Uitspraak
vonnis
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer / rolnummer: C/08/300072 / KG ZA 23-147
Vonnis in kort geding van 4 september 2023
in de zaak van
de stichting
WOONSTICHTING VECHTHORST,
gevestigd te Nieuwleusen,
eiseres, hierna te noemen: Vechthorst,
advocaat mr. A.M. Takkenberg uit Zwolle,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.
1.De procedure
1.1.
De voorzieningenrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding met producties van Vechthorst van 9 augustus 2023,
- de akte van Vechthorst, inhoudende twee aanvullende producties, van 28 augustus 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling vond plaats op 29 augustus 2023. Daarbij is namens Vechthorst mevrouw [naam] verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde
mr. Takkenberg. Verder zijn de ouders van [gedaagde] verschenen. [gedaagde] zelf is niet verschenen en evenmin een advocaat namens haar.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft, gelet op het bepaalde in artikel 139 Rv, tijdens de mondelinge behandeling verstek verleend. Hij heeft de ouders van [gedaagde] (enkel) als informant gehoord, maar hen kenbaar gemaakt bij de beoordeling geen rekening met hun standpunt dan wel verweer te houden.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.De vordering
2.1.
Vechthorst vordert, samengevat, dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te verbieden om – anders dan via een advocaat – direct of indirect contact op te nemen met Vechthorst en haar medewerkers voor de duur van één jaar,
II. [gedaagde] een locatieverbod, zoals aangegeven op onderstaande plattegrond, zal opleggen voor de duur van één jaar,
Afbeelding
III. bepaalt dat [gedaagde] een dwangsom zal verbeuren van € 500,00 per overtreding van het contact- of locatieverbod, met een maximum van
€ 15.000,00,
IV. Vechthorst machtigt om de ontzetting van [gedaagde] bij overtreding van het contact- of locatieverbod uit de omgeving van Vechthorst en haar medewerkers te bewerkstelligen dan wel de verwijdering van [gedaagde] uit het onder II omschreven gebied te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
V. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
3.De beoordeling
3.1.
Ten aanzien van het onder I gevorderde heeft de voorzieningenrechter tijdens de mondelinge behandeling opgemerkt dat de kosten voor [gedaagde] hoog kunnen oplopen als zij alleen door tussenkomst van een advocaat contact mag opnemen met Vechthorst. Daarop heeft de gemachtigde geopperd dat zij eventueel ook via haar ouders contact met Vechthorst kan opnemen. De voorzieningenrechter zal daarom bepalen dat [gedaagde] enkel ofwel door tussenkomst van een advocaat ofwel van haar vader contact mag opnemen met Vechthorst.
3.2.
Ten aanzien van het onder IV gevorderde heeft de voorzieningenrechter de gemachtigde van Vechthorst tijdens de mondelinge behandeling gevraagd of de machtiging van de sterke arm niet voldoende zou zijn, zodat daarnaast geen behoefte bestaat aan de tevens gevorderde machtiging voor Vechthorst zelf om [gedaagde] van de verboden locaties te ‘ontzetten’, wat Vechthorst daar ook onder begrijpt. De gemachtigde van Vechthorst heeft dat bevestigd. De voorzieningenrechter zal de machtiging dan ook in deze zin beperken.
3.3.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
3.4.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Vechthorst worden begroot op:
- betekening oproeping € 129,86
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 697,00
€ 697,00
Totaal € 1.502,86
4.De beslissing
De voorzieningenrechter
4.1.
verbiedt [gedaagde] gedurende een periode van één jaar na betekening van dit vonnis om – anders dan via een advocaat of via haar vader – persoonlijk, telefonisch, via sms, via sociale media, zoals Facebook, Twitter of WhatsApp, per e-mail, schriftelijk dan wel fysiek te benaderen of anderszins contact te hebben, op te nemen of trachten op te nemen met Vechthorst en haar medewerkers,
4.2.
verbiedt [gedaagde] gedurende een periode van één jaar na betekening van dit vonnis zich te begeven naar en/of zich te bevinden dan wel zich op te houden in de directe omgeving van het kantoor van Vechthorst, gelegen aan de Raiffeisenstraat 2 in Nieuwleusen, welk gebied is begrensd door de navolgende straten: de Raiffeisenstraat,
de Burgemeester Backxlaan, het Zandspeur en de Burgemeester Bosch Bruisstraat,
met inbegrip van de betreffende (delen) van de genoemde straten, één en ander zoals aangegeven staat op de in rechtsoverweging 2.1. opgenomen plattegrond,
4.3.
bepaalt dat [gedaagde] een dwangsom zal verbeuren van € 500,00 voor iedere keer dat zij na betekening van dit vonnis de onder 3.1. of 3.2. omschreven verboden overtreedt, zulks met een maximum van € 15.000,00,
4.4.
machtigt Vechthorst om bij overtreding door [gedaagde] van de verboden onder 3.1. en/of 3.2. verwijdering van [gedaagde] uit de omgeving van Vechthorst en haar medewerkers dan wel uit het onder 3.2. omschreven gebied te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
4.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Vechthorst tot op heden begroot op € 1.502,86,
4.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2023. (ED)