Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek,
- de akte uitlating van Menzis, tevens vermindering van eis,
- de akte uitlating van [gedaagde].
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Menzis Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Menzis vorderde betaling van een bedrag van € 545,30, bestaande uit een betalingsachterstand van € 457,19, rente van € 5,13 en buitengerechtelijke kosten van € 82,98. De gedaagde had een zorgverzekering bij Menzis en was verplicht om zijn premie maandelijks vooruit te betalen, maar had dit voor de maanden november 2022, december 2022 en januari 2023 niet op tijd gedaan.
De gedaagde erkende de betalingsachterstand, maar betwistte de hoogte ervan. Hij voerde aan dat hij enkele betalingen had gedaan, maar Menzis stelde dat deze betalingen niet in mindering mochten worden gebracht op de vordering omdat de gedaagde niet het juiste betalingskenmerk had vermeld. De kantonrechter oordeelde dat Menzis de betalingen had moeten toerekenen aan de onbetaald gebleven facturen, ondanks het ontbreken van het betalingskenmerk. De rechter besloot dat de deelbetalingen van de gedaagde in mindering moesten worden gebracht op de vordering van Menzis.
Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat de gedaagde nog een bedrag van € 121,99 aan Menzis moest betalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 3 april 2023. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.