In deze zaak heeft de gedaagde partij, [partij], een huurachterstand laten ontstaan bij de Stichting Woonbedrijf Ieder1, de verhuurder. De gedaagde heeft de huur niet volledig betaald omdat hij van mening is dat de woning niet voldoet aan zijn verwachtingen qua wooncomfort. De kantonrechter heeft de vordering van Ieder1 om de huurachterstand van € 444,60 te betalen toegewezen, evenals de proceskosten. De gedaagde had in reconventie een verzoek ingediend om de huurprijs te verlagen naar € 557,03, maar deze vordering is afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de Huurcommissie eerder had geoordeeld dat er geen gebreken aan de woning waren die een huurprijsverlaging rechtvaardigden. De kantonrechter benadrukte dat de gedaagde niet de volledige huur wilde betalen vanwege overlast van onderburen, maar dat deze overlast niet als zodanig kon worden aangemerkt. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde in het ongelijk was gesteld en veroordeelde hem tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten.