ECLI:NL:RBOVE:2023:43

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
C/08/289059 / KG ZA 22-260
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop en eigendomsoverdracht van gezamenlijke woning na relatiebreuk met minderjarige kinderen

In deze zaak gaat het om een kort geding tussen twee partijen, A en B, die een relatie hebben gehad en samen drie minderjarige kinderen hebben. A woont nog in de gezamenlijke woning, die moet worden verkocht omdat geen van beide partijen de woning kan overnemen. A ervaart veel stress en is bang om met de kinderen op straat te komen staan, en wil eerst een andere woonruimte vinden voordat de woning te koop wordt gezet. B, die momenteel bij zijn ouders woont, heeft geen eigen plek en kan de kinderen niet adequaat huisvesten. Hij vordert in reconventie medewerking van A aan de verkoop en levering van de woning, zodat hij een nieuwe woning kan aanschaffen. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van B toegewezen, waarbij A verplicht wordt om haar medewerking te verlenen aan het verkooptraject van de woning. De rechter oordeelt dat A's angst om op straat te komen staan niet voldoende onderbouwd is en dat B een gerechtvaardigd belang heeft bij de verkoop van de woning. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer : C/08/289059 / KG ZA 22-260
Vonnis in kort geding van 4 januari 2023
in de zaak van
[A],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie, hierna te noemen [A] ,
advocaat: mr. E.M. Elfrink te Hengelo (O),
tegen
[B],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie, hierna te noemen [B] ,
advocaat: mr. T.R. Oude Veldhuis te Hengelo (O).

1.De procedure

1.1.
[A] heeft op 9 december 2022 de dagvaarding met producties aan [B] laten betekenen. Op 19 december 2022 heeft [B] een reconventionele vordering ingediend. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 december 2022. [A] is verschenen, bijgestaan door mr. Elfrink. [B] is ook verschenen, bijgestaan door mr. Oude Veldhuis. [A] heeft haar vordering in conventie tijdens de mondelinge behandeling ingetrokken. [B] heeft de vordering in reconventie gehandhaafd. De pleitnota van de zijde van [B] is tijdens de mondelinge behandeling besproken. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Het vonnis wordt vandaag uitgesproken.

3.Het geschil in reconventie3.1. [B] vordert -samengevat- dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:I. bepaalt dat [A] haar medewerking aan de verkoop en eigendomsoverdracht van de woning aan [het adres] te [woonplaats] dient te verlenen, met inachtneming van het volgende:a. [A] dient binnen één week na betekening van dit vonnis haar medewerking teverlenen aan de opdracht aan Prisma Era Makelaars te Delden om de woning te verkopen, waarbij de makelaar een reële marktconforme vraag- en laatprijs bepaalt;b. indien door de makelaar een koper is gevonden, dient [A] binnen één week na een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de makelaar haar volledige en onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning;c. nadat de koopovereenkomst is ondertekend, dient de vrouw binnen één week naeen daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de notaris haar volledige en onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de levering van de woning bij de notaris;

II. bepaalt dat [A] haar medewerking dient te verlenen aan het verkooptraject van de woning in de ruimste zin van het woord, waaronder in ieder geval wordt begrepen de gelegenheid bieden om foto’s en een omschrijving van de woning te maken, het plaatsen van de woning op Funda, het verkoopklaar/toonbaar maken van de woning, tuin, ondergrond en toebehoren, de gelegenheid bieden aan de makelaar om de woning te bezichtigen met potentiële kopers en het opvolgen van (andere) adviezen instructies van de makelaar om tot (feitelijke) verkoop van de woning te komen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 25.000,00;
III. bepaalt dat, in het geval [A] de in het onder I. verzochte medewerking niet (volledig) verleent, dit vonnis op grond van artikel 3:300 BW in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [B] (
voorzieningenrechter: bedoeld zal zijn [A]) die nodig is voor respectievelijk de verkoopopdracht, de verkoop en de levering en het notariële transport van de woning, mits de verkoopopdracht en/of verkoopovereenkomst en/of notariële akte geen bepalingen inhoudt/inhouden die afwijken van wat in de gegeven omstandigheden gebruikelijk is, zulks ter beoordeling van de betreffende makelaar en/of de notaris ten overstaan van wie de betreffende akte gepasseerd wordt;
IV. bepaalt dat het bedrag van de verkoopwaarde van de woning, na aflossing van de hypotheekschuld bij Argenta met [nummer] , minus de opgebouwde waarde in de aan de hypothecaire gekoppelde spaarhypotheekverzekering met [polisnummer] bij de [X] Verzekeringen B.V. en betaling van de makelaarskosten en overige kosten, tussen partijen bij helfte wordt verdeeld;
V. [A] veroordeelt in de kosten van het geding.
3.2.
[A] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De standpunten van partijen en de beoordeling daarvan in reconventie

