In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 16 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man die een affectieve relatie hebben gehad en samen eigenaar zijn van een woning. De vrouw heeft de voorzieningenrechter verzocht om haar te machtigen tot verkoop van de woning, omdat partijen onderling niet tot een verdeling konden komen. De vrouw heeft de woning verlaten en woont tijdelijk anti-kraak, terwijl de man nog in de woning verblijft en een achterstand heeft in de betaling van de hypotheek. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, gezien de financiële situatie en de achterstand in de hypotheekbetalingen door de man. De voorzieningenrechter heeft de vrouw gemachtigd om de woning te verkopen zonder medewerking van de man, en heeft de man veroordeeld om de woning uiterlijk op 8 oktober 2023 te ontruimen. De vorderingen van de vrouw zijn grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele onderdelen die zijn afgewezen, zoals de machtiging voor nieuwe sloten en de gebruiksvergoeding. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.