ECLI:NL:RBOVE:2023:4066

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
C/08/298084 / HA ZA 23-225
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van vorderingen wegens incompleetheid van de dagvaarding

In deze civiele zaak vorderde Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) een geldbedrag van de gedaagde partij. De rechtbank Overijssel verklaarde NN niet-ontvankelijk in haar vorderingen. De reden hiervoor was dat de dagvaarding incompleet was en de stellingen daarin onvoldoende waren toegelicht en onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding te summier was en dat de akte vermeerdering van eis geen verbetering bracht. De nadien ingediende producties en de aanvullende toelichting tijdens de mondelinge behandeling konden de onvolkomenheden in de dagvaarding niet repareren.

De procedure begon met een tussenvonnis van de kantonrechter, die zich onbevoegd verklaarde en de zaak verwees naar de handelskamer van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo. NN had in haar vordering een bedrag van € 100.000,- gevorderd, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde partij concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van NN, dan wel tot afwijzing van de vorderingen.

De rechtbank oordeelde dat NN in de dagvaarding onvoldoende feitelijke grondslag had gesteld en dat de vordering vaag en algemeen omschreven was. De rechtbank benadrukte dat de dagvaarding het enige schriftelijke stuk van de eiser is en dat er geen mogelijkheden zijn voor aanvulling. Aangezien NN niet in staat was om de onduidelijkheden in de dagvaarding te verhelpen, werd zij niet-ontvankelijk verklaard. NN werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 5.899,00 werden begroot, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/298084 / HA ZA 23-225
Vonnis van 18 oktober 2023 in de zaak van
NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
te Den Haag,
eisende partij,
hierna te noemen: NN,
advocaat: mr. P.C. Nieuwenhuizen te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. M.E. Kikkert te Enschede.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 juni 2023 van de kantonrechter van deze rechtbank, locatie Enschede, waarin de kantonrechter zich onbevoegd heeft verklaard de zaak te behandelen en te beslissen en de zaak heeft verwezen naar de handelskamer van deze rechtbank, locatie Almelo,
- de akte vermeerdering van eis van NN,
- de antwoordakte van [gedaagde] ,
- de akte overlegging producties (met producties 5 tot en met 8) van NN van 8 september 2023,
- de akte overlegging producties (met producties 9 en 10) van NN van 12 september 2023,
- de akte (naar aanleiding van de akte overlegging producties van NN van 12 september 2023) van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling van 19 september 2023, waar partijen (vertegenwoordigd) zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, de advocaat van NN mede aan de hand van een pleitnotitie, en de griffier heeft aantekeningen gemaakt tijdens de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

2.1.
NN vordert een geldbedrag van [gedaagde] . De rechtbank verklaart NN niet-ontvankelijk in haar vorderingen. De reden daarvoor is dat de dagvaarding incompleet is en dat de stellingen daarin onvoldoende zijn toegelicht en onderbouwd. De dagvaarding is zo summier en de akte vermeerdering brengt daarin geen verbetering, dat de nadien ingediende producties 5 tot en met 8 (en de tijdens de mondelinge behandeling gegeven aanvullende toelichting) de onvolkomenheden in de dagvaarding niet kunnen repareren.

3.Het geschil

3.1.
NN vordert, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag in hoofdsom van € 100.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling. Daarnaast vordert NN de (na)kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.2.
[gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van NN, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van NN, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van NN in de (na)kosten van deze procedure.

4.De beoordeling

Te laat ingediende producties
4.1.
[gedaagde] heeft bezwaar gemaakt tegen de door NN bij akte van 12 september 2023 overgelegde producties 9 en 10 omdat deze niet tijdig zijn ingediend. De rechtbank heeft tijdens de mondelinge behandeling geoordeeld dat deze producties te laat zijn ingediend. Gelet op de data van de stukken had NN deze producties eerder kunnen inbrengen en NN heeft geen goede verklaring kunnen geven voor het late indienen. [gedaagde] wordt hierdoor in haar belangen geschaad omdat zij niet goed heeft kunnen reageren op deze producties. De producties 9 en 10 worden dan ook niet meegenomen bij de beoordeling.
Ontvankelijkheid
4.2.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat NN niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen. [gedaagde] stelt in dat kader dat de vordering in de dagvaarding en de akte vermeerdering van eis (nog steeds) onvoldoende bepaalbaar is. Het gevorderde is vaag en slechts in het algemeen omschreven, zonder onderbouwing en benoeming van specifieke feiten en omstandigheden. Ook in de akte vermeerdering van eis wordt de vordering niet nader onderbouwd en wordt geen duidelijkheid verschaft over de de rechtsgrond en de omvang van de vordering, maar wordt de vordering slechts verhoogd.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt.
4.4.
De dagvaarding wordt in principe geacht het enige schriftelijke stuk van een eiser te zijn, zodat er beginsel geen aanvullingsmogelijkheden zijn. NN moet in de dagvaarding voldoende feitelijke grondslag stellen waarin in ieder geval alle onmisbare feitelijke elementen zijn terug te vinden die rechtstreeks uit de wettelijke vereisten van een bepaald materieel voorschrift voortvloeien.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding incompleet is en dat de stellingen daarin onvoldoende zijn toegelicht en onderbouwd. NN heeft in de dagvaarding alleen gesteld dat [gedaagde] in het kader van een gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering teveel gelden heeft ontvangen en dat zij in verzuim is gebleven met de terugbetaling van deze gelden. Daarbij heeft NN alleen het polisblad van de arbeidsongeschiktheidsverzekering, het ingevulde aanvraagformulier voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (inclusief gezondheidsverklaring) en enkele facturen/sommaties overgelegd. Door NN is nagelaten om in de dagvaarding toe te lichten op welke feiten zij de stelling baseert dat [gedaagde] teveel gelden zou hebben ontvangen die door haar moeten worden terugbetaald. Dit betekent dat de feiten ontbreken om te beoordelen of aan de wettelijke vereisten van een bepaald materieel voorschrift is voldaan.
4.6.
De rechtbank zal NN dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar vorderingen.
4.7.
Voor zover NN heeft betoogd dat in de loop van de procedure het een en ander duidelijk is geworden, leidt dit niet tot een ander oordeel. De dagvaarding is te summier en de akte vermeerdering brengt daarin geen verbetering. De nadien ingediende producties 5 tot en met 8 en de tijdens de mondelinge behandeling gegeven (aanvullende) toelichting kunnen dan ook de onvolkomenheden in de dagvaarding niet repareren. Door de handelwijze van NN in deze is [gedaagde] in haar (verdedigings)belangen geschaad.
4.8.
Nu NN niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vorderingen, blijft hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht onbesproken.
Proceskosten
4.9.
NN geldt als de in het ongelijk gestelde partij en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 86,00
- salaris advocaat € 5.640,00 (3 punten × tarief V € 1.880,00)
- nakosten
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 5.899,00

5.De beslissing

de rechtbank
5.1.
verklaart NN niet-ontvankelijk in haar vorderingen;
5.2.
veroordeelt NN in de proceskosten van € 5.899,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als NN niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet NN € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes en in het openbaar uitgesproken op
18 oktober 2023.