ECLI:NL:RBOVE:2023:3618
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in ontnemingsvordering na vrijspraak
Op 8 september 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij het Openbaar Ministerie een ontnemingsvordering had ingediend tegen de verdachte. De vordering was gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij het OM het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte wilde vaststellen op een bedrag van € 23.550,00. Tijdens de openbare terechtzitting op 14 augustus 2023 heeft de officier van justitie, mr. drs. M.R.A. van IJzendoorn, zijn vordering gehandhaafd, terwijl de raadsman van de verdachte, mr. H.J. Voors, pleitte voor vrijspraak en de afwijzing van de ontnemingsvordering. Hij stelde subsidiair dat, mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen, het wederrechtelijk verkregen voordeel maximaal € 7.500,00 zou bedragen. De rechtbank heeft op 8 september 2023 de verdachte vrijgesproken van het feit waarop de ontnemingsvordering was gegrond. Gezien deze vrijspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. Melaard als voorzitter en de rechters mr. Beljaars en mr. Miltenburg, in aanwezigheid van griffier mr. A.R. Mulder.