Spoedeisend belang4.1. [A] betwist het spoedeisend belang aan de zijde van [B] omdat hij in de bodemprocedure uitstel na uitstel heeft gevraagd. [B] betwist dat en vindt dat hij spoedeisend belang heeft bij zijn vordering. [B] stelt daartoe dat beide partijen vinden dat de woning verkocht moet worden. [B] beschikt niet over eigen woonruimte en verblijft bij zijn ouders. Hij heeft dus geen eigen plek en kan zijn kinderen ook geen eigen plek bieden. [B] wil door met zijn leven en een nieuwe woning aanschaffen. Dat is niet mogelijk zolang hij nog hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypothecaire geldlening. Ook is de woningmarkt op dit moment nog gunstig.
4.2.
Het standpunt van [A] dat [B] geen spoedeisend belang heeft, wordt door de voorzieningenrechter niet gevolgd. Beide partijen vinden dat de woning moet worden verkocht. [B] heeft er belang bij dat dit zo snel mogelijk plaatsvindt. Dit klemt temeer nu hij nog steeds hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypothecaire verplichtingen ter zake van de woning, waar hij niet meer woont. Dit betekent dat het spoedeisend belang is gegeven en dat de vorderingen van [B] inhoudelijk kunnen worden behandeld.
De vorderingen van [B]
4.3.
wil dat de woning per direct in de verkoop komt te staan, zodat hij verder kan met zijn leven en een eigen plek kan vinden voor zichzelf en voor de kinderen. Het meest verstrekkende verweer van [A] om de woning op dit moment nog niet te verkopen, is dat zij bang is dat zij op straat komt te staan met de kinderen. [A] wil eerst de zekerheid van een andere woonplek. Een mogelijk verkooptraject geeft veel stress en [A] zit al in de ziektewet.
4.4.
De vraag die voorligt is of [A] gehouden is mee te werken aan de verkoop van de woning. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dat het geval is en hij motiveert dat als volgt.
4.5.
Vooropgesteld wordt dat tussen partijen, gezien hun stellingen, niet in geschil is dat de woning gezamenlijk eigendom is en moet worden verkocht. Geen van partijen kan de woning namelijk zelf kopen/op naam krijgen. Dat maakt dat [B] in beginsel op elk moment kan vragen om medewerking aan de verkoop en de levering van de woning. Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat de huidige situatie niet zo kan blijven. Hoewel de voorzieningenrechter begrijpt dat [A] wil voorkomen dat zij met haar gezin op straat komt, heeft [B] een terecht belang bij de verkoop van de woning. [B] heeft namelijk geen eigen plek en kan daar op dit moment ook niet aan komen, gelet op de hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van de hypotheek. Het verweer van [A] dat zij bang is om op straat te komen te staan, legt naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen gewicht in de schaal. Niet alleen is haar angst niet onderbouwd, ook is het nog lang niet zo ver dat zij de woning moet verlaten om deze aan een derde te leveren terwijl zij nog niet over nieuwe woonruimte beschikt. De woning moet namelijk eerst nog in de verkoop worden gezet: de makelaar moet worden benaderd, er moet een prijs worden bepaald, de woning moet verkoopklaar worden gemaakt, er moet een koper worden gevonden en er moet nog onderhandeld worden over een mogelijk bod.
Als al die stappen zijn doorlopen en er is een koper met een passend bod, kan vervolgens ook nog onderhandeld worden over de leveringstermijn. Dit betekent dat [A] tijd heeft om andere woonruimte te vinden. Van [B] kan niet worden verwacht dat de woning pas in de verkoop komt te staan op het moment dat [A] een andere woonplek heeft gevonden.
4.6.
De conclusie van het bovenstaande is dat [A] haar medewerking moet verlenen aan de verkoop en eigendomsoverdracht van de woning, als ook haar medewerking moetverlenen aan het verkooptraject van de woning in de ruimste zin van het woord, een en ander zoals door [B] gevorderd. Als [A] geen gehoor geeft aan de medewerking aan het verkooptraject van de woning, is zij een dwangsom verschuldigd van € 500,00 per dag met een maximum van € 25.000,00.
