvezelnetwerk tussen Fore Freedom B.V. en Plinq B.V.

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Fore Freedom B.V. en Plinq B.V. over de vraag of er sprake is van een huur- of verkoopovereenkomst met betrekking tot het glasvezelnetwerk De Noenes. De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen in 2016 in contact zijn gekomen om een overeenkomst te sluiten voor de exploitatie van het netwerk, maar dat er geen ondertekende overeenkomst is gekomen. In de periode daarna hebben partijen verschillende correspondentie uitgewisseld over de verkoop van het netwerk, maar ook hier is geen definitieve overeenkomst tot stand gekomen. De kantonrechter concludeert dat er een tijdelijke huurovereenkomst is ontstaan, waarbij Plinq het netwerk heeft gebruikt tegen een maandelijkse vergoeding. Plinq heeft echter vanaf januari 2022 haar betalingsverplichtingen niet nagekomen, waardoor Fore Freedom gerechtigd was de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft de vorderingen van Fore Freedom in conventie toegewezen, waaronder de betaling van huurachterstand en de ontruiming van het netwerk. De vorderingen van Plinq in reconventie zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10036731 \ CV EXPL 22-2785
Vonnis van 17 januari 2023
in de zaak van
FORE FREEDOM B.V.,
gevestigd te Rhoon,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
hierna te noemen: Fore Freedom,
gemachtigde: mr. M.A.M. Bannenberg,
tegen
PLINQ B.V.,
gevestigd te Dalfsen,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Plinq,
gemachtigde: mr. A. Ben Daoued.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 oktober 2022
- de akte van uitlating in conventie tevens houdende vermeerdering van eis en de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte overlegging producties van Plinq
- de mondelinge behandeling van 6 december 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

Partijen twisten erover of Fore Freedom het netwerk De Noenes aan Plinq heeft verhuurd of heeft verkocht. De kantonrechter concludeert dat sprake is van huur en wijst de vorderingen in conventie toe en de vorderingen in reconventie af.

3.De feiten

In conventie en in reconventie
3.1.
Fore Freedom is actief in de aanleg en het beheer van telecommunicatienetwerken. Plinq is actief als serviceprovider en levert telecommunicatiediensten zoals internet, telefoon en televisie aan zowel particulieren als bedrijven.
3.2.
In 2016 zijn partijen met elkaar in contact gekomen. Namens Fore Freedom heeft de heer [A] gesproken met de heer [B] van Plinq over het sluiten van een overeenkomst voor de exploitatie van het glasvezelnetwerk De Noenes in de gemeente Haaren, kadastraal geregistreerd onder het nummer 2015-00029-111 (hierna: het netwerk). Hiertoe hebben zij meerdere concepten uitgewisseld. Tot ondertekening van een exploitatie-overeenkomst is het niet gekomen.
3.3.
Partijen hebben vanaf begin 2017 overleg gehad over de verkoop van het netwerk door Fore Freedom aan Plinq. Zo scheef Fore Freedom aan Plinq op 2 januari 2017:
“(…) Betreffende de Noenes daarvan begreep ik van [C] dat nu alles is omgezet en dat per 1-1-2017 alles via Plinq loopt. We hebben alleen nog geen contract met elkaar dus dat moet nog wel geregeld worden. Het is goed voor beide partijen om dit zo snel mogelijk te regelen.
Wij hebben al eens een voorstel gedaan maar nu begreep ik van [C] dat je de assets toch liever wilt kopen. Kan jij svp via de email opgeven wat je wilt zodat we een overleg kunnen voorbereiden? Het is goed voor beide partijen om dit zo snel mogelijk afgehandeld te hebben.
Zolang dit nog niet geregeld is, willen wij een bedrag van € 2500 per maand in rekening brengen voor het gebruik van de aansluitingen. Als het contract definitief is zullen we eventuele verschillen met terugwerkende kracht met elkaar verrekenen. Kan jij je daarin vinden?
