ECLI:NL:RBOVE:2023:4125

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10582878 \ CV EXPL 23-2567
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallige zorgpremies en incassokosten door zorgverzekeraar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap N.V. Univé Zorg Betreffende Zekerheid, hierna te noemen Univé, en een gedaagde partij die een betalingsachterstand heeft laten ontstaan op zijn zorgverzekering. De gedaagde heeft een zorgverzekering afgesloten bij Univé en heeft vanaf januari 2017 een betalingsachterstand opgebouwd van € 3.353,97. Ondanks een eenmalige betaling van € 602,10 in maart 2023, bleef er een openstaand bedrag van € 3.314,26 over, vermeerderd met rente en kosten. Univé vorderde betaling van dit bedrag, inclusief buitengerechtelijke incassokosten van € 545,45 en wettelijke rente.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde erkent dat hij een betalingsachterstand heeft, maar hij betwist de buitengerechtelijke incassokosten. De rechter heeft de vordering van Univé voor het grootste deel toegewezen, met uitzondering van de wettelijke rente die pas vanaf de datum van de dagvaarding is toegewezen. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat Univé aan de wettelijke eisen voldeed. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.081,48, en in de nakosten van € 116,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van consumenten bij het nakomen van betalingsverplichtingen en de voorwaarden waaronder buitengerechtelijke incassokosten kunnen worden gevorderd. De uitspraak biedt duidelijkheid over de toewijsbaarheid van vorderingen in het civiele recht, met name in het kader van zorgverzekeringen en betalingsachterstanden.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10582878 \ CV EXPL 23-2567
Vonnis van 17 oktober 2023
in de zaak van
de naamloze vennootschap
N.V. UNIVÉ ZORG BETREFFENDE ZEKUR,
te Arnhem,
eisende partij,
hierna te noemen: Univé,
gemachtigden: M. Schuitema en L. Vrijdag,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 juli 2023
- de mondelinge behandeling van 11 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een zorgverzekering afgesloten bij Univé.
2.2.
[gedaagde] heeft vanaf januari 2017 tegenover Univé een betalingsachterstand ter hoogte van € 3.353,97 laten ontstaan. Hij heeft Univé in maart 2023 eenmalig € 602,10 betaald.

3.Het geschil

3.1.
Univé vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 3.314,26, vermeerderd met rente en kosten. Dit bedrag bestaat uit € 3.353,97 aan achterstallige premies, € 545,45 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 16,44 aan wettelijke rente tot 25 juni 2023, waarop vervolgens de deelbetaling van € 602,10 in mindering is gebracht.
3.2.
Univé legt aan haar vordering ten grondslag dat partijen een overeenkomst zijn aangegaan en dat [gedaagde] , ook nadat hij bij herhaling tot betaling is gesommeerd, zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen.
3.3.
[gedaagde] erkent dat hij een betalingsachterstand bij Univé heeft, maar is het niet eens met de buitengerechtelijke incassokosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter overweegt het volgende. Univé heeft gesteld dat [gedaagde] een betalingsachterstand heeft van € 2.751,87 (= 3.353,97 - 602,10). Zij heeft dat onderbouwd met een overzicht. [gedaagde] heeft erkend dat hij dat bedrag aan Univé verschuldigd is. Daarmee is vast komen te staan dat de vordering van Univé aan achterstallige premies op [gedaagde] kan worden toegewezen. De kantonrechter zal de gevorderde wettelijke rente over dat bedrag slechts toewijzen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de renteberekening niet is onderbouwd. De gemachtigde van Univé heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat de wettelijke rente vermoedelijk vanaf de datum dat het dossier is aangemaakt, te weten 18 april 2023, is berekend. Maar het is de kantonrechter, ook na nadere bestudering van het dossier, niet duidelijk geworden waarom [gedaagde] vanaf die datum wettelijke rente verschuldigd zou zijn.
4.2.
Univé vordert daarnaast vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, inclusief btw. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] een consument is (een natuurlijk persoon die niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf). Daarom moet de kantonrechter controleren of is voldaan aan de dan geldende extra eisen voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten (artikel 6:96 leden 5 en 6 BW). Univé heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, inclusief btw, is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom zal het gevorderde bedrag van € 545,45 worden toegewezen.
4.3.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Univé als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
130,48
- griffierecht
487,00
- salaris gemachtigde
464,00
(twee punten × € 232,00)
Totaal
1.081,48
4.4.
Verder worden de nakosten, begroot op € 116,00, toegewezen (dit is een halve punt van het liquidatietarief).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Univé te betalen een bedrag van € 2.751,87, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van
27 juni 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Univé te betalen € 545,45 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Univé tot dit vonnis vastgesteld op € 1.081,48,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 116,00 aan salaris gemachtigde,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2023. (ED)