ECLI:NL:RBOVE:2023:4209

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
26 oktober 2023
Zaaknummer
C/08/302226 / KG ZA 23-190
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betalingsverplichtingen en levering van goederen tussen Puri Safe Pharmaceutical B.V. en TransHeroes B.V.

In deze zaak heeft Puri Safe Pharmaceutical B.V. (hierna: Puri Safe) TransHeroes B.V. (hierna: TransHeroes) ingeschakeld voor het transport van goederen vanuit China naar Nederland. Na het ophalen van de goederen weigerde TransHeroes deze te leveren totdat Puri Safe had betaald of zekerheid had gesteld voor de betaling. Puri Safe stelt dat er een overeenkomst was voor betaling ná levering en vordert de levering van de goederen. TransHeroes vordert in reconventie betaling van de transportkosten en invoerrechten. De rechtbank oordeelt dat partijen betaling ná levering zijn overeengekomen, maar dat TransHeroes terecht haar leveringsverplichting heeft opgeschort op basis van haar retentierecht. De vorderingen van Puri Safe worden afgewezen, terwijl de vordering van TransHeroes tot betaling van invoer-btw wordt toegewezen. De rechtbank wijst ook de buitengerechtelijke incassokosten toe, maar de aanvullende opslag- en transportkosten worden afgewezen. Puri Safe wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/302226 / KG ZA 23-190
Vonnis in kort geding van 25 oktober 2023
in de zaak van
PURI SAFE PHARMACEUTICAL B.V.,
te Amsterdam,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Puri Safe,
advocaat: mr. R. van Kersbergen te Eindhoven,
tegen
TRANSHEROES B.V.,
te Hengelo,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: TransHeroes,
advocaat: mr. J.J. Kappert te Zeist.

1.Samenvatting

1.1.
Puri Safe heeft TransHeroes ingeschakeld om goederen voor haar te transporteren vanuit China naar Nederland. TransHeroes heeft de goederen opgehaald, maar wil ze niet leveren totdat Puri Safe heeft betaald, dan wel zekerheid heeft gesteld voor de nakoming van haar betalingsverplichtingen. Puri Safe stelt dat partijen betaling ná levering zijn overeengekomen en vordert in conventie levering van de goederen. TransHeroes vordert in reconventie (onder andere) betaling van de factuur voor de transportkosten, de factuur voor onder andere invoerrechten en invoer-btw en de aanvullende opslag- en transportkosten. Daarnaast vordert TransHeroes medewerking van Puri Safe aan de uitlevering van de goederen, op straffe van een dwangsom.
1.2.
Naar het (voorlopig) oordeel van de voorzieningenrechter zijn partijen betaling ná levering overeengekomen. TransHeroes moet dus eerst leveren, voordat Puri Safe de transportkosten en invoerrechten hoeft te betalen. TransHeroes heeft haar leveringsverplichting echter terecht opgeschort met een beroep op haar retentierecht zoals opgenomen in de Fenex-voorwaarden. Puri Safe moet op grond daarvan eerst zekerheid stellen voor de nakoming van haar betalingsverplichtingen, voordat TransHeroes hoeft te leveren. De vordering van Puri Safe tot levering van de goederen en de vordering van TransHeroes tot betaling van de transportkosten en invoerrechten worden daarom afgewezen. Met betrekking tot de invoer-btw is geen betaling ná levering, maar betaling vóóraf overeengekomen. Deze kosten worden daarom toegewezen. De aanvullende opslag- en transportkosten worden afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken wanneer TransHeroes heeft medegedeeld dat zij haar leveringsverplichting opschort. De voorzieningenrechter kan daarom niet beoordelen vanaf wanneer de kosten voor rekening van Puri Safe komen. De vordering tot medewerking van Puri Safe aan de uitlevering van de goederen, op straffe van een dwangsom, zal ook worden afgewezen. De vordering tot levering van de goederen wordt immers afgewezen en bovendien blijkt nergens uit dat Puri Safe de levering van de goederen zou weigeren.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van 14 september 2023,
- de op 20 september 2023 overgelegde aanvullende productie van Puri Safe ter vervanging van productie 13 bij dagvaarding,
- de op 5 oktober 2023 overgelegde aanvullende producties 15 en 16 van Puri Safe,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties, van 6 oktober 2023,
- de mondelinge behandeling van 6 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van Puri Safe.

3.De feiten

3.1.
Puri Safe is een onderneming die zich bezighoudt met de detailhandel in verschillende goederen. TransHeroes is een logistiek bedrijf dat onder andere transport van goederen van en naar verschillende bestemmingen regelt.