(…)”
Fore Freedom heeft Plinq per e-mail van 19 januari 2017 verzocht op voorgaande e-mail te reageren. Op 25 januari 2017 heeft Fore Freedom het volgende aan Plinq bericht:
“Beste [A] ,
Kan jij svp aangeven hoe ver je bent. Wij willen graag afspraken maken. Behalve de Noenes en Parkstad Rotterdam worden volgende week de werkzaamheden voor de woningen in Rhoon uitgevoerd. Ik wil wel zekerheid hebben dat je gaat leveren voordat we kosten gaan maken. We zwemmen nu een beetje.
We vernemen graag spoedig van je.
(…)”
3.4.
Op 3 februari 2017 heeft Plinq een eerste versie van een concept-koopovereenkomst voor het netwerk naar Fore Freedom gestuurd.
3.5.
Op 23 mei 2017 hadden partijen een afspraak om te praten over de koopovereenkomst voor het netwerk en een koopovereenkomst voor het netwerk Parkstad. Deze afspraak is niet doorgegaan. Fore Freedom heeft die dag de volgende e-mail naar Plinq gestuurd:
“ [A] , we zouden vandaag om 13:00 uur een afspraak hebben over de koopovereenkomsten Noenes en Parkstad. Ik heb zitten wachten tot 14:00 maar moet nu zelf de deur uit voor een afspraak.
@ [A] en @ [D] : Zie de openstaande posten vanuit Plinq naar Fore Freedom. Het is een fors bedrag. Vanwege jullie nieuwe en gemeenschappelijk belang in Solid lijkt het mij dat we eerst de openstaande facturen vanuit Fore Freedom afgehandeld moeten hebben voordat we met de koopovereenkomst van de Noenes verder kunnen gaan. Nadat dit is afgehandeld kunnen we de Noenes tezamen met Parkstad gaan afhandelen waarbij voor Parkstad geldt dat de 259 woningen voor EUR. 10.00 per woning per maand gedurende 60 maanden overgenomen kan worden.
Gezien de nieuwe verhoudingen denk ik dat het het meest zuiver is als we de afrekeningen in 1x bij de notaris doen en niet verspreid over een periode van 60 maanden.
  • Voor de Noenes is dit: EUR 150.000 ex BTW verminderd met het betaalde bedrag vanaf januari 2017
  • Voor Parkstad is dit 155.400 ex BTW
  • Totaal: EUR 305.400 exclusief de BTW verminderd met het betaalde bedrag vanaf januari 2017. (…)”
3.6.
Vanaf januari 2017 heeft Fore Freedom facturen naar Plinq gestuurd ter hoogte van € 3.025,00 (inclusief BTW). Aanvankelijk stond als omschrijving op deze facturen
“Vastrecht per aansluiting De Noenes-Haaren Periode (…)”.Vanaf enig moment in 2019 zijn de facturen voorzien van de omschrijving
“Vastrecht per aansluiting De Noenes-Haaren Aansluitadres: Verhuur geheel netwerk 99, Haaren Periode(…)”.Tot en met december 2021 heeft Plinq de facturen betaald.
3.7.
Op 23 december 2021 heeft de gemachtigde van Plinq een brief gestuurd naar Fore Freedom waarin staat dat hem gebleken is dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten voor de koop en levering van het netwerk. Hij vraagt om een bevestiging dat Fore Freedom zal meewerken aan de levering van het netwerk. Hierop heeft gemachtigde van Plinq per
e-mail van 27 maart 2021 gereageerd dat de grondslag voor de sommatie ontbreekt en zij de claim van Plinq afwijst.
3.8.
Per brief van 16 mei 2022 heeft de gemachtigde van Fore Freedom Plinq gesommeerd om de facturen over de maanden januari 2022 tot en met mei 2022 te voldoen.
3.9.
Hierna hebben de gemachtigden van partijen nog meerdere brieven uitgewisseld. De facturen van Fore Freedom over 2022 zijn onbetaald gebleven.

4.Het geschil

In conventie
4.1.
