6.3De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vernieling van goederen die zijn ouders toebehoren. Hiermee heeft verdachte zijn ouders niet alleen materiële schade toegebracht, maar bij hen ook gevoelens van onveiligheid veroorzaakt. Verdachte heeft ook samen met een ander een scooter gestolen. Dit zijn ergerlijke vormen van criminaliteit die voor de betrokkenen leiden tot financiële schade en overlast. Verdachte heeft met zijn handelen blijk gegeven van een gebrek aan respect voor de eigendomsrechten van anderen. Dit zijn misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 18 oktober 2023, waaruit blijkt dat verdachte een uitgebreide justitiële voorgeschiedenis van 24 pagina’s heeft. Verdachte komt veelvuldig in beeld bij politie en justitie vanwege vermogensdelicten, het rijden zonder rijbewijs en overlast gevend gedrag.
Rapportages en verklaring van de deskundige op de terechtzitting
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van een aantal over verdachte opgemaakte rapporten.
Uit het advies indicatieoverleg NIFP van 31 juli 2023 volgt dat er geen contra-indicatie is om een ISD-maatregel op te leggen. Op basis van de stukken kan zeker gedacht worden aan beperkingen bij verdachte, waarbij de verstandelijke beperking het meest in het oog springt. Binnen de ISD-afdeling is er voldoende mogelijkheid tot zorg op maat: mocht verdachte toch overvraagd worden dan kan overplaatsing naar bijvoorbeeld een PPC of uitplaatsing naar een kliniek plaatsvinden. Dit is afhankelijk van het oordeel van het behandelteam op de ISD-afdeling.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte uitgebracht, gedateerd 19 oktober 2023, opgemaakt door [reclasseringswerker] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland. Zij is ter terechtzitting van 27 oktober 2023 als deskundige gehoord. Dit rapport houdt het volgende in.
Verdachte is een 25 jarige man is die als zeer actieve veelpleger wordt beschouwd en in die hoedanigheid is besproken in het veelplegeroverleg van Zorg- en Veiligheidshuis Twente. Hij is sinds 13 oktober 2022 aangemerkt als ISD-kandidaat. De reclassering ziet voornamelijk risicofactoren. Huisvesting en begeleiding zijn niet toereikend en bij vrijlating zal dit vermoedelijk meer problemen opleveren, omdat verdachte niet meer bij zijn ouders binnen wordt gelaten. Zijn sociaal netwerk is zeer zorgelijk en is sterk recidive verhogend. Daarnaast zijn er vanwege dit sociaal netwerk zorgen over zijn veiligheid en die van zijn directe omgeving. Zijn drugsgebruik is in de maanden voor zijn aanhouding toegenomen, wat grensoverschrijdend gedrag en delictgedrag verhoogt. Zijn psychosociaal functioneren en pro-criminele houding zijn van grote invloed op het hoge recidiverisico. De mogelijke beschermende factoren, verdachtes familie en zijn dagbesteding, weerhouden hem er niet van om delicten te blijven plegen. De verwachting is dat delicten onverminderd doorgaan bij vrijlating. Ook al wil verdachte wel, hij blijft keuzes maken waardoor hij niet komt tot een stabiel en/of delictvrij leven. Hij kent een uitgebreide hulpverlenings- en behandelgeschiedenis. De vele trajecten resulteerden niet in blijvend succes. Gelet op het aantal strafbare feiten, de aanhoudende overlastmeldingen, zijn beperkte verstandelijke vermogens en zijn geringe leerbaarheid wordt geadviseerd tot oplegging van de ISD-maatregel. De kans op recidive wordt als hoog ingeschat op basis van de delictgeschiedenis, de geringe leerbaarheid, impulsiviteit en het gebrek aan probleembesef. Ook het risico op letselschade wordt als hoog ingeschat. Bekend is dat verdachte snel gefrustreerd kan raken, wat passend is bij zijn problematiek in combinatie met zijn verstandelijke vermogens. In bepaalde situaties kan dit leiden tot agressieve gedragingen met risico op letsel. Het risico op het door verdachte zich onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als hoog. Verdachte kan zich moeilijk houden aan regels en het nakomen van afspraken, wat veelvuldig gebleken is in de afgelopen jaren binnen de verschillende reclasseringstrajecten. De reclassering adviseert daarom aan verdachte bij een veroordeling een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen.
