ECLI:NL:RBOVE:2023:4568

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
10548134 \ CV EXPL 23-1259
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en afwijzing van reconventionele vorderingen in geschil tussen sportschoolexploitant en overnemende partij

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 14 november 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [partij A], handelend onder de naam [bedrijf 1], en [partij B 1] B.V. en [partij B 2]. [partij A] vorderde betaling van facturen voor gas, water, elektra en andere diensten die door [partij B] zouden zijn overgenomen na de overname van de sportschool. [partij B] vorderde in reconventie herstelwerkzaamheden en een boete wegens overtreding van een non-concurrentiebeding. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat partijen via WhatsApp overeenstemming hadden bereikt over de overname van de diensten door [partij B]. De vorderingen van [partij A] werden voor een deel toegewezen, terwijl de tegenvorderingen van [partij B] werden afgewezen. De rechtbank veroordeelde [partij B] tot betaling van een totaalbedrag van € 4.563,81, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 december 2022. Tevens werden de proceskosten aan de zijde van [partij A] toegewezen, terwijl de vorderingen van [partij B] in reconventie werden afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10548134 \ CV EXPL 23-1259
Vonnis van 14 november 2023in de zaak van
[partij A], tevens handelend onder de naam [bedrijf 1],
te [vestigingsplaats 1],
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [partij A],
gemachtigde: mr. E. Nijhoff
tegen

1.[partij B 1] B.V.,

te [vestigingsplaats 2],
2.
[partij B 2],
te [woonplaats],
gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie,
hierna samen ook te noemen: [partij B],
gemachtigde: mr. L.M. Winkelhorst, werkzaam bij Weersink Incasso, Juridische Zaken & Debiteurenbeheer.

1.De procedure in conventie en in reconventie

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 augustus 2023,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de mondelinge behandeling van 19 oktober 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Hierna volgt het vonnis.

2.Waar gaat de zaak over

2.1.
[partij B] heeft de exploitatie van de sportschool van [partij A] overgenomen. [partij A] stelt dat partijen zijn overeengekomen dat [partij B] gedurende een bepaalde periode bepaalde diensten, zoals o.a. KPN, gas, water en elektra, van haar zou overnemen en vordert betaling van deze diensten. [partij B] stelt dat zij het pand ‘gratis’ zou mogen gebruiken tot 1 november 2022 en dat hieronder ook het gebruik van deze diensten valt. In reconventie vordert [partij B] kortgezegd veroordeling van [partij A] tot herstel van het dakraam en de motor dan wel dat [partij B] een derde zal inschakelen om de herstelwerkzaamheden uit te voeren op kosten van [partij A]. Verder vordert [partij B] betaling van een boete wegens overtreding van het concurrentiebeding.
2.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter zijn partijen via WhatsAppberichten overeengekomen dat [partij B] de diensten tot een bepaalde periode tegen betaling zou overnemen. De vorderingen van [partij A] worden, voor zover deze betrekking hebben op de periode tot 1 november 2022, daarom toegewezen. De tegenvorderingen van [partij B] worden afgewezen omdat [partij B] geen partij is bij de overeenkomsten van zowel de aankoop van het onroerend goed als de passiva-activa overeenkomst.