4.7.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is er, bij gebrek aan verweer daartegen, voldoende aanleiding om te bepalen dat, indien [A] haar medewerking niet verleent tot het in verkoop geven van de woning en de levering van de woning, dit vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [A] die nodig is voor de verkoopopdracht, verkoop en levering en het notariële transport. Deze vordering van [B] zal dan ook worden toegewezen.
4.8.
[B] vordert ook dat het bedrag van de verkoopwaarde van de woning, na aflossing van de hypotheekschuld, minus de opgebouwde waarde in de spaarhypotheekverzekering en betaling van de makelaarskosten en overige verkoopkosten, tussen partijen bij helfte wordt verdeeld. Hiertegen is door [A] geen verweer gevoerd zodat ook deze vordering zal worden toegewezen.
Proceskosten4.9. [B] vordert ten slotte nog vergoeding van de proceskosten. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding af te wijken van het gangbare uitgangspunt dat de proceskosten in een zaak als de onderhavige, waarin het geschil voortvloeit uit de (beëindigde) relatie, tussen partijen zullen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
bepaalt dat [A] haar medewerking aan de verkoop en eigendomsoverdracht van de woning aan [het adres] te [woonplaats] dient te verlenen, met inachtneming van het volgende:
a. [A] dient binnen één week na betekening van dit vonnis haar medewerking te
verlenen de opdracht aan Prisma Era Makelaars te Delden om de woning te
verkopen, waarbij de makelaar een reële marktconforme vraag- en laatprijs bepaalt;
b. indien door de makelaar een koper is gevonden, dient [A] binnen één week na
een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de makelaar haar volledige en
onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning;
c. nadat de koopovereenkomst is ondertekend, dient de vrouw binnen één week na
een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de notaris haar volledige en
onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de levering van de woning bij de
notaris.
5.2.
bepaalt dat [A] haar medewerking dient te verlenen aan het verkooptraject van de woning in de ruimste zin van het woord, waaronder in ieder geval wordt begrepen de gelegenheid bieden om foto’s en een omschrijving van de woning te maken, het plaatsen van de woning op Funda, het verkoopklaar/toonbaar maken van de woning, tuin, ondergrond en toebehoren, de gelegenheid bieden aan de makelaar om de woning te bezichtigen met potentiële kopers en het opvolgen van (andere) adviezen instructies van de makelaar om tot (feitelijke) verkoop van de woning te komen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 25.000,00;
5.3.
bepaalt dat, in het geval [A] de verzochte medewerking niet (volledig) verleent, dit vonnis op grond van artikel 3:300 BW in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [A] die nodig is voor respectievelijk de verkoopopdracht, de verkoop en de levering en het notariële transport van de woning, mits de verkoopopdracht en/of verkoopovereenkomst en/of notariële akte geen bepalingen inhoudt/inhouden die afwijken van wat in de gegeven omstandigheden gebruikelijk is, zulks ter beoordeling van de betreffende makelaar en/of de notaris ten overstaan van wie de betreffende akte gepasseerd wordt;
5.4.
bepaalt dat het bedrag van de verkoopwaarde van de woning, na aflossing van de hypotheekschuld bij Argenta met [nummer] , minus de opgebouwde waarde in de aan de hypothecaire gekoppelde spaarhypotheekverzekering met [polisnummer] bij de [X] Verzekeringen B.V. en betaling van de makelaarskosten en overige kosten, tussen partijen bij helfte wordt verdeeld;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op
4 januari 2023.