3.2.
Op 15 mei 2023 heeft Puri Safe per e-mail aan TransHeroes gevraagd om twee offertes op te stellen voor het transport van goederen vanuit China naar Nederland (één via treinvervoer en één via luchtvracht).
3.3.
Op 18 mei 2023 heeft Puri Safe nogmaals om een offerte gevraagd, nu ook voor het transport van een aanvullende zending vanaf een ander adres in China waarbij de twee verschillende leveringen aan goederen samen zouden plaatsvinden.
3.4.
Op 31 mei 2023 heeft TransHeroes een offerte naar Puri Safe gestuurd met betrekking tot de twee leveringen (via luchtvracht). De kosten voor het transport bedragen $ 9.590,92 (€ 8.880,48).
3.5.
Op 5 juni 2023 heeft Puri Safe per e-mail naar TransHeroes geschreven:
“We would like you to pick up these goods & deliver them to our stated warehouse, subject to your 21 days payment including customs duty after goods are delivered to our warehouse in Leiderdorp. (…)”
3.6.
Diezelfde datum heeft TransHeroes daarop als volgt gereageerd:
“We will arrange accordingly. (…)”
3.7.
Kort daarop zijn de leveringen door TransHeroes opgehaald in China.
3.8.
Op 12 juni 2023 heeft TransHeroes een factuur van $ 9.590,92 voor het transport naar Puri Safe gestuurd.
3.9.
Op 19 juni 2023 heeft TransHeroes per e-mail aan Puri Safe verzocht om een betaalbewijs.
3.10.
Op 3 juli 2023 heeft TransHeroes een factuur van € 36.515,26 voor onder andere invoerrechten en invoer-btw naar Puri Safe gestuurd.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Puri Safe vordert – samengevat – dat TransHeroes wordt veroordeeld om de goederen te leveren binnen drie werkdagen na de datum van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag(deel) dat TransHeroes daar niet aan voldoet. Daarnaast vordert Puri Safe dat TransHeroes wordt veroordeeld in de proceskosten en nakosten.
4.2.
Puri Safe legt aan haar vordering ten grondslag dat partijen een betalingstermijn van 21 dagen ná levering zijn overeengekomen en dat TransHeroes de goederen dus eerst moet leveren, voordat zij hoeft te betalen. Puri Safe stelt namelijk primair dat zij met haar e-mail van 5 juni 2023 het aanbod van TransHeroes heeft aanvaard met een afwijkende betalingstermijn, dan wel subsidiair dat zij een tegenaanbod heeft gedaan dat door TransHeroes is aanvaard.
4.3.
TransHeroes voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Puri Safe, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Puri Safe, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Puri Safe in de kosten van deze procedure.
4.4.
TransHeroes voert aan dat partijen vooruitbetaling zijn overeengekomen. In haar offerte staat namelijk
“pay in advance”. Deze voorwaarde is gesteld, omdat zij een kredietbeoordeling van Puri Safe heeft gedaan en deze negatief is uitgevallen. Volgens TransHeroes heeft zij enkele maanden eerder ook al goederen voor Puri Safe getransporteerd en moest Puri Safe toen ook vooruitbetalen.
Uit de e-mail van 5 juni 2023 kon TransHeroes niet opmaken dat Puri Safe de bedoeling had om af te wijken van het beding uit de offerte. Puri Safe schreef namelijk
your21 days payment”, zodat het lijkt alsof TransHeroes een betaaltermijn van 21 dagen had voorgesteld en de offerte werd geaccepteerd. Als er al sprake was van een afwijkend aanbod, dan voert zij aan dat zij dit aanbod niet heeft aanvaard.
Daarnaast ziet de tweede factuur op invoerrechten en invoerbtw, welke later zijn ontstaan, doordat Puri Safe niet de juiste vergunning had. Volgens TransHeroes moeten deze kosten altijd vooraf betaald worden en heeft Puri Safe dat ook erkend.
Ten slotte voert TransHeroes aan dat Puri Safe verplicht is om op eerste verzoek zekerheid te stellen voor de nakoming van haar betalingsverplichtingen, en dat zij haar leveringsverplichting heeft opgeschort totdat Puri Safe zekerheid stelt. Zij beroept zich daarbij op het retentierecht van artikel 8:69 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 15 lid 6 en artikel 17 lid 2 en 8 van de Fenex-voorwaarden en op de onzekerheidsexceptie van artikel 6:263 lid 1 BW.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
4.6.