3.De feiten

3.1.
[partij A] heeft onder de naam [bedrijf 1] een sportschool geëxploiteerd tot 10 september 2022.
3.2.
[partij B 1] B.V., opgericht op 16 september 2022, heeft deze exploitatie overgenomen met ingang van 10 september 2022.
3.3.
[partij B 2] vertegenwoordigde [partij B 1] B.V. bij de overname van de exploitatie.
3.4.
Het pand waarin de sportschool is gevestigd is door de vader van [partij A], [betrokkene], op 18 augustus 2022 verkocht aan ARM Onroerend goed B.V. en geleverd op 1 november 2022.
3.5.
De passiva en activa van de sportschool zijn bij overeenkomst van 9 september 2022 door [bedrijf 2] B.V. overgenomen van [partij A].
3.6.
Op 17 oktober 2022 hebben [betrokkene] en [partij B 2], optredend namens ARM Onroerend goed B.V., een vaststellingsovereenkomst gesloten nadat was gebleken dat het pand gebreken vertoonde die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst niet gemeld waren aan de koper. Deze overeenkomst houdt in dat een bedrag van € 150.000,- in mindering wordt gebracht op de koopprijs.
3.7.
Op 26 oktober 2022 heeft [partij B] het contract met KPN overgenomen.
3.8.
Op 23 november 2022 heeft [partij A] een factuur gestuurd naar [partij B] voor een bedrag van € 5.284,59, op 16 december 2022 gevolgd door een aanmaning en op 1 maart 2023 door een ingebrekestelling.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[partij A] vordert – samengevat en uitvoerbaar bij voorraad- hoofdelijke veroordeling van [partij B] tot betaling van € 6.133,44, vermeerderd met de wettelijke rente over € 5.284,59 vanaf 7 december 2022 tot de datum van algehele voldoening met veroordeling van [partij B] in de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.
in reconventie
4.2.
[partij B] vorderen in reconventie – samengevat en uitvoerbaar bij voorraad –
veroordeling van [partij A] om binnen een door de kantonrechter te bepalen redelijke termijn over te gaan tot herstelwerkzaamheden van het dakraam en de motor en indien [partij A] hiermee in gebreke blijft, het verzuim intreedt en [partij B] een derde zal inschakelen om de herstelwerkzaamheden uit te voeren en de daaraan verbonden kosten, voorlopig begroot op € 10.000,00 zal doorbelasten aan [partij A];
veroordeling van [partij A] om aan [partij B] te betalen de verschuldigde opeisbare boete inzake de overtreding van het non-concurrentiebeding van € 64.000,00, vermeerderd met € 500,00 per dag vanaf 8 augustus 2023 waarop zodanig overtreding voortduurt;
veroordeling van [partij A] in de proceskosten.

