ECLI:NL:RBOVE:2023:3325

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 augustus 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
10524157 \ EJ VERZ 23-171
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietig verklaring verwerping nalatenschap door meerderjarigenbewind

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 8 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot ongedaanmaking van de verwerping van een nalatenschap. De verwerping was gedaan door [verzoeker], die onder meerderjarigenbewind stond, zonder zijn bewindvoerder in te lichten. De bewindvoerder, De Financiële Hulpverlener B.V., heeft verzocht om de verwerping ongedaan te maken en de nalatenschap als beneficiair aanvaard te beschouwen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verwerping ongeldig was, omdat [verzoeker] niet bevoegd was om deze handeling zelfstandig uit te voeren zonder de tussenkomst van de bewindvoerder. De rechter heeft de akte van verwerping nietig verklaard en gelast dat het boedelregister wordt verbeterd. Dit betekent dat de nalatenschap nu als beneficiair aanvaard wordt beschouwd, wat inhoudt dat er eerst moet worden vereffend volgens de wet. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 10524157 \ EJ VERZ 23-171
Beschikking van de kantonrechter van 8 augustus 2023
op een verzoek tot ongedaan making van de verwerping van een nalatenschap
ingediend door
de besloten vennootschap
DE FINANCIËLE HULPVERLENER B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Deventer,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder als bedoeld in artikel 1:431 BW over de goederen van [verzoeker] , geboren [geboortedatum 1] 1983,
verzoekende partij,
met betrekking tot de nalatenschap van:
[erflaatster],
geboren te [geboorteplaats 2] (Nederlands Nieuw-Guinea) op [geboortedatum 3] 1956,
en overleden in de gemeente Olst-Wijhe op [overlijdensdatum] 2021, laatst gewoond hebbende te [woonplaats] , hierna te noemen erflaatster.

1.De procedure

1.1.
Op 23 mei 2023 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift met bijlagen, waarin door de bewindvoerder ten behoeve van de erfgenaam wiens vermogen onder bewind werd gesteld in voornoemde nalatenschap wordt verzocht om de verwerping van de nalatenschap van erflaatster ongedaan te maken en de inschrijving daarvan in het boedelregister op te heffen.
1.2.
Het verzoek is mondeling behandeld op 1 augustus 2023.
Op de zitting zijn verschenen:
  • de bewindvoerder – in de persoon van R. Prinsen,
  • [verzoeker] voornoemd,
  • [naam 1] , zus van [verzoeker] , belanghebbende
  • [naam 2] , broer van [verzoeker] , belanghebbende
  • Mr. A.H.H. Bloo, notaris, betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap.
1.3.
De andere broer van betrokkenen, [naam 3] , is door de notaris op de hoogte gesteld van de zitting, maar is niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van de kantonrechter van 28 juni 2022 zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan [verzoeker] (geboren te [geboorteplaats 1] , Indonesië, op [geboortedatum 2] 1983 en hierna aan te noemen [verzoeker] ) onder bewind gesteld als bedoeld in artikel 431 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (1:431 BW) met benoeming van De Financiële Hulpverlener B.V. tot bewindvoerder. Het bewind is geregistreerd in het landelijke curatele- en bewindregister.
2.2.
Erflaatster heeft niet bij testament over haar nalatenschap beschikt. Zij heeft als enige erfgenamen achtergelaten haar vier kinderen. Eén van die kinderen is haar zoon [verzoeker] . Daarnaast zijn er nog twee zoons en een dochter.
2.3.
Bij beschikking van 22 september 2022 onder zaaknummer 10081887 EJ VERZ 220287 heeft de kantonrechter van de rechtbank Overijssel op verzoek van een erfgenaam in de nalatenschap van erflaatster aan (onder andere) [verzoeker] een termijn gesteld van zes weken na betekening van die beschikking voor het aanvaarden of verwerpen van de nalatenschap van erflaatster.
2.4.
[verzoeker] heeft op 12 oktober 2022 bij de notaris een volmacht tot verwerping ondertekend, waarin hij verklaart de nalatenschap van zijn moeder te willen verwerpen voor zichzelf en voor zijn minderjarige kinderen. In verband met verwerping voor de minderjarige kinderen hebben [verzoeker] en zijn echtgenote voor hun drie kinderen (geboren in 2006, 2009 en 2018) een formulier verzoek machtiging verwerping ingevuld en ondertekend. Het verzoek om namens de minderjarigen te mogen verwerpen is daarna door het notariskantoor ingediend bij de rechtbank bij brief van 27 oktober 2022. In de stukken die aan de kantonrechter zijn gestuurd staat niets over een meerderjarigenbewind dat al eerder ten behoeve van [verzoeker] zou zijn ingesteld.
2.5.
De kantonrechter heeft op 3 januari 2023 (onder zaaknummer 10168973 EJ VERZ 22-340) toestemming verleend aan [verzoeker] om de nalatenschap van zijn moeder te mogen verwerpen voor zijn drie minderjarige kinderen.
2.6.
Bij akte opgemaakt door de rechtbank Overijssel op 2 februari 2023 heeft [verzoeker] de nalatenschap van erflaatster verworpen voor zichzelf en voor zijn drie minderjarige kinderen. De verwerping is aangetekend in het boedelregister.

