In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 11 oktober 2023, is het beroep van eisers tegen het niet tijdig beslissen door verweerder op hun Woo-verzoek van 9 december 2022 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder inmiddels met twee deelbesluiten volledig heeft besloten op het Woo-verzoek, en dat er tegen deze besluiten bezwaar is ingediend. Hierdoor is het procesbelang van eisers bij hun beroep wegens niet tijdig beslissen komen te vervallen. In hun correspondentie met de rechtbank hebben eisers aangegeven dat zij met de nieuwe uitspraak in deze zaak, afgezien van de proceskostenveroordeling, niets meer kunnen bereiken.
Het procesverloop toont aan dat eisers op 13 februari 2023 verweerder in gebreke hebben gesteld en op 10 maart 2023 beroep hebben ingesteld. De rechtbank had eerder, op 2 juni 2023, het beroep wegens niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard, maar dit werd herzien na verzet van eisers. De rechtbank oordeelde op 30 augustus 2023 dat de eerdere conclusie onjuist was, omdat verweerder nog een tweede deelbesluit moest nemen. Dit tweede deelbesluit werd op 10 augustus 2023 genomen, maar eisers hebben aangegeven het niet eens te zijn met dit besluit en hebben bezwaar ingediend.
De rechtbank concludeert dat, nu er nu twee deelbesluiten zijn, het procesbelang van eisers is vervallen. De rechtbank herhaalt dat verweerder € 418,50 aan proceskosten en € 184,- aan griffierecht aan eisers moet vergoeden, maar dat deze bedragen al zijn overgemaakt. De uitspraak is gedaan door mr. V.P.K. van Rosmalen, in aanwezigheid van griffier mr. P.J.H. Bijleveld, en is openbaar uitgesproken.