ECLI:NL:RBOVE:2023:4106

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10241504 \ CV EXPL 22-4572
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid aannemer voor gebrekkige uitvoering van badkamerwerkzaamheden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 17 oktober 2023, staat de vraag centraal of ABC Deventer B.V. als aannemer heeft opgetreden of slechts als bemiddelaar tussen de eiser en de installateur. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een overeenkomst van aanneming van werk, waarbij ABC tekort is geschoten in de uitvoering. De eiser, vertegenwoordigd door mr. F. Dijkslag, vordert schadevergoeding van € 5.138,88 wegens gebrekkige uitvoering van de badkamer. De kantonrechter stelt vast dat de badkamer niet conform de overeengekomen tekening is gebouwd, wat leidt tot een veroordeling van ABC tot schadevergoeding. ABC voert verweer en stelt dat de gebreken te wijten zijn aan de eigen schuld van de eiser, maar dit verweer wordt verworpen. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser toe en veroordeelt ABC in de proceskosten. In reconventie vordert ABC betaling van een openstaand bedrag van € 2.000, maar deze vordering wordt afgewezen omdat de eiser al heeft verrekend met haar schadevergoeding. Het vonnis bevestigt de aansprakelijkheid van ABC voor de gebrekkige uitvoering van de werkzaamheden en de verplichting tot schadevergoeding.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10241504 \ CV EXPL 22-4572
Vonnis van 17 oktober 2023
in de zaak van
[partij],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [partij] ,
gemachtigde: mr. F. Dijkslag,
tegen
ABC DEVENTER B.V.,
te Deventer,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: ABC,
gemachtigde: E.S.A. Wiggers.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 maart 2023;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens de akte vermeerdering van eis van [partij] ;
- de mondelinge behandeling van 22 juni 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, waar de spreekaantekeningen van mr. Dijkslag zijn aangehecht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Inleiding en uitkomst

2.1.
In deze kwestie speelt de vraag of ABC als aannemer is opgetreden of dat zij slechts tussen [partij] en de installateur heeft bemiddeld. De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van een overeenkomst van aanneming van werk. Dat werk is niet goed uitgevoerd en de kantonrechter is van oordeel dat dit alleen aan ABC te wijten valt. De kantonrechter veroordeelt ABC daarom om de geleden schade te vergoeden.

3.De feiten

3.1.
Op 3 november 2020 heeft [partij] een email aan ABC gestuurd ter voorbereiding op een afspraak van 5 november 2020. In dat bericht heeft [partij] een wensenlijst meegestuurd voor een geheel nieuwe badkamer in een nieuwbouwwoning, die casco zou worden opgeleverd.
3.2.
Op 18 november 2020 heeft [partij] een eerste offerte ontvangen van ABC.
3.3.
Op 9 december 2020 heeft een kijkdag plaatsgevonden in de in aanbouw zijnde woning van [partij] . ABC heeft die dag de badkamer ingemeten. Naar aanleiding daarvan heeft ABC een tekening gemaakt met de indeling van de badkamer.
3.4.
Op 23 januari 2021 heeft ABC een aangepaste offerte “Specificatie Sanitair” per email aan [partij] gestuurd. De e-mail vermeldt voor zover van belang:
“Bijkomende kosten voor de benodigde installatie en tegelwerk voor deze ruimte bedragen € 7900,- incl. BTW
Dit bedrag is opgebouwd uit arbeidsloon en vorige (de kantonrechter leest dit als “overige”
) benodigde materialen die niet in de ABC offerte in de bijlage zijn meegenomen.
Totaalprijs badkamer wordt dan dus € 21.850,- “
3.5.
Op 25 januari 2021 heeft [partij] de offerte ondertekend en aan ABC retour gezonden.
3.6.
Op 30 maart 2021 heeft ABC laten weten dat de monteur onderweg is naar de woning van [partij] . Die dag is [naam] met de werkzaamheden begonnen. Tijdens de werkzaamheden heeft [partij] geconstateerd dat de badkamer niet in overeenstemming met de tekening werd gebouwd.
3.7.
Op 14 en 15 april 2021 heeft [partij] e-mails aan ABC gestuurd met een opsomming van de door haar geconstateerde afwijkingen en met de vraag hoe ABC dit ging oplossen. In het bericht van 15 april heeft [partij] te kennen gegeven dat de werkzaamheden gestaakt zullen moeten worden tot er een oplossing is bedacht voor de gerezen problemen.
