Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
tevens verwerende partij in reconventie,
1.[partij B] ,
gedaagde partij sub 1 in conventie,
hierna te noemen [partij B] ,
2.[partij C 1] ,
3.
[partij C 2],
gedaagde partijen sub 2 en 3 in conventie,
tevens eisers in reconventie,
tevens eisers in het incident,
hierna te noemen: [partij C 1] en [partij C 2] .
1.De procedure
- van de zijde van [partij C 1] en [partij C 2] : de conclusie van antwoord met producties genummerd 1 t/m 32, tevens houdende incidentele vordering ex artikel 208 Rv,
en tevens houdende eis in reconventie
- van de zijde van [partij B] : de conclusie van antwoord met producties genummerd 1 t/m 6,
2.Inleiding
3.De vordering in incident
4.De beoordeling
- de mogelijkheid tot het treffen van een schikking, waarbij desgewenst een voorlopig oordeel kan worden gegeven, dan wel inschakeling van een mediator
- verdere regie van de procedure
- het opmaken van een proces-verbaal
- de termijn waarop vonnis wordt gewezen
5.De beslissing
woensdag 13 september 2023voor het
opgeven van verhinderdataen het bepalen van de dag en het tijdstip waarop de mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Partijen hoeven niet aanwezig te zijn bij deze rolzitting. Partijen kunnen schriftelijk 20 verhinderdata (of 40 verhinderingsdagdelen) opgeven voor de drie volledige maanden die volgen na (de maand van) deze rolzitting;
woensdag 18 oktober 2023voor het nemen van de
conclusie van antwoord in reconventiedoor [partij A] ;
op 6 september 2023. (ap)