Fore Freedom vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Plinq te veroordelen om:
Aan Fore Freedom te betalen een bedrag van € 27.497,25;
Aan Fore Freedom te betalen de wettelijke handelsrente over de niet betaalde facturen inzake de huur van het netwerk over de maanden januari tot en met september 2022 vanaf het moment dat die verschuldigd werden tot aan de dag der algehele voldoening;
Aan Plinq de buitengerechtelijke kosten te betalen van € 1.049,97;
Primair te verklaren voor recht dat de huurovereenkomst, althans de exploitatieovereenkomst, althans de overeenkomst op grond waarvan Plinq gebruik maakt van het netwerk, door ontbinding is geëindigd met ingang van 1 oktober 2022, althans een datum die de kantonrechter juist acht;
Plinq te veroordelen om uiterlijk op 30 september 2022, althans een datum die de kantonrechter juist acht, alle aan haar toebehorende apparatuur te verwijderen uit de kasten van Fore Freedom die onderdeel uitmaken van het netwerk, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, althans een dwangsom die de kantonrechter juist acht, voor iedere dag dat Plinq in gebreke zal blijven aan deze veroordeling te voldoen, tot maximaal het bedrag dat de kantonrechter juist acht;
Plinq te veroordelen om aan Fore Freedom te betalen € 3.115,75 inclusief BTW per maand vanaf 1 oktober 2022 tot aan het moment dat Plinq het gebruik van het netwerk zal staken, zulks te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de laatste dag van iedere maand waarover dat bedrag verschuldigd is.
4.2.
Fore Freedom heeft aan de vorderingen ten grondslag gelegd dat partijen een huur- dan wel exploitatie-overeenkomst voor het netwerk zijn overeengekomen en dat Plinq tekortgeschoten is in de betalingsverplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien. Fore Freedom was daarom gerechtigd de overeenkomst te ontbinden. Plinq is na de ontbinding niet langer gerechtigd het netwerk te gebruiken. Voor de periode tot aan de ontbinding moet zij alsnog aan haar verplichting tot betaling van de maandelijkse huurtermijnen of exploitatievergoedingen voldoen. Voor de periode na de ontbinding van de overeenkomst moet Plinq een vergoeding betalen voor het gebruik, totdat Plinq het gebruik heeft gestaakt, aldus Fore Freedom.
4.3.
Plinq voert verweer. Plinq concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Fore Freedom, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Fore Freedom, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Fore Freedom in de kosten van deze procedure. Plinq betwist dat zij tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen. Volgens Plinq hebben partijen niet een huur- of exploitatieovereenkomst gesloten, maar een (huur)koopovereenkomst. In december 2021 was de volledige koopprijs voldaan en hoefde zij volgens Plinq dus geen maandbedragen meer aan Fore Freedom te voldoen.
In reconventie
4.4.
Plinq vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Te verklaren voor recht dat tussen Fore Freedom en Plinq een huurkoopovereenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan Fore Freedom gehouden is het netwerk in eigendom over te dragen aan Plinq;
II. Fore Freedom te gebieden om medewerking te verlenen aan het (doen) passeren van de akte van levering door een door Plinq aan te wijzen notaris, waarmee de eigendom van het netwerk aan Plinq wordt overgedragen, binnen zeven dagen na het eerste verzoek van Plinq daartoe en nadat de laatste termijn van € 2.500,00 ter betaling van de koopprijs door Plinq is voldaan, bij gebreke waarvan Fore Freedom een dwangsom verbeurt ter hoogte van € 1.500,00 voor iedere dag, waaronder begrepen een dagdeel, waarop zijn nalaat deze medewerking te verlenen, met een maximum van € 50.000,00;
III. Fore Freedom te veroordelen in de proceskosten.
4.5.
Plinq heeft aan de vorderingen ten grondslag gelegd dat partijen een (huur)koopovereenkomst hebben gesloten voor het netwerk en dat Fore Freedom tekortschiet in de nakoming hiervan door niet over te gaan tot levering van het netwerk aan Plinq.
4.6.
Fore Freedom betwist dat partijen een (huur)koopovereenkomst hebben gesloten. Daarmee betwist zij ook dat zij gehouden is om het netwerk aan Plinq te leveren.
4.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

In conventie en reconventie
5.1.
