ECLI:NL:RBOVE:2023:2394

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
08.029990.23
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van ISD-maatregel na meerdere strafbare feiten waaronder diefstal en bedreiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, vernieling, bedreiging en huisvredebreuk. De verdachte, geboren in 1983 in Suriname en momenteel verblijvende in de PI Zwolle, is op 28 januari 2023 en 27 januari 2023 betrapt op het stelen van levensmiddelen en vlees van de Jumbo. Daarnaast heeft hij op 27 januari 2023 de woning van een slachtoffer binnengedrongen en deze bedreigd met een mes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard op basis van de verklaringen van de slachtoffers en getuigen, alsook camerabeelden die de verdachte in de act van diefstal en bedreiging tonen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar, waarbij rekening is gehouden met zijn strafblad en de ernst van de feiten. De rechtbank oordeelt dat de verdachte een gevaar vormt voor de samenleving en dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om verdere recidive te voorkomen. De rechtbank heeft ook de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn verslaving en eerdere veroordelingen, en heeft besloten dat een langdurige behandeling noodzakelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.029990.23 en 08.005297.23 (t.tz.gev.) (P)
Datum vonnis: 16 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1983 in [geboorteplaats] (Suriname),
nu verblijvende in de PI Zwolle te Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
2 mei 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.H.G. Scharenborg en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.H. Rump, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08.029990.23
feit 1:levensmiddelen van de Jumbo heeft gestolen;
feit 2:vlees van de Jumbo heeft gestolen;
feit 3:een televisie, laptop en kast van [slachtoffer 1] heeft vernield;
feit 4: [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] met een mes heeft bedreigd;
parketnummer 08.005297.23
de woning van [slachtoffer 3] wederrechtelijk is binnengedrongen door middel van braak.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 08.029990.23
1
hij op of omstreeks 28 januari 2023 te [woonplaats]
levensmiddelen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Jumbo, in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 27 januari 2023 te [woonplaats]
vlees, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Jumbo, in elk geval
aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 27 januari 2023 te [woonplaats]
opzettelijk en wederrechtelijk een televisie en/of een laptop en/of een kast, in elk
geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt;
4
hij op of omstreeks 27 januari 2023 te [woonplaats]
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door duidelijk zichtbaar voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een mes vast te houden
en/of te tonen;
parketnummer 08.005297.23
hij op of omstreeks 20 oktober 2022 te [woonplaats]
in de woning, het besloten lokaal en/of het besloten erf, aan de [adres] , bij
een ander, te weten bij [slachtoffer 3] , althans bij een ander of anderen dan bij
verdachte, in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen, waarbij verdachte zich
de toegang tot voornoemde woning heeft verschaft door middel van braak.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle aan verdachte ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de feiten 3 en 4 onder parketnummer 08.029990.23 heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat er onvoldoende overtuigend bewijs is dat verdachte deze feiten heeft begaan. De raadsvrouw heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de feiten 1 en 2 onder parketnummer 08.029990.23 en het feit onder parketnummer 08.005297.23, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Ten aanzien van feiten 1 en 2 onder parketnummer 08.029990.23
De rechtbank stelt op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen vast dat verdachte op 27 januari 2023 vlees en op 28 januari 2023 levensmiddelen van de Jumbo in [woonplaats] heeft meegenomen zonder deze bij de kassa af te rekenen. De rechtbank acht daarmee het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.3.2
Ten aanzien van feiten 3 en 4 onder parketnummer 08.029990.23
De rechtbank stelt op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen de navolgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte was op 27 januari 2023 bij [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) in haar woning in [woonplaats] . Er ontstond een ruzie nadat [slachtoffer 1] tegen verdachte had gezegd dat hij haar huis moest verlaten. Omdat verdachte niet wegging, haalde zij haar buurman [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) op. Toen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de woning van [slachtoffer 1] vervolgens binnenkwamen zagen zij dat de woonkamer een puinhoop was en dat er meerdere spullen kapot waren. [slachtoffer 2] zag dat verdachte met zijn vuisten tegen de televisie sloeg en tegen de kast schopte en dat het scherm van de televisie barsten had. Ook [slachtoffer 1] zag dat haar televisie kapot was en zij sprak verdachte daarop aan, waarna verdachte nog een trap tegen de televisie gaf. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hoorden dat verdachte verbaal agressief was en zij zagen beiden dat hij een mes in zijn hand had. Door de situatie voelde [slachtoffer 1] zich bedreigd. Ook [slachtoffer 2] ervaarde het als bedreigend dat verdachte een mes vasthield. Verdachte liep daarna de woning van [slachtoffer 1] uit. Op camerabeelden van de toegangshal van het pand waarin de woningen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich bevinden, is vervolgens te horen dat [slachtoffer 1] iets tegen verdachte zegt over een televisie die gesloopt zou zijn. Bovendien zag [slachtoffer 2] dat verdachte in de toegangshal nog steeds het mes vasthield. Toen [slachtoffer 1] eenmaal in haar woning terugkwam zag zij ook dat onder andere haar laptop kapot was.