3.De beoordeling

3.1.
In het verzoek vraagt de bewindvoerder - die door de kantonrechter is benoemd als bewindvoerder over de goederen van [verzoeker] - om de hiervoor genoemde verwerping van de nalatenschap van 2 februari 2023 ongedaan te maken en om de nalatenschap aan te merken als een door [verzoeker] beneficiair aanvaarde nalatenschap.
3.2.
De kantonrechter zal dit verzoek toewijzen. Hierna zal worden toegelicht waarom dat zo is en wat deze beslissing voor de afwikkeling van de nalatenschap betekent.
3.3.
Bij de beoordeling betrekt de kantonrechter de gang van zaken die aan de verwerping vooraf is gegaan. De feiten zijn wat dat betreft hiervoor onder 2.1 t/m 2.5 uiteengezet. Daaruit volgt dat het vermogen van [verzoeker] pas na het overlijden van zijn moeder onder bewind is gesteld. Het overlijden vond plaats op 2 december 2021 en de onderbewindstelling dateert van 28 juni 2022. In de periode tussen het overlijden en de instelling van het bewind heeft de familie van erflaatster een notaris ingeschakeld in verband met de afwikkeling van de nalatenschap. De notaris heeft daarover op de zitting verklaard dat de dochter van erflaatster op 31 maart 2022 het eerste contact heeft gelegd. Toen is bij het notariskantoor een dossier aangemaakt en is gecontroleerd of er onder de betrokkenen sprake was van bewind of curatele. Op dat moment was dat niet het geval. Pas na het opmaken van de akte verwerping nalatenschap kwam de notaris er achter dat er een bewind was ingesteld over de goederen van [verzoeker] . Dat gebeurde toen hij de verklaring van erfrecht wilde opmaken, waarvoor opnieuw het bewindsregister werd geraadpleegd.
3.4.
De kantonrechter begrijpt uit het verzoek dat nu is gedaan en de meegezonden stukken dat [verzoeker] , na de instelling van het bewind zonder de bewindvoerder daarover in te lichten, de nalatenschap heeft verworpen voor hem zelf en voor zijn minderjarige kinderen. Verder heeft [verzoeker] in dat proces contact gehad met de notaris die bij de afwikkeling van de nalatenschap betrokken was (en is). [verzoeker] heeft de notaris niet op de hoogte gesteld van het bestaan van het meerderjarigenbewind. Ook bij de kantonrechter - in verband met de machtiging voor de verwerping namens de minderjarige kinderen van [verzoeker] -, is geen melding gedaan van het meerderjarigenbewind. Inmiddels is gebleken dat de nalatenschap waarschijnlijk een positief saldo heeft. De bewindvoerder wil daarom in het belang van [verzoeker] dat de verwerping, die in het boedelregister is vermeld, ongedaan wordt gemaakt.
3.5.
In geval van toewijzing van het verzoek van [verzoeker] heeft dat ook gevolgen voor zijn beide broers en zijn zus. Zij zijn daarom als belanghebbenden uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van het verzoek. Broer [naam 2] en zus [naam 1] hebben op de zitting verklaard dat zij er geen bezwaar tegen hebben als de verwerping van [verzoeker] alsnog ongeldig wordt verklaard, ook niet als dat betekent dat het eventueel resterende deel van de nalatenschap dan ook met hem moet worden gedeeld. Zij hebben beiden de nalatenschap zuiver aanvaard en zij verklaarden dat voor hen vooral van belang is dat de afwikkeling van de nalatenschap kan worden voortgezet. Op dit moment stagneert die voortgang door de onduidelijkheid die er is ontstaan over de verwerping door hun broer [verzoeker] . Zij zien graag dat die onduidelijkheid wordt opgeheven.
