4.1.Westerkwartier vordert dat de kantonrechter:
1. gedaagden zal veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de door [gedaagde 1] gehuurde bedrijfsruimte te verlaten en te ontruimen met al de zijnen en het zijne en ontruimd te houden alsmede alle sleutels van het pand aan Westerkwartier te doen toekomen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag waarop gedaagden in gebreke blijven aan dit vonnis te voldoen;
2. gedaagden hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan Westerkwartier van een bedrag van € 30.906,23, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
3. gedaagden hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn bevrijd, bij wijze van voorschot op de door Westerkwartier geleden schade, te veroordelen tot betaling aan Westerkwartier van een bedrag van € 8.687,20, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
4. gedaagden hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5. te bepalen dat, mochten gedaagden in gebreke blijven te voldoen aan de veroordeling sub 1, Westerkwartier gerechtigd zal zijn de door [gedaagde 1] gehuurde bedrijfsruimte te laten ontruimen, met in dat laatste geval veroordeling van gedaagden, hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van de ontruiming.