5.De beoordeling

in conventie: de vordering van [partij A]
5.1.
De factuur van [partij A] heeft betrekking op het gas, water en elektra, KPN, Fudura en Virtuagym. [partij A] stelt dat hij met [partij B] is overeengekomen dat [partij B] deze kosten zou dragen en dat [partij A] deze enkel heeft voorgeschoten omdat [partij B] nog niet was opgericht en nog niet over een bankrekening beschikte. [partij B] betwist dat dit is overeengekomen.
Bepaling in de passiva-activaovereenkomst dat het pand gratis gebuikt kon worden.
5.2.
[partij B 2] stelt dat [bedrijf 2] B.V. en [partij A] in de passiva-activaovereenkomst (bijlage 4) d.d. 9 september 2022 zijn overeengekomen dat met de afspraak ‘dat het pand gratis gebruikt kan worden’ bedoeld is dat tot 1 november 2022 geen kosten in rekening zouden worden gebracht. Daaronder werd ook verstaan de kosten die [partij A] nu vordert, aldus [partij B 2].
5.3.
Deze stelling wordt door de kantonrechter niet gevolgd. Voor zover [partij B 2] verwijst naar de overeenkomst van [partij A] met [bedrijf 2] B.V., geldt dat de vordering niet tegen deze rechtspersoon is ingesteld. Voor zover de vordering tegen [partij B 2] is ingesteld geldt het volgende. [partij B 2] heeft als indirect bestuurder van [bedrijf 2] B.V. gehandeld bij de overname van de activa-passiva. [partij A] heeft in deze procedure [partij B 2] niet uit hoofde van de functie van bestuurder van deze besloten vennootschap aangesproken en heeft bovendien geen enkele stelling ingebracht op grond waarvan aansprakelijkheid van [partij B 2] moet worden aangenomen. Dat [partij B 2] dit wel zo heeft opgevat blijkt ook niet uit de conclusie van antwoord en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen. De vraag wat [partij A] en [bedrijf 2] b.v. hebben bedoeld met ‘dat het pand gratis gebruikt kan worden’ blijft daarom buiten beschouwing.
Wat heeft [partij A] met [partij B 2] in privé, dan wel als indirect bestuurder van [partij B] (i.o.) afgesproken over de diensten?
5.4.
[partij A] heeft ter onderbouwing van zijn standpunt dat partijen zijn overeengekomen dat [partij B] deze diensten zou overnemen verwezen naar de WhatsApp-correspondentie. Daaruit blijkt volgens hem dat [partij B] haar eigen kosten zou dragen en dat [partij A] die enkel heeft voorgeschoten. Verder heeft [partij B] een overnamecontract met KPN ondertekend en de facturen van Virtuagym zijn in lijn met de gemaakte afspraken aangepast.
Het toetsingskader: Haviltex-maatstaf
5.5.
Of en in welke zin een overeenkomst tot stand komt, hangt volgens vaste jurisprudentie af van wat beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten afleiden (de zogenoemde ‘Haviltex-maatstaf’, naar het arrest van de Hoge Raad van 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158). Het gaat dus niet alleen om wat een partij heeft verklaard en wat hij met die verklaring beoogde, maar ook om wat zijn wederpartij hieruit redelijkerwijs heeft mogen afleiden (gerechtvaardigd vertrouwen). Bij de uitleg van wat partijen zijn overeengekomen kunnen ook gedragingen en verklaringen van partijen na het sluiten van de overeenkomst van belang zijn (zie Hoge Raad 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2012:BX5572). Die latere gedragingen en verklaringen kunnen immers een indicatie vormen van de door partijen beoogde inhoud van de overeenkomst.