Overwegingen en conclusie
Hoewel verdachte beide feiten heeft ontkend, twijfelt de rechtbank niet aan wat de aangevers hebben verklaard. De verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ondersteunen elkaar en vinden daarnaast steun in hetgeen [getuige] (hierna: [getuige] ) heeft verklaard. [getuige] zag vlak na het incident in de woning van [slachtoffer 1] dat de televisie op de grond lag en dat er kasten kapot waren. Ten aanzien van de aanwezigheid van een mes is in het proces-verbaal uitkijken camerabeelden vermeld dat verdachte, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich in de toegangshal bevinden en dat verdachte daar op enig moment een “glimmend voorwerp” in zijn hand vasthoudt. In het proces-verbaal is ook vermeld dat op de camerabeelden te horen is dat [slachtoffer 2] zegt
“dat er niet gestoken wordt”en
"Ga naar buiten, kom, mes weg, naar buiten nu."Tot slot worden de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] over de aanwezigheid van een mes ondersteund door het feit dat er bij verdachte een dag na het incident een mes is aangetroffen, dat overeenkomsten heeft met het mes waarover door [slachtoffer 2] wordt verklaard.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte de ten laste is gelegde feiten heeft gepleegd.
4.3.3
Ten aanzien van parketnummer 08.005297.23
De rechtbank stelt op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen de navolgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte is op 20 oktober 2022 naar de woning aan de [adres] te [woonplaats] gegaan, omdat hij hier nog spullen had liggen die hij terug wilde. De bewoonster, [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) was niet thuis toen hij daar aankwam. Verdachte heeft daar enige tijd gewacht. Toen [slachtoffer 3] bij haar woning arriveerde, ontstond er een ruzie tussen haar en verdachte. Op enig moment is [slachtoffer 3] haar woning binnengegaan. Zij wilde niet dat verdachte binnenkwam. [slachtoffer 3] is naar de bovenverdieping gerend. Verdachte heeft eerst op haar deur gebonkt en geschopt en even later heeft hij een stenen voorwerp gepakt en door een ruit van de woning gegooid. Verdachte is vervolgens door de vernielde ruit naar binnen gegaan en kwam even later weer naar buiten.