TransHeroes vordert – samengevat – dat Puri Safe wordt veroordeeld tot:
( i) betaling van:
a. $ 9.590,92 (of het equivalent in euro’s) voor de eerste factuur, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 12 juni 2023 tot aan de dag van volledige betaling,
b. € 36.515,26 voor de tweede factuur,
c. € 4.539,57 aan buitengerechtelijke incassokosten,
d. € 1.625,25 aan aanvullende opslag- en transportkosten, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de mondelinge behandeling tot aan de dag van volledige betaling,
  • ii) medewerking aan de uitlevering van de goederen, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00.
  • iii) betaling van de proceskosten.
4.7.
TransHeroes legt aan haar vordering ten grondslag dat partijen vooruitbetaling zijn overeengekomen. De facturen zijn niet betaald en niet betwist en dus kan de vordering tot betaling daarvan volgens haar in kort geding worden toegewezen. TransHeroes maakt ook aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten van 10% over de hoofdsom op grond van artikel 16 lid 2 van de Fenex-voorwaarden. Daarnaast stelt TransHeroes dat zij aanvullende kosten heeft moeten maken voor de opslag van de goederen in een douane-entrepot en de verplaatsing naar een goedkoper douane-entrepot. Deze kosten komen volgens haar op grond van artikel 15 van de Fenex-voorwaarden en artikel 6:27 en 6:63 BW voor rekening van Puri Safe. Ten slotte stelt TransHeroes dat zij vreest dat Puri Safe de goederen in de winter niet wil afnemen, omdat het onder andere zwemkleding betreft. Zij vordert daarom medewerking van Puri Safe aan uitlevering van de goederen en verzoekt om daar een dwangsom aan te verbinden. Zij meent dat een dwangsom van € 10.000,00 per week redelijk is.
4.8.
Puri Safe voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van TransHeroes.
4.9.
Puri Safe voert aan dat partijen zijn overeengekomen dat TransHeroes eerst moet leveren, voordat zij de facturen hoeft te betalen. Aangezien TransHeroes de goederen nog niet heeft geleverd, is de vordering tot betaling van de facturen volgens haar dus nog niet opeisbaar en moet deze worden afgewezen. De aanvullende opslag- en transportkosten moeten volgens haar om diezelfde reden worden afgewezen. Voor het verbinden van een dwangsom aan de vordering tot medewerking is volgens Puri Safe geen gegronde reden, omdat zij er juist alle belang bij heeft de goederen af te nemen.
4.10.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
5.1.
Puri Safe vordert dat TransHeroes wordt veroordeeld om de goederen aan haar te leveren.
5.2.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom beoordelen of Puri Safe ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vordering in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Spoedeisend belang
5.3.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Puri Safe voldoende spoedeisend belang bij haar vordering tot levering van de goederen. Zij heeft de goederen namelijk ingekocht om deze bedrijfsmatig te verkopen en heeft er daarom belang bij dat de goederen zo snel mogelijk aan haar geleverd worden. Bovendien hebben beide partijen er belang bij dat er duidelijkheid komt over wie wat moet doen (leveren, betalen of zekerheid stellen) en wanneer, zodat de overeenkomst kan worden afgewikkeld. Partijen zitten op dit moment namelijk “vast”, terwijl de opslagkosten voor de goederen blijven oplopen.
Eerst leveren of eerst betalen?
5.4.
Partijen verschillen van mening over wat zij hebben afgesproken. Volgens Puri Safe hebben partijen een betalingstermijn van 21 dagen ná levering afgesproken en moet TransHeroes dus eerst leveren, voordat zij hoeft te betalen. Volgens TransHeroes zijn partijen echter betaling vooraf overeengekomen en moet Puri Safe de factuur voor het transport eerst betalen, voordat zij hoeft te leveren.
5.5.
Een overeenkomst ontstaat door aanbod en aanvaarding. Uit de emailcorrespondentie tussen partijen blijkt dat TransHeroes op 31 mei 2023 een aanbod heeft gedaan, bestaande uit haar offerte. Hierin staat dat vooraf betaald moet worden (“
pay in advance”). Naar het (voorlopig) oordeel van de voorzieningenrechter moet de e-mail van Puri Safe van 5 juni 2023 worden gezien als een tegenaanbod. Zij biedt hierin in feite aan om de offerte overeen te komen, maar met een afwijkende betalingstermijn van 21 dagen ná levering (“
subject to your 21 days payment (…) after goods are delivered”). Aangezien TransHeroes daarop heeft gereageerd dat zij het dienovereenkomstig zal regelen (“
we will arange accordingly”), moet worden aangenomen dat zij het tegenaanbod van Puri Safe heeft aanvaard. Partijen zijn dus overeengekomen dat Puri Safe de factuur voor de transportkosten pas ná levering van de goederen hoeft te betalen (zie over de factuur voor de invoerrechten en invoer-btw later meer).
