ECLI:NL:RBOVE:2023:2393

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
08-066827-23, 08-048858-23 (ttz. gev.), 08-043254-20 (vtul) en 08-177106-22 (vtul) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal door insluiping en inbraak in woningen met meerdere slachtoffers

Op 20 juni 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal door insluiping en inbraak in twee woningen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, die zich hebben voorgedaan op verschillende tijdstippen in februari en maart 2023. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het stelen van diverse goederen, waaronder elektronica en persoonlijke bezittingen van de slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging. Tijdens de zitting op 6 juni 2023 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, zijn verdediging gevoerd. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de aangiftes van de slachtoffers in haar oordeel betrokken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn, ondanks de ontkenning van de verdachte met betrekking tot enkele specifieke goederen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 256 dagen voorwaardelijk, en heeft hem verplicht om zich te melden bij de reclassering. Daarnaast zijn er schadevergoedingen opgelegd aan de benadeelde partijen, die door de verdachte moeten worden vergoed. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een klinische opname voor behandeling van de verslavingsproblematiek van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-066827-23, 08-048858-23 (ttz. gev.), 08-043254-20 (vtul) en
08-177106-22 (vtul) (P)
Datum vonnis: 20 juni 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de PI Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
6 juni 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. L. Lepoutre en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J. Ruarus, advocaat in Almelo, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08-048858-23
op meerdere tijdstippen een diefstal heeft gepleegd in de woning aan de [adres 1] door middel van insluiping;
parketnummer 08-066827-23
heeft ingebroken in de woning aan de [adres 2] in Enschede.
Voluit luiden de tenlasteleggingen aan verdachte, dat:
parketnummer 08-048858-23
hij in of omstreeks 7 februari 2023 tot en met 9 februari 2023 te [woonplaats] , op een of meerdere tijdstippen in een woning, gelegen aan [adres 1] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een playstation en/of een of meerdere controllers (playstation en/of xbox) en/of een of meerdere spellen en/of een laptop en/of een tas en/of een tablet en/of harde schijf en/of een xbox en/of een jas en/of JBL box en/of airpods en/of platenspeler en/of oordopjes en/of een portemonnee en/of telefoon en/of enig geldbedrag (ongeveer 120 euro) , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08-066827-23
hij op of omstreeks 7 maart 2023 te [woonplaats] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 2] (zijnde een studentenhuis met meerdere kamers), alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een geluidsbox/luidspreker en/of een pinpas en/of een of meerdere sleutel(s) en/of sleutelbos(sen) en/of (sieraden)doos en/of een of meerdere sieraad/sieraden, in elk geval enig goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten onder beide parketnummers wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten onder beide parketnummers wettig en overtuigend kunnen worden bewezen, met uitzondering van de diefstal van de jas en de spellen zoals tenlastegelegd onder parketnummer
08-048858-23. Verdachte heeft uitdrukkelijk verklaard deze spullen niet te hebben gestolen. De raadsman heeft bepleit dat verdachte van die onderdelen van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08-048858-23
Diefstal van de jas en de spellen
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij een jas en (Xbox en
PlayStation-)spellen heeft gestolen. Verdachte heeft echter ook verklaard dat hij tijdens de insluiping in de war was en flink onder invloed was van drugs. Hij kon zich bijvoorbeeld niet meer herinneren hoe vaak hij in de woning is geweest.
Mede gelet op deze verklaring van verdachte over zijn eigen gemoedstoestand op het moment van insluiping, ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de aangiftes en gaat zij bij haar oordeel dan ook uit van de inhoud daarvan.
Dat betekent dat de rechtbank de verklaring van verdachte, voor zover die inhoudt dat hij de jas en spellen niet heeft gestolen, niet volgt.
De rechtbank is aldus van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte alle goederen zoals tenlastegelegd heeft gestolen.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 08-048858-23 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen: [1]
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 juni 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 14 februari 2023 (pagina’s 8-10);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] van 9 februari 2023 (pagina’s 11-13).
Parketnummer 08-066827-23
De rechtbank komt eveneens tot bewezenverklaring van het onder parketnummer
08-066827-23 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen: [2]
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 juni 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] van 8 maart 2023 (pagina’s 6-8);
het fotoblad van 8 maart 2023 (pagina’s 9-17).