De rechtbank is, gelet op de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden, van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte de woning aan de [adres] wederrechtelijk is binnengedrongen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08.029990.23
1
hij op 28 januari 2023 te [woonplaats] levensmiddelen toebehorende aan de Jumbo heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 27 januari 2023 te [woonplaats] vlees, toebehorende aan de Jumbo heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op 27 januari 2023 te [woonplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een televisie, een laptop en een kast, toebehorende aan [slachtoffer 1] heeft vernield;
4
hij op 27 januari 2023 te [woonplaats] [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door duidelijk zichtbaar voor die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een mes vast te houden;
parketnummer 08.005297.23
hij op 20 oktober 2022 te [woonplaats] in de woning aan de [adres] , bij
[slachtoffer 3] in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen, waarbij verdachte zich de toegang tot voornoemde woning heeft verschaft door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 138, 285, 310, en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08.029990.23
feiten 1 en 2
telkens het misdrijf:
diefstal;
feit 3
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 4
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling;
parketnummer 08.005297.23
het misdrijf:
in de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) wordt opgelegd voor de duur van twee jaren. De officier van justitie verzet zich niet tegen een tussentijdse beoordeling van de maatregel onder de voorwaarde dat verdachte gemotiveerd meewerkt aan de ISD-maatregel.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat verdachte zich niet verzet tegen oplegging van een ISD-maatregel. Zij heeft wel een tussentijdse beoordeling van de maatregel aan de rechtbank verzocht.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een korte periode schuldig gemaakt aan vijf feiten, te weten twee winkeldiefstallen, een vernieling, een bedreiging en een huisvredebreuk. Dit zijn ergerlijke vormen van criminaliteit die voor de betrokkenen leiden tot overlast en financiële schade. Verdachte heeft met zijn handelen dan ook blijk gegeven van een gebrek aan respect voor de eigendomsrechten van anderen. Ook heeft verdachte een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door hen met een mes te bedreigen. Verdachte heeft [slachtoffer 1] in haar eigen woning en [slachtoffer 2] nabij zijn woning bedreigd, bij uitstek de plek waar personen zich veilig moeten kunnen voelen. Verdachte heeft dit gevoel van veiligheid door zijn handelen geschaad. De bewezenverklaarde feiten veroorzaken gevoelens van onrust en onveiligheid in de buurt en in de samenleving als geheel.
De persoon van de verdachte
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 28 maart 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder meermalen is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank heeft, op grond van het bepaalde in artikel 63 Sr, ook rekening gehouden met een eerdere veroordeling van verdachte.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering van 19 april 2023, waarin de reclassering adviseert om aan verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. De reclassering heeft geconstateerd dat de recidivekans groot is. Verdachte staat geregistreerd als veelpleger en er is sprake van een langdurig delictpatroon. Aan verdachte is al tweemaal eerder een ISD-maatregel opgelegd, maar ook daarna was verdachte betrokken bij strafbare feiten. Verdachte verliest snel het overzicht en ervaart stress, er is sprake van een cognitieve beperking, persoonlijkheidsproblematiek en harddrugsverslaving. Met name onder invloed vertoont hij verbaal agressief gedrag. Het gebrek aan stabiliteit voedt zijn verslaving en zijn moeizame gedrag. Verdachte verkeert in een vicieuze cirkel en dat verhoogt de kans op recidive. Sinds februari 2020 wordt hij begeleid door een ambulante organisatie (Talent in Zorg) en deze ziet langzaam verbetering wat beschermende factoren met zich meebrengt. Verdachte toont inmiddels enige zelfreflectie en is akkoord gegaan met "mentorschap". Ook heeft hij bewindvoering en is er een indicatie Wet langdurige zorg, zodat hij aanspraak kan maken op intensieve begeleiding en beschermd wonen. Tijdens zijn detentie wil verdachte zijn leven verbeteren en hij zoekt zichtbaar samenwerking op met diverse disciplines. Hij wil meewerken aan een langdurig verplicht kader waarin gestart kan worden met een klinische behandeling en waarbij langzaam toegewerkt wordt naar wonen en werken. Een stevig, langdurig en juridisch kader waarin klinische opname vorm kan krijgen is volgens de reclassering nodig om de motivatie van verdachte en het ingezette traject vast te houden.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van het ‘Advies indicatieoverleg NIFP’ van 12 februari 2023, waarin het NIFP concludeert dat zij geen contra-indicaties ziet voor het opleggen van een ISD-maatregel.
De straf of maatregel
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m Sr aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte misdrijven heeft begaan waarvoor (op de huisvredebreuk na) voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het strafblad van 28 maart 2023 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaande aan de door hem gepleegde feiten ten minste driemaal tot een vrijheidsbenemende straf is veroordeeld. De desbetreffende vonnissen zijn onherroepelijk en de onderhavige bewezenverklaarde feiten zijn ook begaan na tenuitvoerlegging van de hiervoor vermelde straffen. Het gaat dan om de volgende drie veroordelingen:
  • het vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 24 augustus 2022, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken wegens diefstallen;
  • het vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 17 juni 2022, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken wegens diefstal;
  • het vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 1 maart 2022, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken wegens belediging van een ambtenaar en bedreiging.
