Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak en in het incident.
2.Inleiding
3.De vordering in het incident
- I) binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis een gewaarmerkt afschrift van alle administratieve bescheiden die nodig zijn om het erfdeel van eiser uit hoofde van de nalatenschap van zijn vader – wijlen [naam 1] , overleden op [overlijdensdatum] 1989 – te kunnen berekenen en aan de raadsvrouw van eiser af te geven op straffe van een dwangsom van € 1.000,= per dag dat zij daarmee na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijft, tot een maximum van € 50.000,=
- II) binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis een gewaarmerkt afschrift van een notariële boedelbeschrijving met betrekking tot de nalatenschap van vader, onderbouwd met verificatoire bescheiden, aan de raadsvrouw van eiser af te geven en deze op de kortst mogelijke termijn ten overstaan van de bevoegde rechter te beëdigen op straffe van een dwangsom van € 1.000,= per dag dat zij daarmee na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijft, tot een maximum van € 50.000,=
- III) over alle jaren sinds 1989 en voorts jaarlijks, zolang zij executeur is, en tevens bij het einde van de executele, rekening en verantwoording aan eiser als erfgenaam af te leggen van het door haar als executeur gevoerde beheer op straffe van een dwangsom van € 1.000,= per dag, voor elke dag dat zij daarmee na betekening van het te wijzen vonnis, in gebreke blijft tot een maximum van € 50.000,=
4.De beoordeling
5.De beslissing
op 6 september 2023. (ap)