Opschorting leveringsverplichting
5.6.
TransHeroes voert aan dat zij haar leveringsverplichting heeft opgeschort. Zij heeft Puri Safe namelijk verzocht om zekerheid te stellen, maar Puri Safe heeft dat niet gedaan. TransHeroes beroept zich hierbij (onder andere) op artikel 15 en 17 van de Fenex-voorwaarden.
5.7.
De Fenex-voorwaarden zijn in de offerte van TransHeroes van toepassing verklaard en door Puri Safe niet verworpen zodat deze stilzwijgend zijn aanvaard, althans TransHeroes daarop gerechtvaardigd mocht vertrouwen. Volgens Puri Safe zijn de Fenex-voorwaarden echter vernietigbaar, omdat deze niet op de juiste manier ter hand zijn gesteld. In de offerte staat namelijk een hyperlink naar de Fenex-voorwaarden, maar deze werkt volgens Puri Safe niet. Zij heeft dit onderbouwd met een video. Puri Safe heeft ter zitting aangevoerd dat zij de Fenex-voorwaarden in mei 2023 via de hyperlink heeft geprobeerd te openen, maar dat dit toen niet lukte.
5.8.
TransHeroes stelt dat de link in de offerte altijd goed heeft gewerkt tot 1 september 2023. Toen heeft er een verplaatsing van de website plaatsgevonden, waardoor de link tijdelijk niet meer werkte. De video van Puri Safe moet volgens TransHeroes in deze periode zijn gemaakt. Op 4 september 2023 is het probleem ontdekt en hersteld. TransHeroes heeft haar stellingen onderbouwd met een verklaring van haar werknemer en IT-logs. Puri Safe heeft niet nader onderbouwd dat de link voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst niet werkte. Naar het (voorlopig) oordeel van de voorzieningenrechter moet dan ook worden aangenomen dat de Fenex-voorwaarden op de juiste manier ter hand zijn gesteld.
5.9.
Daarnaast kan TransHeroes een beroep doen op de “bekendheidsuitzondering”: aan het vereiste dat de wederpartij voldoende mogelijkheid heeft gehad om kennis te nemen van de algemene voorwaarden is ook voldaan wanneer de wederpartij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn. [1] Die bekendheid hoeft niet veroorzaakt te zijn door de gebruiker van de algemene voorwaarden. [2]
In dit geval heeft Puri Safe in januari 2023 ook zaken gedaan met TransHeroes (afgeven machtiging voor directe vertegenwoordiging [3] ) waarbij de Fenex-voorwaarden ook van toepassing zijn verklaard en volgens TransHeroes ook zijn toegestuurd. Dit laatste lijkt aannemelijk gelet op de verwijzing in die overeenkomst naar bijlage A (de Fenex-voorwaarden), maar bijlage A is in deze procedure niet overgelegd. Daarnaast heeft Puri Safe in januari van dit jaar (dus vrij kort voordat ze de overeenkomst met TransHeroes sloot) zaken gedaan met een ander transportbedrijf, Rail Bridge Cargo, waarbij door Rail Bridge Cargo deze Fenex-voorwaarden zijn overgelegd. [4] Ter zitting heeft Puri Safe erkend dat ze die Fenex-voorwaarden heeft ontvangen en gezien (“Het was een nogal oud document”).
Trans Heroes kan dus een beroep doen op de Fenex-voorwaarden.
5.10.
In artikel 15 lid 6 van de Fenex-voorwaarden staat:
“6. De Opdrachtgever is verplicht om op eerste vordering van de Expediteur zekerheid te stellen voor hetgeen de Opdrachtgever aan de Expediteur is verschuldigd dan wel wordt verschuldigd. Deze verplichting bestaat ook, indien de Opdrachtgever zelf in verband met het verschuldigde reeds zekerheid heeft moeten stellen of heeft gesteld.”
In artikel 17 lid 2 en 8 van de Fenex-voorwaarden staat:
“2. De Expediteur heeft een retentierecht op alle Zaken, documenten en gelden die hij uit welke hoofde en met welke bestemming ook onder zich heeft of zal krijgen, voor alle vorderingen die de Expediteur ten laste van de Opdrachtgever en / of de eigenaar van de Zaken heeft of zal krijgen, ook ten aanzien van vorderingen welke geen betrekking hebben op die Zaken.”