De rechtbank overweegt dat ook is voldaan aan de gestelde voorwaarden in de Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers (in het bijzonder de vordering van de ISD-maatregel bij stelselmatige daders). Verdachte is een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich opgemaakt zag worden voor meer dan tien misdrijffeiten, waarvan ten minste één misdrijf in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde misdrijffeit.
De rechtbank stelt vast dat de tot op heden aan verdachte opgelegde straffen er niet toe hebben geleid dat het criminele gedrag van verdachte is beëindigd. Blijkens zijn strafblad is verdachte een actieve veelpleger. Mede gelet op de inhoud van het hiervoor genoemde reclasseringsadvies moet er ernstig rekening mee gehouden worden dat verdachte wederom een soortgelijk misdrijf zal begaan. De veiligheid van personen en goederen eist het opleggen van de ISD-maatregel, aangezien verdachte telkens opnieuw strafbare – overlastgevende – feiten pleegt en alle eerder opgelegde strafmodaliteiten en toezichtmaatregelen hem daarvan niet hebben kunnen weerhouden.
De rechtbank onderschrijft de conclusie van de reclassering dat oplegging van de ISD-maatregel aangewezen is. De rechtbank zal deze maatregel dan ook aan verdachte opleggen, zodat de maatschappij tegen verdachte kan worden beschermd en kan worden gewerkt aan gedragsverandering bij verdachte zodat verdere recidive kan worden voorkomen.
De rechtbank bepaalt de duur van de ISD-maatregel op twee jaren. De rechtbank is, gelet op de huidige persoonlijke omstandigheden van verdachte, de binnen het kader van de maatregel te doorlopen stappen en het gegeven dat eerdere hulpverlening en twee eerdere ISD-maatregelen geen (blijvende) gedragsverandering teweeg hebben gebracht, van oordeel dat een duur van twee jaren noodzakelijk is. Gelet op het doel van de maatregel en de persoon van verdachte, ziet de rechtbank geen aanleiding het voorarrest in mindering te brengen op de duur van de maatregel. Ook acht de rechtbank het gelet hierop niet aangewezen om op voorhand een tussentijdse toetsing te bepalen. Desgewenst kan verdachte gedurende de ISD-maatregel zelf om een tussentijdse toetsing verzoeken.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 38m, 38n en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde met parketnummer 08.029990.23 en het feit met parketnummer 08.005297.23 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08.029990.23
feiten 1 en 2
telkens het misdrijf:
diefstal;
feit 3
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 4
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling;
parketnummer 08.005297.23
het misdrijf:
in de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 met parketnummer 08.029990.23 en het feit met parketnummer 08.005297.23 bewezen verklaarde;
maatregel
- legt aan verdachte op de maatregel tot
plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee (2) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.B. Soppe, voorzitter, mr. A. van Holten en
mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van der Hulst, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen in de zaken met de parketnummers 08.029990.23 en 08.005297.23.