Ter terechtzitting van 27 oktober 2023 heeft de deskundige het advies tot oplegging van de ISD-maatregel gehandhaafd. Zij heeft toegelicht dat bij verdachte deels sprake is van onmacht, maar dat gebleken is dat reclasseringsinterventies geen enkele toegevoegde waarde hebben, omdat verdachte niet in staat is zich te houden aan de bijzondere voorwaarden. Er is geen gedragsbeïnvloeding mogelijk. Ook binnen de hulpverlening/zorg zijn de mogelijkheden niet toereikend gebleken. Oplegging van de ISD-maatregel wordt als enige overgebleven mogelijkheid gezien om de maatschappij te beschermen tegen verdachte en om een stabiele en veilige leefsituatie te creëren voor hemzelf. Het ISD-traject bevat een stabilisatie-fase met de mogelijkheid van het afnemen van nieuwe diagnostiek. Daarna kan er (na eventuele behandeling) toegewerkt worden naar een plaatsing in een geschikte woongroep. Het doel is dat verdachte binnen het ISD-kader zo lang mogelijk op deze woongroep kan verblijven waardoor hij kan ervaren wat deze stabiliteit en rust met hem doen.
Overwegingen ten aanzien van de maatregel
De rechtbank stelt vast dat aan de wettelijke eisen voor de oplegging van een ISD-maatregel is voldaan. De bewezen verklaarde feiten zijn feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte van 18 oktober 2023 blijkt dat verdachte gedurende vijf jaar voorafgaand aan het plegen van de onderhavige feiten tenminste driemaal ter zake van een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf/maatregel.
Dit betreffen de navolgende veroordelingen:
- bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 29 maart 2022, inhoudende een gevangenisstraf van 42 dagen waarvan 40 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 4 juli 2022, inhoudende een gevangenisstraf van drie maanden;
- bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 14 september 2022, inhoudende een gevangenisstraf van vier weken.
De onderhavige feiten zijn ook begaan na de tenuitvoerlegging van deze straffen.
Gezien het strafblad van verdachte, de problemen in zijn huidige instabiele leefsituatie en zijn verslavingsproblematiek, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage en de toelichting van de deskundige ter terechtzitting, houdt de rechtbank er ernstig rekening mee dat verdachte opnieuw tot het plegen van misdrijven als de onderhavige zal overgaan, zolang voor zijn problematiek en leefsituatie geen oplossing wordt gevonden. Hiermee is de veiligheid van zowel personen als goederen in het geding.
In het geval van oplegging van de ISD-maatregel dient het belang van de maatschappij om beveiligd te worden tegen de aantasting van personen en goederen door misdrijven en het onder meer in artikel 5 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) neergelegde recht op persoonlijke vrijheid te worden afgewogen. De rechtbank is zich bewust van de zwaarte van de ISD- maatregel maar acht van belang dat de maatregel, naast beveiliging van de maatschappij, beoogt een bijdrage te leveren aan de beëindiging van verdachtes recidive en voorts aan een oplossing van zijn problematiek.
Gezien die problematiek acht de rechtbank de ISD-maatregel passend en geboden. Het ingeschatte hoge recidiverisico, de herhaaldelijke maatschappelijke overlast en de instabiele criminogene factoren in aanmerking nemend, eist de veiligheid van personen en goederen ook de oplegging van deze maatregel. Voor een structurele kentering in het gedrag en een gedegen aanpak van zijn verslavingsproblematiek acht de rechtbank voorts het kader van de onvoorwaardelijke ISD noodzakelijk.
Om verdachte de gelegenheid te bieden zijn verslavingsproblematiek gedegen aan te pakken en een structurele verandering in zijn leefsituatie te bewerkstelligen is oplegging van de maximale termijn noodzakelijk. Daarom zal de rechtbank de onvoorwaardelijke ISD-maatregel opleggen voor de duur van twee jaren.
De rechtbank ziet bij het bepalen van de duur van de maatregel, gezien het hetgeen hiervoor is uiteengezet, geen redenen om op grond van artikel 38n, tweede lid, Sr rekening te houden met de tijd door verdachte voor de tenuitvoerlegging in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht.