Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] , Duitsland,
gevestigd te Vaassen, voorheen kantoorhoudend te Enschede,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen mevrouw [eiseres] en Meubelcomfort Enschede B.V. De eiseres, die sinds 2 januari 2020 in dienst is bij Meubelcomfort Enschede als verkoopmedewerker, vorderde betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld. De eiseres was sinds 12 augustus 2022 arbeidsongeschikt en ontving gedurende enkele maanden geen salaris, ondanks dat zij wel salarisstroken ontving. De eiseres heeft haar vordering ingesteld na het niet betalen van haar loon over de periode van 1 mei tot en met 30 september 2023. De gedaagde partij, Meubelcomfort Enschede, is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van de eiseres niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 7.617,75 bruto aan achterstallig salaris, € 609,40 bruto aan vakantiegeld, € 1.000,00 netto aan onbelaste reiskostenvergoeding, en € 1.523,55 bruto als salaris vanaf 1 oktober 2023, vermeerderd met vakantietoeslag en wettelijke rente. Daarnaast zijn de proceskosten van € 904,42 aan de gedaagde partij opgelegd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.