Parketnummer 08.029990.23
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, met nummer PL0600-2023044955. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van feit 1
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens Jumbo [locatie] , van 28 januari 2023 (pagina’s 10 tot en met 12), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
(…) Pleegdatum/tijd : (…) 28 januari 2023
(…) aangifte namens slachtoffer Jumbo [locatie] , gevestigd (…) te [woonplaats] (…)
Ik zag meneer bij de kassa staan en herkende hem van een winkeldiefstal gisteren gepleegd, dus ik sprak hem na de kassa aan en trof toen nog meer niet afgerekende producten in zijn tas. Ik zag dat hij 2 flesjes vitaminedrink had afgerekend bij kassa 10 en dat hij de overige goederen niet had afgerekend. (…)
De goederen zijn door de verdachte uit het zicht gebracht. het te verstoppen in een tas onder kleding en het dichtknopen van een tas. De verdachte passeerde de kassa zonder de goederen ter betaling aan te bieden. (…)
De volgende goederen zijn bij de diefstal weggenomen:
3x scharrelkip, drumsticks gekruid schaal a +/- 1000 gram
2x magere Braadlappen schaal a 700 gram
2x scharrel Dijfilet schaal a 600 gram
1x iers rund riblap schaal a 1100 gram
1x iers rund riblap schaal a 550 gram
1x pedigree Adult 2.6 kg
2x heiniken coolcan 6-pack 33 cl (…);
2. Het proces-verbaal van bevindingen van 30 januari 2023 (pagina 93), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) Voor de diefstal van (…) 28 januari, werd verdachte [verdachte] aangehouden. (…) Ik heb verdachte [verdachte] bij zijn cel gesproken. Toen ik de camerabeelden bekeek herkende ik hem op de beelden. (…)
Op de camerabeelden van zaterdag 28 januari 2023 is te zien dat;
[verdachte] met een winkelwagentje bij een koeling staat met vlees. (…) Hij haalt 3 keer een pak uit het schap en stopt deze in 1 van de tassen. (…)
[verdachte] naar de kassa toe loopt. In zijn winkelwagentje staat 1 boodschappentas. (…) Deze tas lijkt gevuld. (…) De tas (…) is aan de bovenzijde dichtgeknoopt. In zijn handen heeft hij 2 flesjes vast die hij afrekent bij de kassa. (…).
Ten aanzien van feit 2
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens Jumbo [locatie] , van 28 januari 2023 (pagina’s 7 en 8), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
(…) Plaats delict : (…) [woonplaats]
Pleegdatum/tijd : (…) 27 januari 2023
(…) aangifte mede namens slachtoffer Jumbo [locatie] (…)
Er is door een man vlees ter waarde van 56,32 gestolen hij heeft dit niet afgerekend bij de kassa wel rekent hij met de pin een flesje mango drink af ter waarde van 0,75 (…)
Vlees (…) Kipdrumst 8 GVP (…) 1 stuks (…)
Vlees (…) Bavette (…) 2 stuks (…)
Vlees (…) Rib eye (…) 3 stuks (…);
2. Het proces-verbaal van bevindingen van 30 januari 2023 (pagina 93), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) [verdachte] zou ook op 27 januari in de Jumbo zijn geweest en een winkeldiefstal hebben gepleegd. Ik heb verdachte [verdachte] bij zijn cel gesproken. Toen ik de camerabeelden bekeek herkende ik hem op de beelden.
Op de camerabeelden van (…) 27 januari 2023 is te zien dat;
(…) In het winkelwagentje staan 2 boodschappentassen. (…) [verdachte] pakt 3 keer een pak uit het schap en stopt 2 keer een pak in de Action tas. Het derde pak houd hij in zijn handen en gaat met zijn winkelwagentje achter het schap staan. (…) Je ziet hem een aantal keren bukken en bezig zijn met zijn boodschappentassen.
Vervolgens is te zien dat [verdachte] bij de kassa staat en dat alleen de Action tas nog in zijn winkelmandje staat. Deze lijkt gevuld. [verdachte] rekent bij de kassa 1 flesje drinken af. (…).