“8. Op eerste verzoek van de Expediteur zal de Opdrachtgever zekerheid stellen voor door de Expediteur aan derden of overheden betaalde of te betalen kosten en andere kosten die de Expediteur maakt of voorziet te zullen maken ten behoeve van de Opdrachtgever, waaronder onder meer vracht, havenkosten, rechten, belastingen, heffingen en premies.”
5.11.
Op grond van deze artikelen moet Puri Safe op verzoek van TransHeroes zekerheid stellen voor de nakoming van haar betalingsverplichtingen tegenover TransHeroes. Doet zij dat niet, dan heeft TransHeroes een retentierecht. Dit houdt in dat TransHeroes de goederen niet hoeft af te geven aan Puri Safe, zolang Puri Safe geen zekerheid heeft gesteld.
5.12.
Puri Safe stelt dat deze artikelen niet van toepassing zijn, omdat partijen betaling achteraf hebben afgesproken. Uit de Fenex-voorwaarden blijkt echter niet dat deze artikelen in dat geval niet van toepassing zijn. In de artikelen staat dat de verplichting om zekerheid te stellen ook geldt voor hetgeen Puri Safe verschuldigd wórdt (en dus nog niet opeisbaar is). Bovendien kan er juist wanneer betaling achteraf is overeengekomen, reden zijn om zekerheidsstelling te vragen. Puri Safe stelt dat TransHeroes geen gegronde reden heeft om zekerheidsstelling te vragen. Dat is echter geen vereiste op grond van de Fenex-voorwaarden en bovendien heeft TransHeroes onderbouwd gesteld dat de kredietbeoordeling van Puri Safe negatief is uitgevallen.
5.13.
Aangezien tussen partijen vaststaat dat Puri Safe (nog) geen zekerheid heeft gesteld, heeft TransHeroes de levering – naar het (voorlopige) oordeel van de voorzieningenrechter – terecht opgeschort. De vordering tot levering van de goederen zal daarom worden afgewezen. Puri Safe zal eerst zekerheid moeten stellen.
in reconventie
Betaling geldbedragen
5.14.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande uit een veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen moeten onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. In de afweging van de belangen van partijen, moet de rechter mede betrekken de vraag naar – kort gezegd – het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, mocht de bodemrechter anders beslissen.
Facturen
5.15.
TransHeroes vordert betaling van de twee facturen die zij naar Puri Safe heeft gestuurd: één voor de transportkosten en één voor onder andere invoerrechten en invoerbtw.
5.16.
Aangezien in conventie al is beoordeeld dat voor de transportkosten een betalingstermijn van 21 dagen ná levering is overeengekomen, en de goederen nog niet aan Puri Safe geleverd zijn, zal de vordering tot betaling van de transportkosten (de eerste factuur van $ 9.590,92) worden afgewezen.
5.17.
Uit de e-mail van 5 juni 2023 van Puri Safe volgt dat de betalingstermijn van 21 dagen ná levering ook geldt voor de te betalen invoerrechten (“
including custom duties”). De gevorderde invoerrechten – de
“import duties”die op de tweede factuur vermeld staan – zullen daarom ook worden afgewezen.
5.18.
TransHeroes stelt echter dat er ook invoer-btw (“
import VAT”) op de tweede factuur vermeld staat, en dat dit iets anders is dan invoerrechten. Deze kosten zijn niet vermeld in de offerte, maar zijn later ontstaan. Volgens haar moeten deze kosten vooraf worden betaald. In de offerte staat namelijk:
“VAT (…) must always be paid in advance, unless we agree otherwise”. Puri Safe is het daar niet mee eens en voert aan dat zij met “
custom duties” in haar e-mail van 5 juni 2023 ook deze kosten heeft bedoeld.
5.19.
Naar het (voorlopig) oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit de tekst van de e-mail van Puri Safe niet dat zij ook de invoer-btw bedoeld heeft. Dat staat er immers niet, terwijl wel uitdrukkelijk “custom duties” (douanerechten) wordt genoemd. Custom duties en import-VAT zijn twee verschillende dingen. De invoer-btw zal daarom vooraf moeten worden betaald.
