ECLI:NL:RBOVE:2023:3934

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
10468524 \ CV EXPL 23-1600
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een kredietbedrag met wettelijke rente en incassokosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Joyfields International BV, gevestigd te Willemstad, en een gedaagde partij. Joyfields vorderde betaling van een bedrag van € 5.865,60, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure volgde op een tussenvonnis van 22 augustus 2023, waarin de partijen de gelegenheid kregen om een rechtskeuze te maken. Joyfields heeft aangegeven dat het recht van Curaçao van toepassing is, wat door de kantonrechter is bevestigd.

Joyfields vorderde terugbetaling van een kredietbedrag van € 4.128,30, dat door de gedaagde niet tijdig was afgelost. De gedaagde heeft de hoofdsom niet betwist, waardoor deze is toegewezen. Wat betreft de rente, was er aanvankelijk een rente van 126% per jaar overeengekomen, maar Joyfields heeft deze verlaagd naar 1,50% per maand. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Joyfields onvoldoende bewijs heeft geleverd voor deze rente en heeft alleen de wettelijke rente toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.

Daarnaast vorderde Joyfields vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, welke door de kantonrechter zijn toegewezen op basis van het Procesreglement Civiele Zaken. De totale vordering van Joyfields, inclusief hoofdsom, rente en incassokosten, is toegewezen, en de gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10468524 \ CV EXPL 23-1600
Vonnis van 3 oktober 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
JOYFIELDS INTERNATIONAL BV.,
te Willemstad,
eisende partij,
hierna te noemen: Joyfields,
gemachtigde: GGN Mastering Credit N.V.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 augustus 2023
- de akte van Joyfields.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

Het toepasselijk recht
2.1.
Joyfields en [gedaagde] zijn door de kantonrechter bij voormeld tussenvonnis in de gelegenheid gesteld kenbaar te maken of een rechtskeuze is gemaakt en, zo ja, voor welk toepasselijk recht.
2.2.
In reactie hierop heeft Joyfields laten weten dat partijen een rechtskeuze hebben gemaakt voor het recht van Curaçao, zoals volgt uit artikel 8 van de onderliggende overeenkomst. Anders dan in de dagvaarding heeft Joyfields zich ter onderbouwing van haar standpunten beroepen op de overeenkomst en bepalingen uit het Procesreglement Civiele Zaken in eerste aanleg en in hoger beroep 2018 (van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie). [gedaagde] heeft niet gereageerd op het tussenvonnis.
2.3.
Gelet op het voorgaande is in dit geval is daarom het recht van Curaçao van toepassing.
De hoofdsom
2.4.
Joyfields vordert terugbetaling van het krediet. Partijen hebben afgesproken dat Joyfields het gehele krediet mag opeisen als [gedaagde] de aflossingen niet op tijd voldoet. Partijen zijn het er ook over eens dat deze situatie zich voordoet. De hoofdsom is door [gedaagde] in dupliek niet (langer) betwist en daarom kan een bedrag van € 4.128,30 worden toegewezen.
De gevorderde rente
2.5.
Partijen zijn het erover eens dat een rente is overeengekomen van 126% per jaar. [gedaagde] heeft in eerste instantie aangevoerd dat zij deze rente buitenproportioneel vond. Daarna heeft Joyfields de rente (coulancehalve) aangepast naar 1,50% per maand en de eis verminderd. Daartegen heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd. Daarom kan een bedrag van € 1.348,48 aan rente worden toegewezen.
2.6.
Uit deze tegemoetkoming volgt niet dat partijen een rente van 1,50% per maand zijn overeengekomen in de kredietovereenkomst, zoals Joyfields stelt. Dat volgt ook niet uit het afschrift van de kredietovereenkomst dat Joyfields in het geding heeft gebracht. Nu Joyfields onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die tot de conclusie kunnen leiden dat een rente van 1,50% is overeengekomen, is de gevorderde contractuele rente over de hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding niet toewijsbaar. Wel wijst de kantonrechter de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de dag van dagvaarding toe.
De buitengerechtelijke incassokosten
2.7.
Joyfields vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Joyfields baseert haar vordering op artikel 136 onder III van het Procesreglement Civiele Zaken in eerste aanleg en in hoger beroep 2018 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Procesreglement). Joyfields heeft voldoende gemotiveerd dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. In afwijking van wat partijen zijn overeengekomen, zal conform artikel 136 onder III van het Procesreglement een bedrag van ANG 750,00, (te weten 1 ½ punt van tarief 3), omgerekend € 388,82, aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
2.8.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
- rente tot 6 april 2023

4.128,30
1.348,48
- buitengerechtelijke incassokosten
388,82
+
totaal
5.865,6‬0
De proceskosten
2.9.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten aan de zijde van Joyfields worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
- nakosten
132,00
Totaal
1.413,84

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Joyfields te betalen een bedrag van € 5.865,60, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW Curaçao over een bedrag van € 4.128,30, met ingang van 6 april 2023, tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Joyfields vastgesteld op € 1.413,84,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2023.