Ten aanzien van feit 3
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , van 27 januari 2023 (pagina’s 33 en 34), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Ik doe aangifte van (…) vernieling (…) Op 27 januari 2023 (…) in mijn woning (…) te [woonplaats] . (…) Ik zag tegelijkertijd dat mijn televisie kapot was. Ik zei tegen [verdachte] dat hij kapot was. Ik zag dat [verdachte] er vervolgens nog een trap tegen aan gaf. (…) Nadat ik weer terug kwam in mijn woning zag ik dat er meerdere dingen stuk waren. Namelijk mijn (…) televisie, mijn laptop (…);

2. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , van 27 januari 2023 (pagina’s 44 en 45) in onderling verband en samenhang bezien met het proces-verbaal aanvullend verhoor van [slachtoffer 2] van 31 januari 2023 (pagina 56), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
(…) Ik ben hierna samen met [slachtoffer 1] naar haar kamer gelopen. Ik zag dat haar kamer een
grote ravage was. Ik zag een man in haar woonkamer staan (…). Ik zag dat deze man met zijn vuisten meerdere keren tegen de televisie van [slachtoffer 1] aan sloeg. Ik zag dat deze tv dikke deuken en barsten had. Ik zag dat de tv kapot ging toen de donkere jongen met zijn vuisten tegen het scherm van de tv sloeg. (…) Deze tv heb ik eerder gezien en was daarvoor gewoon heel. (…) Ook was hij tegen een tv meubel/kast aan het schoppen en slaan was. (…);
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 30 januari 2023 (pagina’s 75 en 76), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) De beveiligingscamera is gevestigd in een toegangshal van een portiekwoning (…) in [woonplaats] . (…) Ik keek de camerabeelden uit (…) gepleegd op (…) 27 januari 2023. (…)
Ik zie 3 personen op de camerabeelden. Ik zie een blanke man met een ontbloot boven
lijf, ik zie een blanke vrouw en ik zie een donkere getinte man. (…) Ik kan de vrouw
niet goed verstaan maar ik hoor haar iets zeggen over een tv die gesloopt zou zijn. (…);
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , van 30 januari 2023 (pagina 63), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige:

(…) Ik zag dat haar kamer een dikke puinhoop was. Dit is normaal niet zo. Ik zag dat haar tv op de grond lag, ik zag dat er kasten kapot waren en dat deze ook op de grond lagen. (…).

Ten aanzien van feit 4
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , van 27 januari 2023 (pagina’s 33 en 34), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Ik doe aangifte van bedreiging (…) Op 27 januari 2023 (…) in mijn woning (…) te [woonplaats] . (…) Op 27 januari (…) kwam (…) [verdachte] , op visite (…) [slachtoffer 2] was inmiddels voor de bank gaan staan. Hier stond [verdachte] ook. Ik hoorde dat [verdachte] verbaal agressief werd. Ik zag dat hij een mes in zijn rechterhand had. Ik heb niet gehoord wat hij zei. (…) Ik voelde mij door de situatie en het feit dat ik een mes zag, erg bedreigd. (…);

2. Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever, [slachtoffer 1] , van 31 januari 2023 (pagina 42), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Toen ik met [verdachte] in mijn kamer was had hij het mes in zijn hand vast. (…) Ik vond het wel bedreigend dat hij een mes in zijn hand vast hield. (…);

3. Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever, [slachtoffer 2] , van 31 januari 2023 (pagina 53) in onderling verband en samenhang bezien met het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , van 27 januari 2023 (pagina’s 44 en 45), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Boven in de woning van [slachtoffer 1] zag ik dat de donkere man een mes vast had. (…) In de hal zag ik dat hij nog steeds het mes vast hield in zijn hand. Dit mes heeft hij toen ook de hele tijd, dat hij in de hal was, in zijn hand vast gehad. (…) Op de begane grond bij de portiekdeur pakte de man een mes. Hij hield dit mes dreigend voor zich. Dit was een mes met een zwart handvat. Het mes was aan 1 kant scherp en scharnierde in het midden. Het lemmet alleen was 10 tot 15 centimeter groot. (…) Ik dacht op een gegeven moment wel dat hij mij misschien zou steken maar dit deed hij toch niet. Ik zag dat hij op een gegeven moment naar [slachtoffer 1] wees. [slachtoffer 1] stond toen op de trap. De donkere man had toen ook het mes vast in de hand (…);

4. Het proces-verbaal van bevindingen, van 30 januari 2023 (pagina 31), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) In zijn aangifte verklaart [slachtoffer 2] dat [verdachte] een mes bij zich had. Dit mes had een zwart handvat, was aan één kant scherp en scharnierde in het midden. Het lemmet was 10 tot 15 centimeter.