3.8.
Op 24 april 2021 heeft ABC laten weten dat zij [naam] hebben gevraagd wanneer hij de werkzaamheden zou kunnen afronden.
3.9.
Op 2 maart 2022 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [partij] een brief aan ABC gezonden, waarbij ABC in gebreke is gesteld. Aan ABC is een termijn van 21 dagen gesteld voor herstel.
3.10.
Op 3 oktober 2022 heeft [partij] haar vordering gebaseerd op niet-nakomen van de overeenkomst omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding, op grond van artikel 6:87 BW.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[partij] vordert na vermeerdering van eis - samengevat - veroordeling van ABC tot betaling van € 5.138,88, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
ABC voert verweer. ABC concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [partij] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [partij] in de kosten van deze procedure.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.4.
ABC vordert - samengevat - veroordeling van [partij] tot betaling van € 2.000,00, vermeerderd met rente en kosten. Dit bedrag ziet op een deel van de factuur dat [partij] onbetaald heeft gelaten.
4.5.
[partij] voert verweer. [partij] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van ABC, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van ABC in de kosten van deze procedure.
4.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
De overeenkomst
5.1.
Partijen verschillen van mening over wat zij met elkaar zijn overeengekomen. Volgens [partij] zou ABC - naast levering van badkamermeubels en materialen - de bouw en plaatsing van de badkamer realiseren. ABC heeft voor de bouw en plaatsing [naam] als onderaannemer ingeschakeld en aan die laatste de opdracht gegeven om tot de bouw en plaatsing van de badkamer over te gaan, aldus [partij] .
5.2.
ABC voert verweer en stelt dat er tussen partijen alleen sprake is van een koopovereenkomst ten aanzien van het sanitair. Verder heeft ABC hooguit bemiddeld bij het tot stand laten komen van een overeenkomst van aanneming van werk tussen [partij] en [naam] . Al het andere dat zij hebben gedaan, werd als service aan [partij] verleend.
5.3.
Voor toewijzing van de vordering moet vaststaan dat ABC ten opzichte van [partij] opdrachtnemer is voor de werkzaamheden die [naam] uiteindelijk heeft verricht in de badkamer. Dat is naar het oordeel van de kantonrechter het geval. Het volgende is daarvoor redengevend.
5.4.
Het antwoord op de vraag of iemand (in dit geval ABC) bij het sluiten van een overeenkomst met een ander in eigen naam – dat wil zeggen als wederpartij van die ander (in dit geval [partij] ) – is opgetreden, hangt af van hetgeen hij en die ander daaromtrent over en weer uit elkaar verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden (HR 11 maart 1977, NJ 1977/521).
5.5.
Op grond van hetgeen partijen ter zitting hebben aangevoerd en de overgelegde stukken, stelt de kantonrechter het volgende vast. ABC heeft [partij] een prijs geoffreerd voor de plaatsingswerkzaamheden van de badkamer en heeft dit bedrag opgenomen in een totaalbedrag. ABC heeft de badkamer ingemeten en heeft een technische tekening vervaardigd aan de hand waarvan de werkzaamheden zouden worden uitgevoerd. ABC heeft zelf [naam] ingeschakeld. [naam] heeft zelf verklaard dat hij in opdracht van ABC de werkzaamheden bij [partij] heeft verricht. De naam van [naam] heeft [partij] pas voor het eerst vernomen bij aanvang van de werkzaamheden. Ook bij de uitvoering van de overeenkomst is ABC het aanspraakpunt geweest voor [partij] . De dag dat [naam] zijn werkzaamheden in de woning van [partij] is begonnen, was de eerste dag dat [partij] en [naam] contact met elkaar hadden.
5.6.
Op grond van de hiervoor omschreven gang van zaken komt de kantonrechter tot het oordeel dat er tussen [partij] en ABC naast een koopovereenkomst ook een overeenkomst van aanneming van werk is gesloten. Dat [naam] de factuur voor de eerste termijn rechtsreeks aan [partij] heeft gestuurd is naar het oordeel van de kantonrechter een omstandigheid die - gezien de hierboven beschreven omstandigheden - op zich van onvoldoende gewicht is om tot een ander oordeel toekomen.