Tussen partijen is in geschil of zij een huur- of exploitatieovereenkomst hebben gesloten, dan wel of zij een (huur)koopovereenkomst hebben gesloten. Deze vraag moet worden beantwoord aan de hand van de zogenaamde Haviltex-maatstaf. Dit betekent dat de vraag of een huur- of exploitatieovereenkomst dan wel een huurkoopovereenkomst tot stand is gekomen niet alleen beantwoord kan worden op grond van hetgeen door partijen schriftelijk is vastgelegd, maar dat het steeds aankomt op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaar verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij de dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
5.2.
De kantonrechter stelt voorop dat geen van de (concept-)overeenkomsten die partijen hebben overgelegd, is ondertekend. Partijen zijn het er ook over eens dat zij over geen van deze (concept-)overeenkomsten volledige overeenstemming hadden. De kantonrechter kent aan deze stukken daarom geen betekenis toe.
5.3.
In de e-mail van Fore Freedom van 2 januari 2017 (productie 2 van Fore Freedom) stelt Fore Freedom voor om, in afwachting van de afspraken die partijen zouden maken over de verkoop van het netwerk, tijdelijk een gebruiksvergoeding van € 2.500,00 exclusief BTW per maand te hanteren. Dit bedrag is nadien ook maandelijks door Fore Freedom aan Plinq gefactureerd. Eerst met de omschrijving
“Vastrecht per aansluiting De Noenes-Haaren Periode (…)”en later met de omschrijving
“Vastrecht per aansluiting De Noenes-Haaren Aansluitadres: Verhuur geheel netwerk 99, Haaren Periode(…)”.Deze facturen zijn tot eind 2021 steeds door Plinq betaald. De kantonrechter maakt hieruit op dat tussen partijen een tijdelijke huurovereenkomst tot stand is gekomen (in afwachting van het mogelijk tot stand komen van een koopovereenkomst) waarbij Fore Freedom het netwerk aan Plinq in gebruik heeft gegeven en waarbij Plinq als tegenprestatie maandelijks
€ 2.500,00 exclusief BTW aan Plinq voldoet.
5.4.
In de overgelegde correspondentie komt duidelijk naar voren dat partijen het voornemen hadden dat Plinq het netwerk van Fore Freedom zou kopen. Zoals hiervoor al is genoemd is het echter niet tot ondertekening van een koopovereenkomst gekomen. Uit de e-mail van Fore Freedom van 23 mei 2017 (productie 7 van Plinq) begrijpt de kantonrechter dat het voor Fore Freedom een essentieel punt was dat zowel het netwerk als het netwerk Parkstad tezamen in één transactie verkocht zouden worden en dat de betreffende koopprijs van in totaal € 305.400,00 ex BTW (€ 150.000,00 ex BTW voor het netwerk -verminderd met de voor het gebruik van dat netwerk reeds betaalde maandtermijnen vanaf januari 2017- en € 155.400,00 ex BTW voor het netwerk Parkstad) in één keer en niet in termijnen betaald zou worden. Voor zover Plinq heeft willen betogen dat partijen al vóór 23 mei 2017 overeenstemming hadden bereikt over de verkoop van (slechts) het netwerk tegen betaling van de koopprijs in termijnen, wordt dat betoog gepasseerd. Daarvoor is in de tussen partijen gewisselde e-mails van vóór die datum, mede in het licht van de door Fore Freedom daarop gegeven toelichtingen, onvoldoende steun te vinden. In het bijzonder is daarvoor geen steun te vinden in de e-mails van Plinq van 3 februari 2017 en 8 maart 2017 (producties 3 en 5 van Plinq).
5.5.
