Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een kort geding tussen eisers [eiser 1] en [eiser 2] en gedaagde, de coöperatie Rabobank U.A. De eisers hadden een kort geding aangespannen, maar trokken hun dagvaarding in voordat de zaak inhoudelijk werd behandeld. De ouders van de eisers verzochten om tussenkomst in de procedure, omdat zij betrokken zijn bij de afwikkeling van een geschil over een melkveebedrijf dat in maatschapsverband werd gerund. De Rabobank wilde landbouwgrond executoriaal verkopen vanwege onbetaalde hypothecaire lasten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding was ingetrokken en dat er geen rechtens te respecteren belang meer was voor de ouders om tussen te komen. De ouders stelden dat zij recht hadden op kennisname van de processtukken, maar de rechtbank oordeelde dat er geen inhoudelijke vordering meer voorlag en dat de ouders niet in hun belangen waren geschaad. De rechtbank wees het verzoek tot tussenkomst af, maar gaf aan dat de ouders in een nieuwe procedure, waarin hun belangen wel aan de orde komen, alsnog kunnen tussenkomen.
De uitspraak benadrukt het belang van een rechtens te respecteren belang voor tussenkomst in een procedure en dat zonder een inhoudelijke vordering er geen basis is voor een verzoek tot tussenkomst. De ouders kunnen hun belangen in de nieuwe dagvaarding, die inmiddels is ingediend, alsnog behartigen.