Verklaringen en gedragingen waaruit blijkt van de bedoeling van partijen
5.6.
Ter beoordeling van hetgeen partijen concreet zijn overeengekomen, wordt vooral verwezen naar WhatsAppcorrespondentie. Partijen hebben op diverse momenten met elkaar gecommuniceerd over o.a. gas, water, elektra, KPN en Virtuagym. [partij A] heeft diverse WhatsAppberichten van hemzelf en van [partij B 2] en van mevrouw [naam] ([naam]) overgelegd, die duiden op een afspraak over de overname van deze diensten. Zo heeft [partij A] gewezen op een door hem aan [partij B 2] verzonden WhatsAppbericht, enkele dagen voor de overname van de sportschool. In dit bericht, staat onder meer het volgende:
(..)08-09-2022 08:22 - [partij A]: Ik heb het meeste besproken met [naam] en [betrokkene]. Moet alleen nog
weten wat je wilt met engie, eneco, afval en ongediertebestrijding
08-09-2022 08:22 - [partij B 2]: Heb nog niets ontvangen van de accountant, zal hem
even navragen wanneer hij het klaar heeft
08-09-2022 08:23 - [partij A]: En heb een BV en rekeningnummer nodig om eea over te zetten
per 10 september
08-09-2022 08:23 - [partij B 2]: Afval en ongedierte kunnen weg die andere 2 check ik
straks nog even
08-09-2022 08:23 - [partij B 2]: Wat moet je overzetten?
08-09-2022 08:25 - [partij A]: Les mills, virtuagym, bedrijfsfitness
08-09-2022 08:25 - [partij A]:
08-09-2022 08:26 - [partij B 2]: Bv en rekeningnummer zullen er niet eerder dan
binnen 1 a 2 weken zijn
08-09-2022 08:26 - [partij B 2]: Dus betaal die nog even net als dat je incasseert en
hou dat even bij wat + en - is
08-09-2022 08:26 - [partij B 2]: Dan komt dat goed
08-09-2022 09:32 - [partij A]: wat wil je met kpn? neem je die over of moet ik 'm opzeggen?
08-09-2022 09:32 - [partij A]: Veneberg door laten lopen?
08-09-2022 09:34 - [partij B 2]: Heb morgen een afspraak daar geef ik morgen
uitsluitsel op.
08-09-2022 09:34 - [partij B 2]: Kpn nog even door laten lopen
08-09-2022 09:35 - [partij B 2]: Deze loopt nog tot eind vh jaar dus tot dan laten
lopen. Nu al wel vast opzeggen dat die niet verlengd gaat worden.
08-09-2022 09:37 - [partij A]: Oke. Doe ik dat.
08-09-2022 09:38 - [partij A]: Oke, zetten we die binnenkort wel over naar de nieuwe bv. Kun je
het dan verder zelf regelen
08-09-2022 09:38 - [partij B 2]:
Hieruit blijkt naar het oordeel van de kantonrechter duidelijk dat [partij B] toelicht dat deze nog niet over een bankrekening beschikt en dat KPN op verzoek van [partij B 2] door zou moeten lopen.
5.7.
Verder verwijst [partij A] naar Whatsappberichten met [partij B 2] waaruit blijkt dat ook na de overname van de sportschool is gesproken over KPN, gas en elektra. In deze WhatsAppgesprekken staat onder meer het volgende:

21-09-2022 07:43 - [partij A]: Nog even voor de zekerheid. Gas en Electra kan opgezegd worden
per 1 oktober. Wat moet ik met KPN? Wil dat morgen regelen.
21-09-2022 07:44 - [partij A]: Rest heb ik met [naam] besproken
21-09-2022 07:45 - [partij B 2]: Nee, gaat via [bedrijf 2]
21-09-2022 07:47 - [partij B 2]: Kijk ik straks direct even na, vraag ik direct hoe snel
glasvezel er ligt mbt kpn
21-09-2022 07:51 - [partij A]: Oké. Dan kan ik dat overzetten of afronden.
21-09-2022 19:27 - [partij B 2]: KPN mag nog even blijven lopen, energie sluiten we zelf wel af
26-09-2022 12:27 - [partij A]: Ik ga ervan uit dat jij gas water en licht geregeld hebt, aangezien je
niet antwoord op mn vraag. Ik heb deze opgezegd.
26-09-2022 12:28 - [partij B 2]: Ik heb dat niet geregeld want kan pas nadat ik een
huurovereenkomst heb of pand eigenaar
26-09-2022 12:28 - [partij B 2]: Maar nogmaals dat is niet zo belangrijk als de rest
12-10-2022 11:01 - [partij A]: Op welke naam en rekeningnummer kan ik kpn overzetten?
12-10-2022 11:40 - [partij B 2]: [bestandsnaam 1] (bestand bijgevoegd)
12-10-2022 11:40 - [partij A]:
15-11-2022 07:53 - [partij A]: Goedemorgen [partij B 2],
Waar moet de factuur voor de diensten die doorgelopen (gas, water, Electra, e.d.) hebben
naartoe?
15-11-2022 07:55 - [partij B 2]: Je mag een overzicht mailen naar [e-mailadres]
Dan word dat vanaf daar beoordeeld (..)
Uit deze bewoordingen blijkt dat er gesproken is over zowel KPN, gas als elektra en dat op de vraag van [partij A] waar de factuur voor deze diensten naartoe mag door [partij B 2] is geantwoord dat een overzicht gemaild mag worden naar [e-mailadres].
5.8.
Verder verwijst [partij A] naar WhatsAppgesprekken met mevrouw [naam] ([naam]) na de overname van de sportschool over met name de Virtuagym. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [partij B] erkend dat mevrouw [naam] bevoegd was op te treden namens [partij B]. In deze gesprekken staat onder meer het volgende:
24-10-2022 14:57 - [partij A]: Heb jij de mail van kpn ontvangen voor de overname?
25-10-2022 07:29 - [naam]: Goedemorgen [partij A], nee heb ik niet ontvangen.
Wij gaan de [bedrijf 1] Virtuagym account niet overnemen. Na overleg met Virtuagym
is ons aangeraden om een nieuwe te nemen, dit hebben we dan ook gedaan.
25-10-2022 07:42 - [partij A]: Dan ga ik contact opnemen met virtuagym.
25-10-2022 07:45 - [partij A]: Mocht ik met een opzegtermijn zitten nu, dan ga ik ervanuit dat ik
die aan jullie door kan berekenen?
25-10-2022 07:45 - [partij A]: Aangezien dit niet de afspraak is.
25-10-2022 07:46 - [partij A]: Per wanneer start jullie nieuwe account?
25-10-2022 07:55 - [naam]: Is nu actief
25-10-2022 07:55 - [naam]: Jij zit aan jouw abonnement vast tot 28-11-2022.
25-10-2022 07:56 - [partij A]: Oké. Dan zal ik alleen het gebruik tot nu toe factureren.
25-10-2022 07:57 - [partij A]: Ik ga kpn contacten. Kunnen we dat morgen allemaal regelen.
25-10-2022 08:56 - [partij A]: Ben jij er morgenmiddag? Heb je dan tijd om kpn samen te
regelen? Kunnen we alles ineens uploaden.
25-10-2022 13:06 - [naam]: Ik ben er morgen, maar kpn etc zal je met [partij B 2] moeten kortsluiten.
Hij gaat daarover.
25-10-2022 13:57 - [partij A]: [partij B 2] gaf aan dat kpn op [partij B] moet. Aangezien dat ook incl
telefoonnummer is.
26-10-2022 15:39 - [partij A]: [bestandsnaam 2] (bestand bijgevoegd)
26-10-2022 15:39 - [partij A]: [bestandsnaam 3] (bestand bijgevoegd)
27-10-2022 11:02 - [partij A]: Is het gister gelukt met de overname van kpn?
27-10-2022 21:18 - [partij A]: Kun je me dat bevestigen? Niet dat ik straks hetzelfde heb al met
virtuagym.
28-10-2022 13:10 - [naam]: Hi, vandaar gedaan
28-10-2022 13:10 - [naam]: Vandaar = vandaag
28-10-2022 13:15 - [partij A]: Oké. Weet ik dat dat geregeld is. Wil je me op de hoogte houden per wanneer het ingaat? Kan ik de afrekening daarvoor maken.(..)
5.9.
De stelling van [partij B] dat er geen afspraken zijn gemaakt over de overname van de diensten tegen betaling wordt op grond van bovenstaande niet gevolgd. De kantonrechter is van oordeel dat uit de WhatsApp-gesprekken meermaals blijkt dat het om diensten als gas, water, elektra, KPN en Virtuagym gaat. Zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, kan evenmin worden gevolgd waarom deze kosten voor [partij B] zouden moeten zijn.
