In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een man en een vrouw, die ex-echtgenoten zijn. De rechtbank heeft zich gebogen over de verdeling van de voormalig echtelijke woning en de daarop rustende hypothecaire schuld, alsook over de (voor)huwelijkse belasting- en andere schulden. De man, eiser in conventie en verweerder in reconventie, heeft gesteld dat de vrouw hem een vergoeding van € 81.616,- verschuldigd is na de toedeling van de woning aan hem. De vrouw heeft hiertegen verweer gevoerd, onder andere door te stellen dat de dagvaarding van de man chaotisch en onoverzichtelijk is en dat er een woningtaxatie moet plaatsvinden.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat beide partijen voldoende onderbouwd moeten zijn in hun stellingen en dat de vrouw, door geen inhoudelijk verweer te voeren, het risico loopt dat haar verweer niet wordt gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voormalig echtelijke woning met de daarop rustende hypothecaire schuld en alle (voor)huwelijkse schulden met gesloten beurs aan de man worden toegedeeld, waarbij de man een exclusieve draagplicht heeft voor deze lasten. De rechtbank heeft ook bepaald dat de man de kosten van de uitvoering van deze verdeling moet voldoen. Alle overige vorderingen van partijen zijn afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.