Plinq heeft ook geen feiten of omstandigheden aangedragen waaruit voldoende kan worden opgemaakt dat Fore Freedom later afstand heeft gedaan van de in de e-mail van 23 mei 2017 neergelegde verkoopvoorwaarden en dat Fore Freedom nadien met een aangepast aanbod is gekomen in die zin dat alleen het netwerk (dus los van het netwerk Parkstad) zou worden verkocht en dat de koopprijs daarvan in 60 termijnen zou worden betaald. Voor zover Plinq zich daartoe heeft beroepen op van haar zelf afkomstige correspondentie van na 23 mei 2017 (zoals haar e-mails van 8 augustus 2017 en 20 december 2017 met bijgevoegde concept-koopovereenkomsten), wordt daaraan geen gewicht toegekend. Ook het betoog van Plinq dat partijen zich steeds hebben gedragen conform een volgens haar tot stand gekomen koopovereenkomst en in de verwachting dat het netwerk aan Plinq zou worden overgedragen, gaat niet op. Dat is, mede in het licht van hetgeen Fore Freedom daartegen in heeft gebracht, onvoldoende onderbouwd. In dit verband heeft Plinq gesteld dat zij sinds 1 januari 2017 het risico, de kosten en de lasten van het netwerk draagt, dat het netwerk daarmee aan haar is afgeleverd en dat haar de eigendom ervan toekomt. Ter adstructie van deze stellingen heeft zij onder meer gesteld dat zij rechtsreeks overeenkomsten aangaat met eindklanten, dat zij exclusief toegang heeft tot alle lagen van het netwerk, dat zij verantwoordelijk is voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan het netwerk en dat Fore Freedom bij de maandelijks gefactureerde bedragen BTW in rekening brengt. Het feit dat Plinq overeenkomsten aangaat met eindgebruikers zegt naar het oordeel van de kantonrechter echter niets over de totstandkoming van een koopovereenkomst tussen partijen aangaande het netwerk, waarvan Plinq gebruik maakt om telecommunicatiediensten aan die gebruikers (haar klanten) te kunnen leveren. Voorts heeft Fore Freedom gemotiveerd betwist dat Plinq toegang heeft tot alle 3 lagen van het netwerk. Zij heeft gemotiveerd gesteld dat (anders dan de lagen 2 en 3) Plinq geen toegang heeft tot laag 1. En dat laatste is de kantonrechter ook uit niets gebleken (ook niet -anders dan Plinq stelt en mede gelet op hetgeen Fore Freedom daarover nog nader onbetwist heeft aangevoerd onder 2.4. en 2.5 in haar akte vermeerdering van eis in conventie- uit de e-mail van 2 januari 2017). Ook de stelling van Plinq dat zij verantwoordelijk is voor de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan het netwerk is door Plinq gemotiveerd weerlegd en in het licht van die weerlegging (volstrekt) onvoldoende onderbouwd. Het feit dat Fore Freedom BTW op de voor Plinq bestemde facturen in rekening brengt, zegt niets over het bestaan van een beweerdelijk tot stand gekomen koopovereenkomst. Mede nu Fore Freedom daarvoor een plausibele verklaring heeft gegeven, te weten dat zij van mening is dat zij geen telecommunicatiediensten levert aangezien zij uitsluitend een glasvezelnetwerk beheert en ter beschikking stelt en dat de fiscale vrijstelling van artikel 2a lid 1 sub r van de Wet OB 1968 dus niet voor haar geldt.
Kortom, anders dan Plinq meent kunnen de voormelde door haar aangedragen feiten en omstandigheden niet tot de conclusie leiden dat partijen zich zodanig hebben gedragen, dat zij ervan uit mag gaan dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat haar de eigendom van het netwerk toekomt. Ook overigens is de kantonrechter niet gebleken van feiten en omstandigheden die een dergelijke conclusie kunnen rechtvaardigen.
5.6.
Nu vaststaat dat Plinq niet akkoord is gegaan met het aanbod van 23 mei 2017 en van een aangepast aanbod van Fore Freedom van na die datum niet gebleken is, en Plinq het er ook niet voor heeft mogen houden dat er wel een dergelijk (en door haar aanvaard) aanbod was gedaan, wordt geoordeeld dat er geen koopovereenkomst met betrekking tot het netwerk tot stand is gekomen. Er is geen overeenstemming bereikt over de essentialia, te weten het object en de koopprijs. Evenmin is dan ook een huurkoopovereenkomst tot stand gekomen.
5.7.