De gebreken en eigen schuld
5.7.
Vervolgens is de vraag of er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door ABC.
5.8.
[partij] beantwoordt de voorgaande vraag bevestigend en voert daartoe aan dat de badkamer niet is gerealiseerd zoals overeengekomen en ingetekend door ABC. ABC betwist dat laatste niet, maar stelt zich op het standpunt dat dit te wijten is aan de eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW aan de zijde van [partij] .
5.9.
De kantonrechter overweegt als volgt. Partijen zijn het erover eens dat de badkamer niet is gerealiseerd zoals op de tekening is getekend. Het betreft in het bijzonder het muurtje dat een afscheiding vormt tussen de WC en de douche. Ter zitting is dit ter sprake gekomen en heeft ABC erkend dat het muurtje niet staat zoals deze op de tekening staat. Ook de door [partij] ingeschakelde expert Jabjo Advies- en expertisebureau heeft dit vastgesteld in haar rapport met nummer [nummer] . In dat rapport zijn twee situatietekeningen opgenomen ter vergelijking van de situatie rond de douchehoek zoals overeengekomen (links A) en de situatie zoals feitelijk ter plaatse gemeten (rechts B).
[afbeelding]
5.10.
Daarmee staat vast dat de badkamer niet is gebouwd zoals door partijen is overeengekomen. Dat leidt, naar het oordeel van de kantonrechter, tot de conclusie dat ABC in de nakoming van de overeenkomst van aanneming van werk is tekortgeschoten door de badkamer niet bouwen en op te leveren in overeenstemming met de indeling en maatvoering zoals vastgelegd op de door ABC opgestelde tekening.
5.11.
Onbetwist staat vast dat [partij] bij brief van 2 maart 2022 ABC heeft verzocht de door Jabjo in haar rapport opgenoemde herstelwerkzaamheden en de overige nog uit te voeren werkzaamheden binnen 21 dagen uit te voeren. ABC heeft daaraan niet voldaan. Dat leidt tot de conclusie dat ABC nadien in verzuim was om na te komen.
5.12.
ABC stelt dat het geconstateerde gebrek door [partij] zelf is veroorzaakt, omdat zij opdracht zou hebben gegeven het muurtje tussen de WC en de douche te verplaatsen. [partij] heeft dit standpunt gemotiveerd betwist en heeft aangevoerd dat zij op het moment dat zij constateerde dat het muurtje niet goed zou staan, zij [naam] hierop heeft gewezen. Niet in geschil is dat het muurtje niet is geplaatst zoals op de tekening is aangegeven.
5.13.
In het licht van de gemotiveerde betwisting door [partij] had het op de weg van ABC gelegen haar stellingen nader met feiten en omstandigheden te onderbouwen. Immers, de bewijslast van het door ABC gevoerde (bevrijdende) verweer, rust op grond van artikel 150 Rv. op ABC. ABC heeft echter niet toegelicht wanneer [partij] die opdracht tot verplaatsing van het muurtje heeft gegeven en evenmin aan wie en onder welke omstandigheden dat zou zijn gebeurd. ABC heeft ook geen schriftelijke verklaringen in het geding gebracht. Nu ABC dat alles heeft nagelaten, heeft zij naar het oordeel van de kantonrechter niet voldaan aan haar stelplicht en zal de kantonrechter dit verweer passeren.
5.14.
De kantonrechter overweegt dat ook om de volgende reden het verweer van ABC niet kan slagen. Met het beroep op “eigen schuld”, miskent ABC naar het oordeel van de kantonrechter dat op grond van artikel 7:754 BW op haar een waarschuwingsplicht rust. In artikel 7:754 BW is onder meer bepaald dat de aannemer bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht is de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. De waarschuwingsplicht uit artikel 7:754 BW heeft tot doel de opdrachtgever in de gelegenheid te stellen om maatregelen te treffen ter voorkoming van schadelijke gevolgen. Een waarschuwing moet voldoende concreet en voldoende duidelijk zijn, zodat de opdrachtgever de risico’s die zij bereid is te lopen, kan inschatten. Dit betekent dat een waarschuwing niet te algemeen mag zijn en dus voldoende informatie moet bevatten over de gevolgen als de waarschuwing genegeerd zou worden. Als er al sprake is geweest van een opdracht van [partij] om het muurtje te herplaatsen, dan heeft te gelden dat ABC voldoende duidelijk en concreet had moeten waarschuwen voor het feit dat door die opdracht van de tekening werd afgeweken en dat dit gevolgen had voor de indeling van de badkamer. Dat ABC op een of andere manier heeft gewaarschuwd, is niet gebleken. Met het oog op de hiervoor omschreven plicht had ABC dat wél moeten doen. Ook om deze reden verwerpt de kantonrechter het verweer van ABC.
