Uitspraak
gevestigd en kantoorhoudende te Vaassen,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Direct Verspreidingen B.V. en een voormalige werknemer, aangeduid als [gedaagde]. Direct Verspreidingen vorderde een betaling van € 20.000,00 van [gedaagde], waarvan € 10.000,00 per 16 januari 2023 en daarna maandelijks € 1.000,00, alsmede wettelijke rente en kosten. De vordering was gebaseerd op de stelling dat er een vaststellingsovereenkomst was gesloten tussen partijen, waarin [gedaagde] zich verplichtte tot betaling van het genoemde bedrag.
De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Direct Verspreidingen de grondslagen van haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. Er was geen bewijs dat partijen een vaststellingsovereenkomst hadden gesloten, noch dat er een wilsovereenstemming bestond over het verschuldigde bedrag. De kantonrechter merkte op dat de correspondentie tussen partijen niet voldoende duidelijkheid bood over de afspraken en dat [gedaagde] niet gebonden kon worden geacht aan de veronderstelde overeenkomst. Bovendien was er geen bewijs van overtredingen van de arbeidsovereenkomst door [gedaagde], zoals het overtreden van een geheimhoudings- of relatiebeding.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Direct Verspreidingen afgewezen en deze in het ongelijk gesteld, waarbij de proceskosten voor rekening van Direct Verspreidingen zijn gekomen, begroot op nihil, aangezien [gedaagde] zonder professionele bijstand had geprocedeerd en niet ter zitting was verschenen.