Niet is gebleken dat [partij B] op enig moment voor aanvang van deze procedure de afspraak dat de diensten door [partij B] zijn overgenomen, gemotiveerd heeft betwist.
Dat de verrekening en het bijhouden van de plussen en minnen in een Excell bestand zou gaan om reparaties van apparatuur kan niet worden gevolgd, te meer daar [partij B 2] heeft erkend dat deze apparaten onder de activa-passiva overeenkomst vallen, welke overeenkomst is gesloten met een andere partij dan [partij B]. Verder acht de kantonrechter het onbegrijpelijk waarom [partij B 2] in die situatie zou hebben geantwoord dat [partij A] een overzicht voor de factuur voor de diensten mag mailen naar [partij B] nu [partij B 2] helemaal niet heeft onderbouwd dat er op dat moment sprake was van reparaties.
5.10.
De kosten voor Fudura zijn door [partij A] niet onderbouwd. Over deze kosten wordt in de WhattsApp berichten ook niet gesproken. Daarom zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
Conclusie
5.11.
Gelet op bovenstaande is de conclusie dat partijen zijn overeengekomen dat [partij A] de kosten bij [partij B] in rekening mag brengen.
5.12.
De kantonrechter oordeelt echter dat niet de totale vordering van [partij A] kan worden toegewezen. Partijen discussiëren over de vraag tot welke datum [partij A] de kosten in dat geval in rekening zou mogen brengen. Partijen hebben in de WhatsApp-correspondentie gesproken over deze voorzieningen ‘tot het moment dat [partij B] dit zelf zou regelen’, hetgeen verband zou houden met het moment dat de B.V. was opgericht, dat de B.V. over een bankrekening kon beschikken en tot het moment dat het pand was overgedragen.
5.13.
Voor KPN geldt dat de overeenkomst is aangegaan per 26 oktober 2023, zodat het gevorderde bedrag tot deze datum toewijsbaar is. Dit is een bedrag van € 108,21 (14 sept – 13 okt) + 54,11 (de helft van 14 okt-13 nov) = € 162,32 (excl. btw 21%). Inclusief btw zal dan een bedrag van
€ 196,41worden toegewezen.
5.14.
Virtuagym is gelet op productie E bij dagvaarding per 17 oktober 2022 overgenomen. Enkel de kosten van Virtuagym tot die datum zullen worden toegewezen. Dit is een bedrag van € 155,40 (10 t/m 30 sept) + € 111,- (helft van oktober) = € 266,40 (exclusief btw 21%). Inclusief btw zal dan een bedrag van
€ 322,34worden toegewezen.
5.15.
Gas (Engie), water (Vitens) en Electra (Enexis) zijn door [partij A] doorberekend tot 1 november 2022. Deze nutsvoorzieningen zijn ook door [partij B] gebruikt en [partij B] c.s. dienen het bedrag voor Engie van € 427,- (exlusief btw 21 %), Vitens € 100,80 (excl. btw 9%) en Eneco € 2.325,92 (excl. btw 9%) en Enexis € 810,34 (excl. btw 9%). te betalen.
Inclusief btw komt het totaal van deze bedragen dan uit op € 516,67 (Engie) + € 109,87 (Vitens)+ € 2.535,25 (Eneco) + € 883,27 (Enexis) =
€ 4.045,06.
5.16.
Concluderend moet [partij B]
€ 4.563,81aan [partij A] betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2022.
Verklaring voor recht
5.17.
De door [partij A] gevorderde verklaring voor recht dat [partij B] jegens hem toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen zal worden afgewezen. [partij A] heeft niet onderbouwd welke belang hij hier bij heeft.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.18.
[partij A] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat niet aan de wettelijke eisen is voldaan. Niet gesteld en gebleken is dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht.
in reconventie: de vorderingen van [partij B] en [partij B 2]
5.19.
De vorderingen van [partij B] hebben betrekking op schade aan het pand en overtreding van het concurrentiebeding in de activa/passiva overeenkomst.
Schade
5.20.
Voor [partij B 1] B.V. geldt dat de vorderingen worden afgewezen op grond van het volgende. Het pand is door de vader van [partij A] verkocht aan ARM Onroerend goed B.V. [partij B 1] B.V. heeft niet voldoende gemotiveerd op grond waarvan de vordering tegen [partij A] ingesteld zou kunnen worden in plaats van zijn vader. Uit de in het geding gebrachte WhatsAppgesprekken blijkt weliswaar dat [partij B 2] [partij A] heeft gevraagd waar de schade moest worden gemeld, maar uit het antwoord van [partij A] inhoudende ‘wij’ kan niet worden afgeleid dat hij niet namens zijn vader handelde. [bedrijf 2] B.V. heeft de activa- passiva aan [partij A] verkocht. [bedrijf 2] b.v. is niet in deze procedure betrokken. [partij B 1] B.V. is zonder toelichting, die niet is gegeven, dan ook niet bevoegd om deze vorderingen in te stellen.