Gezien de overeenkomsten bestaat de mogelijkheid dat het mes, welke bij verdachte werd aangetroffen en in beslag genomen, hetzelfde mes betreft als waar aangever [slachtoffer 2] over spreekt in zijn aangifte. (…);
5. Het proces-verbaal van bevindingen, van 30 januari 2023 (pagina’s 75 en 76), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) De beveiligingscamera is gevestigd in een toegangshal van een portiekwoning (…) in [woonplaats] . (…) Ik keek de camerabeelden uit (…) gepleegd op vrijdag 27 januari 2023. (…) Hij telt af en hierna lijkt het erop dat de donkere man iets pakt en iets in zijn hand vast houd. Het is niet te zien wat. De donkere man zegt iets maar dit is niet te verstaan. Ik hoor de blanke dan man zeggen dat er niet gestoken wordt. (…)
(…) De donkere man houd zijn rechterhand in de lucht in de richting van de vrouw die op de trap staat. Het lijkt of dat de donkere man iets in zijn rechterhand vast houd. De blanke man zegt: "Ga naar buiten, kom, mes weg, naar buiten nu." (…) Op dat moment is te zien dat de donkere man een glimmend voorwerp in zijn hand vast houd. (…).
Parketnummer 08.005297.23
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, district IJsselland, basisteam Zwolle, met nummer PL0600-2022486725. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , van 7 november 2022 (pagina’s 13 en 14), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Ik doe aangifte van vernieling en huisvredebreuk. Ik woon op het adres: [adres] in [woonplaats] . Op 20 oktober 2022 (…) Ik zag dat hij vervolgens richting mijn voordeur kwam lopen. Ik zag en hoorde dat hij ongeveer 3 keer tegen mijn voordeur aan trapte. (…) Ik zei tegen hem dat hij niet naar binnen mocht. Vervolgens zag ik dat hij een stenen pilaar van de stoep pakte. Ik zag dat hij vervolgens met die pilaar in zijn handen richting mijn voorraam liep. Uit angst ben ik toen snel naar boven gerend. Ik hoorde vervolgens een harde knal en glasgerinkel. Later bleek dat hij mijn voorraam ingegooid had met die stenen pilaar. Ik zag de pilaar namelijk binnen in mijn woonkamer liggen. Tevens hoorde ik dat hij door mijn raam klom en in mijn woonkamer stond. (…);

2. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, van 21 december 2022 (pagina’s 21 tot en met 24), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
(…) A: Ja zij was op een gegeven moment thuis gekomen en ja toen begon ze te schreeuwen en hadden we op straat eigenlijk ruzie. Toen is ze naar binnen gegaan (…) toen werd ik boos en heb ik de steen door de ruit gegooid.
V: (…) Ik heb veel geschreeuw gehoord tussen jou en haar maar ik heb ook gezien dat jij op een gegeven moment naar binnen gaat toen de ruit was ingegooid. Wat gebeurde er toen dan?
A: Toen heb ik alleen mijn eigen spullen mee genomen.
V: Wat heb jij gebruikt om de ruit in te gooien?
A: Baksteen (…);
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 27 november 2022, (pagina’s 16 en 17) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) [verdachte] had zelf de meldkamer gebeld en had tegen de centralist gezegd dat hij de
woning in wilde omdat hier spullen van hem zouden liggen. (…) later kregen wij van OC het verzoek om (…) naar de [adres] te gaan aangezien daar de ruiten er uit werden gegooid. (…)Wij zagen dat de ruit van haar woning stuk was en dat er glas op de stoep lag. (…) Ik, verbalisant [verbalisant] , heb de beelden ook bekeken en deze zijn zo duidelijk dat meneer [verdachte] en mevrouw [slachtoffer 3] duidelijk herkenbaar op beeld staan. (…) Vervolgens is te zien dat mevrouw [slachtoffer 3] haar woning binnen gaat en zij meneer [verdachte] niet binnen wil hebben. Daarna is te zien dat meneer [verdachte] meerdere keren op de voordeur bonkt en schopt. Ook hoor je hem schreeuwen. Niet lang daarna is te zien dat meneer [verdachte] iets van een tegel pakt en deze door de ruit van de woning van mevrouw [slachtoffer 3] gooit. Vervolgens is te zien dat hij door de vernielde ruit naar binnen gaat en later weer naar buiten. (…).