ECLI:NL:RBOVE:2023:3617
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurovereenkomst woonruimte, huurachterstand en tegenvordering
In deze zaak vorderde de verhuurder, Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund N.V., betaling van een huurachterstand van € 1.470,34, vermeerderd met rente en incassokosten, van de huurder, [partij A]. De huurder voerde verweer en stelde een tegenvordering in voor terugbetaling van een waarborgsom van € 2.800,00. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de verhuurder toewijsbaar was, omdat de huurder niet tijdig had betaald en geen rechtsgeldige reden had om de huur op te schorten. De huurder had zich beroepen op een lekkage in de woning, maar de kantonrechter oordeelde dat de verhuurder de melding serieus had genomen en de lekkage had laten verhelpen. De tegenvordering van de huurder werd afgewezen, omdat de huurder niet voldeed aan de voorwaarden voor terugbetaling van de waarborgsom. De kantonrechter veroordeelde de huurder in de proceskosten van de verhuurder, die in totaal € 1.015,66 bedroegen. Het vonnis werd uitgesproken op 22 augustus 2023.