Uitspraak
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
- de mondelinge behandeling van 6 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
€ 132,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert de eiser, die een woning verhuurt aan de gedaagde, ontruiming van de woning en betaling van achterstallige huur. De gedaagde heeft sinds juni 2023 de huur niet meer betaald, wat heeft geleid tot een huurachterstand van € 3.120,00. De gedaagde stelt dat hij de huur heeft opgeschort vanwege gebreken aan de woning, maar de kantonrechter oordeelt dat dit verweer niet slaagt. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser toe, omdat er sprake is van een spoedeisend belang en de gedaagde niet heeft aangetoond dat de gebreken aan de woning ernstig genoeg zijn om de huurbetaling op te schorten. De gedaagde wordt veroordeeld om binnen één maand na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de achterstallige huur te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast wordt de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die door de eiser zijn gemaakt. De kantonrechter acht de ontruiming een noodzakelijke maatregel, gezien de langdurige huurachterstand en het gebrek aan bereidheid van de gedaagde om de huur te betalen.