Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
2.Samenvatting
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
5.De beslissing
18 oktober 2023.
Rechtbank Overijssel
In deze civiele zaak vorderde Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) een geldbedrag van de gedaagde partij. De rechtbank Overijssel verklaarde NN niet-ontvankelijk in haar vorderingen. De reden hiervoor was dat de dagvaarding incompleet was en de stellingen daarin onvoldoende waren toegelicht en onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding te summier was en dat de akte vermeerdering van eis geen verbetering bracht. De nadien ingediende producties en de aanvullende toelichting tijdens de mondelinge behandeling konden de onvolkomenheden in de dagvaarding niet repareren.
De procedure begon met een tussenvonnis van de kantonrechter, die zich onbevoegd verklaarde en de zaak verwees naar de handelskamer van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo. NN had in haar vordering een bedrag van € 100.000,- gevorderd, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde partij concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van NN, dan wel tot afwijzing van de vorderingen.
De rechtbank oordeelde dat NN in de dagvaarding onvoldoende feitelijke grondslag had gesteld en dat de vordering vaag en algemeen omschreven was. De rechtbank benadrukte dat de dagvaarding het enige schriftelijke stuk van de eiser is en dat er geen mogelijkheden zijn voor aanvulling. Aangezien NN niet in staat was om de onduidelijkheden in de dagvaarding te verhelpen, werd zij niet-ontvankelijk verklaard. NN werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 5.899,00 werden begroot, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.