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08-048858-23
hij in de periode van
of omstreeks7 februari 2023 tot en met 9 februari 2023 te [woonplaats] , op
een ofmeerdere tijdstippen in een woning, gelegen aan [adres 1] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een PlayStation en
/of een ofmeerdere controllers (PlayStation en
/ofXbox) en
/of een ofmeerdere spellen en
/ofeen laptop en
/ofeen tas en
/ofeen tablet en
/ofeen harde schijf en
/ofeen Xbox en
/ofeen jas en
/ofeen JBL box en
/ofAirPods en
/ofeen platenspeler en
/ofoordopjes en
/ofeen portemonnee en
/ofeen telefoon en
/ofenig geldbedrag (ongeveer 120 euro)
, in elk geval enig goed,dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08-066827-23
hij op
of omstreeks7 maart 2023 te [woonplaats] , in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 2] (zijnde een studentenhuis met meerdere kamers), alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een geluidsbox/luidspreker en
/ofeen pinpas en
/of een of meerdere sleutel(s) en/ofsleutelbos
(sen
)en
/ofeen (sieraden)doos en
/of een of meerdere sieraad/sieraden,
in elk geval enig goed(eren), dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 6]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachtetoebehoorde
(n
), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08-048858-23
het misdrijf:
diefstal, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, meermalen gepleegd;
parketnummer 08-066827-23
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheid.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte zal worden opgelegd een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarbij heeft de officier van justitie gevorderd dat de bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de reclassering, worden opgelegd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om aan verdachte een forse voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en te volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die in duur gelijk staat aan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de raadsman verzocht om de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen. Op deze manier kan verdachte direct worden opgenomen in een kliniek. De reclassering heeft immers al geregeld dat verdachte kan worden opgenomen bij FVA de Ekenwaard in Beilen op 19 juni 2023. Volgens de raadsman zijn verdachte en de maatschappij het meest gebaat bij behandeling van verdachte op korte termijn in plaats van met afstraffing.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere insluipingen en een inbraak in twee verschillende studentenwoningen in [woonplaats] . Dit soort feiten zorgen voor gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en in de maatschappij. Het is voor de slachtoffers vaak moeilijk om te leven met de wetenschap dat een ander in hun woning is geweest en aan hun persoonlijke bezittingen heeft gezeten. Woningen zijn bij uitstek de plaats waar men zich veilig zou moeten kunnen voelen. Door zijn handelen heeft verdachte dit gevoel van veiligheid aangetast. Aangeefster [slachtoffer 6] , die zich in de woning bevond tijdens de inbraak, is daar zelfs zo erg van geschrokken dat zij nu bang is om alleen thuis te zijn en zich niet meer veilig voelt in haar eigen huis, zo blijkt uit de toelichting op haar schadevordering.
Bovendien heeft verdachte met zijn handelen geen enkel respect getoond voor de privacy en de spullen van anderen en heeft hij enkel aan zijn eigen behoeftes gedacht. Dit alles rekent de rechtbank verdachte aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van
25 april 2023 van verdachte, waaruit blijkt dat hij is veroordeeld voor een fors aantal vermogensdelicten (voornamelijk fietsdiefstallen). Verdachte is niet eerder veroordeeld voor insluipingen en woninginbraken.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van het reclasseringsrapport van Tactus Verslavingszorg van 3 mei 2023. Uit dit rapport blijkt dat er gesproken kan worden van een delict patroon ten aanzien van vermogensdelicten. Er is sprake van instabiliteit op meerdere leefgebieden. Zij ziet als risicofactoren de forse drugsverslaving van verdachte, zijn psychosociaal functioneren, zijn gebrek aan inkomen, het ontbreken van dagbesteding en huisvesting en het feit dat hij er niet in is geslaagd om een eerdere klinische opname af te ronden. De reclassering acht het risico op recidive hoog, maar zij ziet ook beschermende factoren, namelijk verdachtes motivatie voor gedragsverandering en het bereiken van abstinentie van middelen. Ook wil verdachte de behandeling gericht op traumaverwerking voortzetten. Gezien het recidiveren tijdens een lopend toezicht is de reclassering van mening dat een intensiever traject met een klinische opname noodzakelijk is om stabiliteit te realiseren en het risico op recidive terug te dringen. De reclassering heeft daarom geregeld dat verdachte op 19 juni 2023 om 10.00 uur kan worden opgenomen in de kliniek FVA de Ekenwaard, gelegen aan de Altingerweg 1 in Beilen. Bij een veroordeling adviseert de reclassering om een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen, met onder andere de voorwaarde dat verdachte zich laat opnemen bij kliniek FVA de Ekenwaard.
De straf
De rechtbank heeft bij de straftoemeting kennis genomen van de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS-oriëntatiepunten). Daar beginnen de straffen voor insluiping in een woning en woningbraak bij twee, respectievelijk drie maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk.
Gezien de aard en ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de open proceshouding van verdachte en zijn motivatie om aan zichzelf te werken en een (klinische) behandeling voor zijn drugsverslaving te ondergaan acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden. Daarnaast acht de rechtbank een fors voorwaardelijk strafdeel en een langere proeftijd noodzakelijk als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden terug te vallen in het plegen van verwervingscriminaliteit. De rechtbank zal daarbij de bijzondere voorwaarden opleggen zoals die zijn geadviseerd door de reclassering, welke onder meer inhouden dat verdachte zich zal laten opnemen in kliniek FVA de Ekenwaard te Beilen of een soortgelijke zorginstelling.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte opleggen een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 256 dagen voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Deze straf is lager dan de straf die de officier van justitie heeft gevorderd, omdat de rechtbank bij de strafoplegging een bijzonder zwaarwegend belang heeft gehecht aan de behandeling van de verslavingsproblematiek van verdachte en zijn bereidheid daartoe. Gelet op de hardnekkige verslavingsproblematiek van verdachte en zijn strafrechtelijk verleden acht de rechtbank een langere proeftijd noodzakelijk.

8.De schade van benadeelden

Ten aanzien van parketnummer 08-048858-23
8.1.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 129,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de aanschafprijs van de gestolen BOSE oordopjes.
8.1.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden toegewezen.
8.1.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat rekening gehouden dient te worden met een afschrijvingsperiode van drie jaren. De raadsman heeft daarom verzocht om de vordering gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 43,00.
8.1.3
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij, Ebels. De opgevoerde schade is voldoende onderbouwd aan de hand van een (aankoop)bon en staat daarmee vast. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 129,00. De oordopjes zijn weggenomen tussen 7 en 9 februari 2023, zijnde de tijdstippen waartussen verdachte in de woning is geweest. Omdat niet vastgesteld kan worden op welk moment de schade is ontstaan, zal de rechtbank de wettelijke rente dan ook toewijzen vanaf de laatste datum waarop verdachte in de woning is geweest, namelijk 9 februari 2023.
8.1.4
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan gijzeling voor de duur van 2 dagen worden toegepast, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
8.2
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 725,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de dagwaarde van de gestolen jas
(€ 400,00) en de prijs van de gestolen Xbox 360 (€ 100,00), de bijbehorende spellen
(€ 75,00) en de JLB Charge 3 (€ 150,00).
8.2.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 455,00. Volgens de officier van justitie dient immers slechts de aanschafprijs van de jas, namelijk
€ 130,00, te worden toegewezen en niet eventuele meerwaarde die in de loop der tijd is ontstaan.
8.2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering gedeeltelijk voor toewijzing in aanmerking komt. Alleen de waarde van de Xbox kan worden toegewezen, maar het overig gevorderde dient te worden afgewezen, nu vrijspraak voor de diefstal van de jas en de spellen is bepleit. Bovendien is de JBL box niet teruggevonden in de woning van verdachte en heeft verdachte verklaard dat hij zich niet met zekerheid kan herinneren of hij die gestolen, dan wel verkocht heeft.
8.2.3
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij, Man. Verdachte heeft niet betwist dat hij de Xbox heeft gestolen en dat daardoor de gestelde schade is ontstaan. De rechtbank zal de gevorderde schade op dit punt dan ook toewijzen. Namens verdachte is weersproken dat hij de jas, spellen en JBL box gestolen heeft. De rechtbank begrijpt dat hij daarmee betwist dat hij in civielrechtelijke zin onrechtmatig heeft gehandeld en dus de schade heeft veroorzaakt. De rechtbank acht deze betwisting echter onvoldoende gemotiveerd. Verdachte geeft aan dat hij tussen
7 en 9 februari 2023 zwaar onder invloed van middelen in de woning was, daar een aantal spullen heeft weggenomen en ook dat hij zich van deze periode niet alles kan herinneren. Dit maakt dat de rechtbank ervan uitgaat dat verdachte ook de JBL box en spellen heeft gestolen en dat daardoor schade is ontstaan bij Man. De verdediging heeft de omvang van de gestelde schade aan de JBL box en spellen niet betwist, zodat de rechtbank deze bedragen zal toewijzen. Ten aanzien van de jas volgt de rechtbank het standpunt van de officier van justitie dat, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet valt in te zien hoe de jas in de loop der tijd meer waar is geworden. De rechtbank begroot de schade die verdachte heeft geleden ten aanzien van de jas op € 130,00 en zal de vordering voor het overige afwijzen. Dit betekent dat de rechtbank in totaal een bedrag van € 455,00 zal toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, zijnde
9 februari 2023 (zie 8.1.3).