Aangezien geen koopovereenkomst of huurkoopovereenkomst tot stand is gekomen, is de (tijdelijke) huurovereenkomst tussen partijen blijven gelden. Plinq is het netwerk blijven gebruiken tegen een maandelijkse vergoeding van € 3.025,00 (inclusief BTW) per maand. Met het staken van haar betalingsverplichting per 1 januari 2022 is Plinq tekort geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Omdat Plinq over de periode van januari 2022 tot en met mei 2022 de maandelijkse vergoeding niet heeft voldaan, was Fore Freedom op grond van artikel 6:265 BW gerechtigd de huurovereenkomst met ingang van 1 oktober 2022 te ontbinden.
Vorderingen in conventie
5.8.
Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen tot betaling van de huurachterstand van € 27.497,25 en de betaling van de wettelijke handelsrente hierover worden toegewezen. In dit verband wordt overwogen dat tegen de door Fore Freedom per 1 april 2022 doorgevoerde indexering van 3% (waardoor de in rekening gebrachte maandtermijnen vanaf die maand uitkomen op een bedrag van € 3.115,75 inclusief BTW) op zichzelf geen verweer is gevoerd, zodat van de juistheid van die indexering wordt uitgegaan. Ook de verklaring voor recht dat de huurovereenkomst per 1 oktober 2022 is ontbonden wordt toegewezen. De gevorderde ontruiming wordt toegewezen, met dien verstande dat Plinq uiterlijk 28 februari 2022 haar apparatuur verwijderd moet hebben. De in dit verband gevorderde dwangsom wordt gemaximeerd tot € 80.000,00. Ook de onder 6. gevorderde vergoeding voor het gebruik van het netwerk na 1 oktober 2022 wordt toegewezen. De redelijkheid en billijkheid brengen met zich dat dat zolang Plinq het netwerk gebruikt zij gehouden is daarvoor een bedrag aan Fore Freedom te betalen ten belope van de maandtermijnen die zij vóór de ontbinding aan Fore Freedom betaalde. In plaats van de gevorderde wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW zal de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW hierover worden toegewezen, omdat na ontbinding van de huurovereenkomst geen sprake meer is van een handelsovereenkomst tussen partijen.
5.9.
Fore Freedom maakt daarnaast aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Niet gesteld is dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De vordering is dan ook niet toewijsbaar.
5.10.
Plinq zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in conventie. De kosten aan de zijde van Fore Freedom worden tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 108,41
- griffierecht 1.384,00
- salaris advocaat
996,00(2,0 punt × tarief € 498,00)
Totaal € 2.488,41
Vorderingen in reconventie
5.11.
Uit het voorgaande vloeit voort dat de vorderingen in reconventie niet toewijsbaar zijn. Plinq zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Fore Freedom worden tot op heden begroot op € 498,00 (0,5 × (2,0 punt × tarief € 498,00)).

6.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
6.1.
veroordeelt Plinq om aan Fore Freedom te betalen een bedrag van € 27.497,25, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over de niet betaalde facturen, telkens vanaf 30 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de Plinq de factuur heeft ontvangen, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
verklaart voor recht dat de huurovereenkomst ten aanzien van het netwerk door ontbinding is geëindigd met ingang van 1 oktober 2022,
6.3.
veroordeelt Plinq om uiterlijk 28 februari 2023 alle aan haar toebehorende apparatuur te verwijderen uit de kasten van Fore Freedom die onderdeel uitmaken van het netwerk, op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat Plinq in gebreke zal blijven aan deze veroordeling te voldoen, totdat een maximum van € 80.000,00 is bereikt,
6.4.
veroordeelt Plinq om aan Fore Freedom te betalen € 3.115,75 inclusief BTW per maand vanaf 1 oktober 2022 tot aan het moment dat Plinq het gebruik van het netwerk heeft gestaakt, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de laatste dag van iedere maand waarover dat bedrag verschuldigd is.
6.5.
veroordeelt Plinq in de proceskosten, aan de zijde van Fore Freedom tot op heden begroot op € 2.488,41,
6.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
In reconventie
6.8.
wijst de vorderingen af,
6.9.
veroordeelt Plinq in de proceskosten, aan de zijde van Fore Freedom tot op heden begroot op € 498,00,
6.10.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders en in het openbaar uitgesproken op
17 januari 2023.