Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1] B.V.,
2.
[eiser 2] B.V.,
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord van 1 maart 2023 met producties,
3.De feiten
dat uiterlijk op15 juli 2022Verkoper eigenaar is geworden van de voor het project benodigde terrein en tevens de beoogde splitsing in appartementsrechten is geformaliseerd. Uitsluitend Verkoper kan zich beroepen op deze ontbindende voorwaarde.
(…)
De overeenkomst door een schriftelijke verklaring voor ontbonden te verklaren en betaling van een onmiddellijk opeisbare boete te vorderen van een bedrag gelijk aan tien procent (10,00%) van de koopprijs.”
4.Het geschil
5.De beoordeling
de koper. Hieruit volgt dat de ontbindende voorwaarde in lid 1 (net als in lid 2 en 3) alleen door de verkoper kan worden ingeroepen. Aannemelijk is immers dat als de koper ook een beroep op lid 1 had kunnen doen, opgenomen zou zijn dat een schriftelijke mededeling moet worden gedaan aan de notaris en
de koper of verkoper. Daarnaast is onderaan artikel IV opgenomen dat de verkoper de ontbindende voorwaarden eenzijdig kan verlengen en laten vervallen. Ook hieruit volgt dat partijen hebben beoogd dat alleen de verkoper een beroep op de ontbindende voorwaarden kan doen. Dat in lid 1 niet expliciet is benoemd dat uitsluitend de verkoper daar een beroep op kan doen – zoals in lid 2 en 3 wel het geval is – doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af. In artikel IV is namelijk geen enkele (andere) aanwijzing te vinden waaruit blijkt dat partijen hebben bedoeld dat ook de koper een beroep op lid 1 kan doen.