8.2.4
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan gijzeling voor de duur van 9 dagen worden toegepast, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
Ten aanzien van parketnummer 08-066827-23
8.3
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om immateriële schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 350,00.
8.3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij
niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, omdat de benadeelde partij onvoldoende heeft onderbouwd dat er daadwerkelijk sprake is van geestelijk letsel als gevolg van het bewezen verklaarde feit.
8.3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen, omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
8.3.3
Het oordeel van de rechtbank
De opgevoerde immateriële schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet is onderbouwd. Daardoor kan de rechtbank niet vaststellen of sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ in de zin van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

9.De vorderingen tenuitvoerlegging

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat beide vorderingen tenuitvoerlegging onder parketnummers 08-043254-20 en 08-177106-22 moeten worden toegewezen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht om beide vorderingen tenuitvoerlegging toe te wijzen en om te zetten in een taakstraf. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om verlenging van de proeftijd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vorderingen tenuitvoerlegging van de officier van justitie moeten worden toegewezen. Het is gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.
De rechtbank bepaalt daarbij dat de gevangenisstraffen worden omgezet in taakstraffen. Dat betekent dat de gevangenisstraf onder parketnummer 08-043254-20 zal worden omgezet in een taakstraf voor de duur van 170 (honderdzeventig) uren. De gevangenisstraf onder parketnummer 08-177106-22 zal worden omgezet in een taakstraf voor de duur van 84 (vierentachtig) uren.
De rechtbank overweegt dat de cumulatie van de vorderingen tot tenuitvoerlegging aanleiding is om af te wijken van de door het LOVS geformuleerde oriëntatiepunten op dit punt.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder de parketnummers
08-048858-23 en 08-066827-23 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08-048858-23
het misdrijf:
diefstal, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, meermalen gepleegd;
parketnummer 08-066827-23
het misdrijf:
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheid;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder de parketnummers 08-048858-23 en
08-066827-23 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
360 (driehonderd zestig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
256 (tweehonderd zesenvijftig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich laat opnemen in FVA de Ekenwaard, Altingerweg 1 te Beilen, of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start op 19 juni 2023. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich laat behandelen door JusTact of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend na de klinische opname. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor de indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;
- verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- zich inspant voor het vinden en behouden van werk of een dagbesteding met een vaste structuur;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
t.a.v. parketnummer 08-048858-23
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van
€ 129,00, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot
betaling aande benadeelde partij
[slachtoffer 2]van een bedrag van
€ 129,00 (zegge: honderd negenentwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 129,00 (zegge: honderd negenentwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
9 februari 2023, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 455,00, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot
betaling aande benadeelde partij
[slachtoffer 4]van een bedrag van
€ 455,00 (zegge: vierhonderd vijfenvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2023;
- wijst de vordering voor het overige (€270,00) af
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 455,00 (zegge: vierhonderd vijfenvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
9 februari 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 9 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
t.a.v. parketnummer 08-066827-23
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 6] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08-043254-20
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de Rechtbank Overijssel van 25 juli 2022 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
85 (vijfentachtig) dagen. Bepaalt dat deze gevangenisstraf zal worden
omgezet in een taakstrafvoor de duur van
170 (honderdzeventig) uren, subsidiair 85 dagen vervangende hechtenis;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08-177106-22
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de Rechtbank Overijssel van 26 januari 2023 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken. Bepaalt dat deze gevangenisstraf zal worden
omgezet in een taakstrafvoor de duur van
84 (vierentachtig) uren, subsidiair 6 weken vervangende hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. M.O. Frentrop, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J. ten Brink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2023.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023076379 van 27 februari 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023103146 van 8 maart 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.