5.21.
Voor [partij B 2] geldt het volgende. [partij B 2] is in persoon dan wel uit hoofde van zijn functie bij [partij B 1] B.V. (i.o.) gedagvaard en niet uit hoofde van zijn betrokkenheid bij ARM Onroerend goed B.V.. Ook als kan worden aangenomen dat [partij B 2] met [partij A], handelend namens zijn vader, afspraken heeft gemaakt over het repareren van het dak en de motor, blijkt nergens uit dat [partij B 2] dat namens zichzelf heeft gedaan. Het moet er dan ook voor gehouden worden dat hij dat namens ARM onroerend goed b.v. heeft gedaan. [partij B 2] is zonder toelichting, die niet is gegeven, dan ook niet bevoegd om deze vorderingen in te stellen.
Concurrentiebeding
5.22.
Ook voor het beroep op het concurrentiebeding geldt dat [partij B 1] B.V. en [partij B 2] geen tegenvordering tegen [partij A] kunnen indienen. De activa-passiva overeenkomst is tussen [partij A] en [bedrijf 2] B.V. gesloten. [bedrijf 2] B.V. is niet in deze procedure betrokken. [partij B 1] B.V. is zonder toelichting, die niet is gegeven, dan ook niet bevoegd om deze vorderingen in te stellen
5.23.
Voor [partij B 2] geldt het volgende. [partij B 2] is in persoon dan wel uit hoofde van zijn functie bij [partij B 1] B.V. (i.o.) gedagvaard en niet uit hoofde van zijn betrokkenheid bij [bedrijf 2] B.V.. [partij B 2] is zonder toelichting, die niet is gegeven, dan ook niet bevoegd om deze vorderingen in te stellen.
in conventie en in reconventie
5.24.
[partij B] en [partij B 2] krijgen voor het merendeel ongelijk en zullen daarom (hoofdelijk) in de proceskosten worden veroordeeld. Bij het bepalen van de hoogte van het salaris gemachtigde wordt alleen rekening gehouden met het toegewezen deel van de vordering van [partij A]. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [partij A] in conventie als volgt vastgesteld:
  • kosten van de dagvaarding € 110,03
  • griffierecht € 244,00
  • salaris gemachtigde
Totaal: € 882,03
5.25.
[partij B] en [partij B 2] zijn in reconventie grotendeels in het ongelijk gesteld, zodat zij ook worden veroordeeld om de proceskosten van [partij A] in reconventie te betalen. Deze proceskosten bestaan uit de kosten voor het salaris van de gemachtigde van [partij A]. Voor de conclusie van antwoord in reconventie zal één punt worden toegekend en voor de mondelinge behandeling zal een half punt worden toegekend. In totaal wordt daarom € 1.191,00 toegekend (1,5 punt x € 794,-).
5.26.
[partij A] heeft zowel in conventie als in reconventie vergoeding van nakosten gevorderd. Voor kantonzaken geldt dat voor een vonnis één keer een bedrag aan nakosten kan worden toegerekend tot een maximum van € 132,00. Dat bedrag wordt daarom voor nakosten aan [partij A] toegewezen.
5.27.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt [partij B] en [partij B 2] hoofdelijk om aan [partij A] te betalen een bedrag van € 4.563,81 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 7 december 2022, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [partij B] en [partij B 2] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [partij A] tot dit vonnis vastgesteld op € 882,03,
6.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
6.4.
wijst de vorderingen van [partij B] en [partij B 2] af;
6.5.
veroordeelt [partij B] en [partij B 2] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [partij A] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.191,00,
in conventie en reconventie
6.6.
veroordeelt [partij B] en [partij B 2] hoofdelijk tot betaling van de nakosten aan [partij A] voor een bedrag van € 132,00;
6.7.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis onder de overwegingen 6.1., 6.2., 6.5. en 6.6. in dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Smedes en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2023.