ECLI:NL:RBOVE:2023:4168

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
C/08/300640 / KG ZA 23-163
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot tussenkomst in kort geding inzake samenwerking melkveebedrijf

Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een kort geding tussen eisers [eiser 1] en [eiser 2] en gedaagde, de coöperatie Rabobank U.A. De eisers hadden een kort geding aangespannen, maar trokken hun dagvaarding in voordat de zaak inhoudelijk werd behandeld. De ouders van de eisers verzochten om tussenkomst in de procedure, omdat zij betrokken zijn bij de afwikkeling van een geschil over een melkveebedrijf dat in maatschapsverband werd gerund. De Rabobank wilde landbouwgrond executoriaal verkopen vanwege onbetaalde hypothecaire lasten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding was ingetrokken en dat er geen rechtens te respecteren belang meer was voor de ouders om tussen te komen. De ouders stelden dat zij recht hadden op kennisname van de processtukken, maar de rechtbank oordeelde dat er geen inhoudelijke vordering meer voorlag en dat de ouders niet in hun belangen waren geschaad. De rechtbank wees het verzoek tot tussenkomst af, maar gaf aan dat de ouders in een nieuwe procedure, waarin hun belangen wel aan de orde komen, alsnog kunnen tussenkomen.

De uitspraak benadrukt het belang van een rechtens te respecteren belang voor tussenkomst in een procedure en dat zonder een inhoudelijke vordering er geen basis is voor een verzoek tot tussenkomst. De ouders kunnen hun belangen in de nieuwe dagvaarding, die inmiddels is ingediend, alsnog behartigen.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/300640 / KG ZA 23-163
Vonnis in kort geding van 24 oktober 2023
in de zaak van

1.[eiser 1],

te [woonplaats 1],
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 2],
eisers,
hierna te noemen: [eiser 1] en [eiser 2],
advocaat: mr. F. Kolkman te Almelo,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
hierna te noemen: de Rabobank,
advocaat: mr. K.W.C. Geurts te Utrecht,
in welke zaak wensen tussen te komen:

1.[ouder 1],

2. [ouder 2],
beiden wonende te [woonplaats 3],
hierna te noemen: de ouders,
advocaat: mr. H.M. van Eerten te Zwolle.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de e-mail van mr. Van Eerten van 14 september 2023 met het verzoek namens de ouders om te mogen tussenkomen;
- e-mailcorrespondentie tussen mrs. Kolkman, Geurts (en voor een deel mr. Van Eerten) over het verzoek tot tussenkomst,
-de mededeling per e-mail van 26 september 2023 van mr. Kolkman dat hij onder intrekking van de dagvaarding een gewijzigde dagvaarding uitbrengt. De gewijzigde dagvaarding is bij de rechtbank geregistreerd onder zaaknummer / rolnummer: C/08/303062 / KG ZA 23-206.
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 10 oktober 2023.
2. De feiten
2.1.
[eiser 1] en [eiser 2] enerzijds en de ouders anderzijds zijn verwikkeld in een al lang slepend geschil over de afwikkeling van de vastgelopen samenwerking in het melkveebedrijf dat in maatschapsverband werd gerund.
2.2.
De Rabobank wil tot de maatschap behorende landbouwgrond executoriaal verkopen omdat de hypothecaire lasten niet worden betaald.

3.Het geschil

3.1.
De ouders hebben verzocht om te mogen tussenkomen en kennis te mogen nemen van de inhoud van de dagvaarding en de processtukken in dit kort geding. De verkoop van de kavels gaat hen ook aan als voorzettende partij van de onderneming en als maten, aldus de ouders. Enkele kavels zijn bovendien door de ouders onderhands te koop aangeboden en er zijn inmiddels goede biedingen, aldus de ouders.
3.2.
[eiser 1] en [eiser 2] hebben bezwaar gemaakt tegen tussenkomst en hebben verzocht om een aangepaste dagvaarding te mogen uitbrengen. De dagvaarding bevat namelijk privacygevoelige informatie van [eiser 1] en [eiser 2] en bij één van vorderingen is geen enkel belang van de ouders betrokken.
3.3.
De Rabobank heeft laten weten geen bezwaar te hebben tegen tussenkomst.

4.De beoordeling

De vorderingen van [eiser 1] en [eiser 2] tegen de Rabobank
4.1.
De dagvaarding is inmiddels ingetrokken, zodat de vorderingen van [eiser 1] en [eiser 2] tegen de Rabobank niet meer ter beoordeling voorliggen. De Rabobank heeft ook niet verzocht om een beslissing te nemen over proceskosten.
Tussenkomst
4.2.
Uit artikel 217 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering volgt dat ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen tussenkomen.
4.3.
Aan de orde is de vraag welk rechtens te respecteren belang de ouders (nog) hebben bij tussenkomst in deze procedure nu de dagvaarding is ingetrokken. De ouders stellen dat zij met terugwerkende kracht partijen in de procedure zijn geworden en recht hebben op kennisname van alle gewisselde stukken in de procedure. Dat er geen inhoudelijke vordering ter beoordeling voorligt doet daar niet aan af.
4.4.
De voorzieningenrechter zal de ouders daarin niet volgen.
4.5.
De dagvaarding is ingetrokken, waarna de gewijzigde dagvaarding in kort geding is uitgebracht. Weliswaar had de uitkomst van een deel van de procedure van invloed kunnen zijn op de rechtspositie van de ouders, maar dat gold niet voor het andere deel. De voorzieningenrechter heeft daarover per e-mail laten weten:

Na ontvangst van die reacties ziet de voorzieningenrechter reden om [ouder 1] en [ouder 2] de gelegenheid te geven om tussen te komen omdat de uitkomst van een deel van de procedure van invloed kan zijn op hun rechtspositie. De voorzieningenrechter zal evenwel, gelet op het verzoek daartoe, mr. Kolkman in de gelegenheid stellen om zo spoedig mogelijk een nieuwe dagvaarding uit te brengen tegen dezelfde dag en tijd, waarna [ouder 1] en [ouder 2] kunnen tussenkomen’.
4.6.
Door de ouders alsnog inzage te geven in het dossier van de ingetrokken dagvaarding is geen rechtens te respecteren belang gediend. Er ligt immers geen enkele vordering van [eiser 1] en [eiser 2] (dan wel van de Rabobank) voor.
4.7.
Inmiddels is een nieuwe dagvaarding uitgebracht waarin de vorderingen zijn opgenomen waarbij de belangen van de ouders wel een rol kunnen spelen. In die zaak is het de ouders toegestaan om tussen te komen, zodat zij in die procedure voor hun belangen kunnen opkomen.
4.8.
De ouders zijn ook verder op geen enkele manier in hun rechtens te respecteren belangen geschaad. Zo zij al verwijzen naar de mogelijkheid van een proceskostenveroordeling, geldt dat hier niet omdat de incidentele conclusie niet is genomen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter wijst de vordering van de ouders om te mogen tussenkomen af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023.