In deze zaak vordert Q-Park Operations Netherlands B.V. een bedrag van € 571,49 van de gedaagde partij, die volgens Q-Park zonder te betalen de parkeergarage heeft verlaten door middel van 'treintje rijden'. De kantonrechter heeft op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarbij de vordering gedeeltelijk is toegewezen. De gedaagde heeft op 25 maart 2023 in de parkeergarage geparkeerd en is om 17.28 uur de garage uitgereden. Q-Park stelt dat de gedaagde de garage heeft verlaten zonder te betalen, terwijl de gedaagde aanvoert dat hij wel heeft betaald, maar door omstandigheden snel moest vertrekken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde wel degelijk heeft betaald, waardoor het bedrag van € 150,00 voor een verloren parkeerkaart is afgewezen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedaagde in strijd heeft gehandeld met de algemene voorwaarden van Q-Park door de parkeergarage te verlaten zonder gebruik te maken van een geldig parkeerbewijs. De gevorderde aanvullende schadevergoeding van € 346,95 is toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten van € 52,05. De totale vordering die de gedaagde aan Q-Park moet betalen, bedraagt € 398,99, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Q-Park, vastgesteld op € 693,84.