5.20.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft TransHeroes voldoende spoedeisend belang bij haar vordering tot betaling van de invoer-btw. Zoals in conventie ook is geoordeeld, hebben beide partijen er namelijk belang bij dat er duidelijkheid komt over wie wat moet doen (leveren, betalen of zekerheidstellen) en wanneer, zodat de overeenkomst kan worden afgewikkeld. Partijen zitten op dit moment namelijk “vast”, terwijl de opslagkosten voor de goederen blijven oplopen. Bovendien heeft Puri Safe niet weersproken dát zij de invoer-btw moet betalen (alleen wannéér zij dit bedrag moet betalen) en is nergens uit gebleken dat TransHeroes dit bedrag niet zou kunnen terugbetalen, indien de bodemrechter anders beslist.
5.21.
De voorzieningenrechter zal Puri Safe dan ook veroordelen tot betaling van een bedrag van (€ 2.389,69 + € 21.982,64 =) € 24.372,33 aan invoer-btw (zoals vermeld op de tweede factuur).
Buitengerechtelijke incassokosten
5.22.
TransHeroes vordert vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. Partijen zijn een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten overeengekomen die van de wettelijke regeling afwijkt. In artikel 16 lid 2 van de Fenex-voorwaarden staat namelijk dat TransHeroes een vergoeding van 10% van haar vordering aan buitengerechtelijke incassokosten in rekening mag brengen. Dat komt in dit geval neer op een bedrag van € 2.437,23 aan buitengerechtelijke incassokosten over het toegewezen bedrag van € 24.372,33. De voorzieningenrechter acht dit geen redelijke vergoeding en zal daarom een bedrag van € 1.018,72 aan buitengerechtelijke incassokosten toewijzen, conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Betaling aanvullende opslag- en transportkosten
5.23.
TransHeroes vordert betaling van de aanvullende opslag- en transportkosten die zij heeft moeten maken, omdat zij de goederen nog niet heeft kunnen leveren. In conventie is al geoordeeld dat zij de levering van de goederen terecht heeft opgeschort, totdat Puri Safe zekerheid stelt voor de nakoming van haar betalingsverplichtingen. Aangezien Puri Safe (nog) geen zekerheid heeft gesteld, is het aan haar te wijten dat TransHeroes aanvullende opslagkosten heeft moeten maken. Dat geldt echter pas vanaf het moment dat TransHeroes heeft medegedeeld dat zij een beroep doet op haar retentierecht. Nu TransHeroes hier niets over heeft aangevoerd en dit ook niet uit de stukken blijkt, kan de voorzieningenrechter niet beoordelen vanaf wanneer de kosten toewijsbaar zijn. De vordering tot betaling van de aanvullende opslag- en transportkosten zal daarom worden afgewezen.
Medewerking aan levering
5.24.
TransHeroes vordert medewerking van Puri Safe aan de uitlevering van de goederen, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00. De vordering van Puri Safe tot levering van de goederen wordt echter afgewezen, omdat TransHeroes haar leveringsverplichting heeft opgeschort totdat Puri Safe zekerheid stelt. Puri Safe kan dan ook niet worden veroordeeld tot medewerking aan de levering van de goederen. Bovendien blijkt nergens uit dat Puri Safe de levering van de goederen zou weigeren. Zij is deze procedure juist gestart om de goederen geleverd te krijgen.
in conventie en reconventie
Proceskosten
5.25.
Puri Safe is de partij die zowel in conventie als reconventie (grotendeels) ongelijk krijgt. Zij moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van TransHeroes worden begroot op:
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.618,50
(1,5 x tarief € 1.079,00)
- nakosten
271,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
totaal
2.565,50

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van Puri Safe af,
in reconventie
6.2.
veroordeelt Puri Safe om een bedrag van € 24.372,33 aan invoer-btw aan TransHeroes te betalen,
6.3.
veroordeelt Puri Safe om een bedrag van € 1.018,72 aan buitengerechtelijke incassokosten aan TransHeroes te betalen,
6.4.
verklaart de veroordelingen onder 6.2 en 6.3 uitvoerbaar bij voorraad,
in conventie en reconventie
6.5.
veroordeelt Puri Safe in de proceskosten van € 2.565,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Puri Safe niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Puri Safe € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
6.6.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Bottenberg-van Ommeren en in het openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten op 25 oktober 2023.

Voetnoten

1.Hoge Raad 1 oktober 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2977, r.o. 3.4 en Hoge Raad 11 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1599, r.o. 3.2.2.
2.Hoge Raad 11 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1599, r.o. 3.2.3.
3.Productie 9 van TransHeroes.
4.Productie 8 van TransHeroes.