3.6.
Eén van de belanghebbende erfgenamen, is niet op de zitting verschenen. Ten aanzien van deze erfgenaam heeft de notaris verklaard dat hij de nalatenschap van erflaatster beneficiair heeft aanvaard en dat hij een schriftelijke machtiging heeft gegeven aan zijn zus [naam 1] en zijn broer [naam 2] om de nalatenschap verder af te wikkelen.
3.7.
De kantonrechter is van oordeel dat de verwerping van de nalatenschap door [verzoeker] ongeldig is. [verzoeker] was namelijk op 2 februari 2023 (de datum dat de akte van verwerping bij de rechtbank werd opgemaakt) niet bevoegd om zonder de tussenkomst van de bewindvoerder tot verwerping over te gaan. Het meerderjarigenbewind brengt mee dat de bewindvoerder tijdens het bewind de rechthebbende (dat is degene wiens goederen onder bewind zijn gesteld) vertegenwoordigt in en buiten rechte. Dat staat in de wet onder artikel 441 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (1:441 lid 1 BW). Verder is in artikel 193 lid 1 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (4:193 lid 1 BW) bepaald dat een wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam voor de verwerping van een nalatenschap een machtiging van de kantonrechter nodig heeft. Bij de verwerping in de akte van 2 februari 2023 was de bewindvoerder niet betrokken en de bewindvoerder heeft ook geen machtiging van de kantonrechter om de nalatenschap te mogen verwerpen. Er was daarom op 2 februari 2023 geen sprake van een rechtsgeldige verwerping van de nalatenschap door [verzoeker] . Die ongeldigheid treft ook de verwerping die hij voor zijn kinderen heeft gedaan.
3.8.
De op 2 februari 2023 door de griffier opgemaakte akte verwerping nalatenschap zal daarom ambtshalve nietig worden verklaard. Daarnaast zal verbetering van het boedelregister worden gelast.
3.9.
De bewindvoerder heeft ten aanzien van de nalatenschap van erflaatster geen verklaring van beneficiaire aanvaarding afgelegd. Op grond van artikel 4:193 lid 2 BW geldt een nalatenschap als door de erfgenaam beneficiair aanvaard, wanneer de bewindvoerder niet binnen drie maanden na het tijdstip dat de nalatenschap aan de erfgenaam toekomt een verklaring van aanvaarding of verwerping heeft afgelegd. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat de nalatenschap heeft te gelden als een nalatenschap die door [verzoeker] beneficiair is aanvaard. Dat betekent voor de afwikkeling van de nalatenschap dat er eerst moet worden vereffend volgens de wet.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
verklaart nietig de akte verwerping nalatenschap opgemaakt door de griffier van deze rechtbank op 2 februari 2023 onder akteregisternummer 101/2023;
4.2.
gelast verbetering van het boedelregister in die zin dat de registratie verwerping nalatenschap wordt doorgehaald;
4.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Koene, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2023.
(AP)