De vervangende schadevergoeding
5.15.
[partij] heeft op 3 oktober 2022 meegedeeld dat zij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert. Artikel 6:87 BW bepaalt dat, voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, de verbintenis wordt omgezet in een tot vervangende schadevergoeding, wanneer de schuldenaar in verzuim is en de schuldeiser hem schriftelijk mededeelt dat hij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert. De brief van 3 oktober 2022 is daarmee een omzettingsverklaring in de zin van voornoemd artikel.
5.16.
[partij] berekent haar vordering als volgt. Zij vordert de kosten van het herstel door derden verminderd met het bedrag dat [partij] in totaal nog aan ABC verschuldigd zou zijn geweest bij correcte en volledige uitvoering van de overeenkomst. Daarmee verrekent [partij] aldus de nog openstaande en aan ABC verschuldigde bedragen.
5.17.
ABC betwist de gevorderde schade slechts in algemene termen. Op een enkel punt concretiseert ABC haar betwisting. Die betwisting heeft betrekking op de kosten van een sportschoolabonnement dat [partij] heeft gesloten om te kunnen douchen. [partij] heeft die schadepost vervolgens nader met feiten en omstandigheden onderbouwd, waarna ABC daarop niet meer heeft gerespondeerd. Omdat het op de weg van ABC had gelegen hierop nader in te gaan, is haar verweer naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende met redenen omkleed en zal de kantonrechter dit verweer passeren.
5.18.
Nu op de overige posten geen of onvoldoende gemotiveerd verweer is gevoerd zal de kantonrechter de vordering van [partij] toewijzen. De kantonrechter zal tevens de wettelijke rente zoals gevorderd toewijzen.
5.19.
[partij] vordert voorts vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden vastgesteld overeenkomstig het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 764,65 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten voldoet aan het in het Besluit bepaalde tarief bij € 5.138,88 in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom € 764,65 toe.
5.20.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
5.138,88
- buitengerechtelijke incassokosten
764,65
+
Totaal
5.903,53
5.21.
ABC is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [partij] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
125,03
- griffierecht
244,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2 punten × € 330,00)
Totaal
1.029,03
in reconventie
5.22.
ABC vordert in reconventie betaling van een bedrag van € 2.000,-. Het betreft een openstaand eerder gefactureerd bedrag. Gelet op hetgeen in conventie is overwogen, heeft bij de schadeberekening door [partij] al verrekening plaatsgevonden van hetgeen zij in totaal verschuldigd zou zijn geweest aan ABC wanneer ABC de overeenkomst volledig zou zijn nagekomen met de door haar geleden schade. De, na verrekening, resterende vordering van [partij] zal, zoals hiervoor is overwogen, worden toegewezen. Artikel 6:127 BW bepaalt dat het gevolg van deze verrekening is de vordering van ABC is tenietgegaan. De conclusie is daarom dat de kantonrechter de vordering in reconventie niet kan toewijzen.
5.23.
ABC is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [partij] als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
199,00
(2,00 punten x 0,5 × € 199,00)
Totaal
199,00
5.24.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. Tevens zal de gevorderde wettelijke rente over de proceskoten worden toegewezen.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt ABC om aan [partij] te betalen een bedrag van € 5.770,78, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 5.138,88, met ingang van 24 maart 2023, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt ABC in de proceskosten, aan de zijde van [partij] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.029,03, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag te rekenen vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening,
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.5.
wijst de vorderingen van ABC af,
6.6.
veroordeelt ABC in de proceskosten, aan de zijde van [partij] tot dit vonnis vastgesteld op € 199,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te rekenen vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de datum van algehele voldoening,
6.7.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in conventie en in reconventie
6.8.
veroordeelt ABC in de nakosten aan de zijde van [partij] , begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde als ABC niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze nakosten te rekenen vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de datum van algehele voldoening,
6.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. van Campen en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2023.