ECLI:NL:RBOVE:2023:4614

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
10645960 \ EJ VERZ 23-273
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot nabetaling loon en transitievergoeding afgewezen na onvoldoende onderbouwing door werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] tegen RM Taxi B.V. [verzoekster] verzocht om nabetaling van achterstallig loon en een gecorrigeerde transitievergoeding, alsook om afgifte van loonstroken en een schadevergoeding. De procedure begon op 4 augustus 2023 en na een mondelinge behandeling op 10 oktober 2023 heeft de kantonrechter de verzoeken van [verzoekster] afgewezen. De werkgever, RM Taxi, heeft gemotiveerd betwist dat zij nog iets aan [verzoekster] verschuldigd is en heeft dit onderbouwd met verschillende documenten. De kantonrechter oordeelde dat [verzoekster] haar verzoeken onvoldoende had onderbouwd en dat RM Taxi duidelijk had aangetoond dat de uitbetalingen correct waren. De kantonrechter heeft ook de verzoeken om afgifte van loonstroken en schadevergoeding afgewezen, omdat [verzoekster] niet voldoende bewijs had geleverd voor haar claims. Uiteindelijk werd [verzoekster] veroordeeld in de proceskosten van RM Taxi, vastgesteld op € 793,00.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10645960 \ EJ VERZ 23-273
Beschikking van 7 november 2023
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoekster],
procederend in persoon, voorheen bijgestaan door mr. S.A.C. Verzaal (die zich heeft onttrokken)
tegen
de besloten vennootschap
RM TAXI B.V.,
gevestigd te Zwolle,
verwerende partij,
hierna te noemen: RM Taxi,
gemachtigde: mr. S.H.E. Morshuis-van Mil.

1.De procedure

1.1.
[verzoekster] is deze procedure begonnen met haar verzoekschrift, bij de rechtbank binnengekomen op 4 augustus 2023. RM Taxi heeft op het verzoekschrift gereageerd met een verweerschrift, binnengekomen op 2 oktober 2023.
1.2.
Op 10 oktober 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij partijen zijn verschenen en waarbij door [verzoekster] spreekaantekeningen zijn overgelegd. Van wat besproken is op de zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
1.3.
[verzoekster] heeft voorafgaand aan de zitting nog extra producties ingediend, maar zij heeft deze niet naar RM Taxi gestuurd. RM Taxi heeft tijdens de schorsing van de zitting kennis kunnen nemen van de producties en heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het toelaten van die producties.

2.Inleiding

2.1.
In deze procedure vraagt [verzoekster] – kort gezegd – om betaling van achterstallig loon en een gecorrigeerde transitievergoeding van haar voormalig werkgever, RM Taxi. Daarnaast vraagt [verzoekster] om betaling van vergoedingen die daarmee verband houden en om afgifte van bepaalde loonstroken en een eindafrekening. Ook vraagt [verzoekster] om betaling van een schadevergoeding. Volgens [verzoekster] zijn niet alle uren die zij gewerkt heeft voor RM Taxi aan haar uitbetaald. Daarnaast vindt [verzoekster] dat zij tijdens een periode van ziekte te weinig loon heeft ontvangen, aangezien die ziekte kwam door een conflict op de werkvloer en RM Taxi in dat kader een verwijt kan worden gemaakt. De schadevergoeding die [verzoekster] vraagt heeft daar ook mee te maken.
2.2.
RM Taxi kan zich niet vinden in de verzoeken van [verzoekster]. RM Taxi heeft uitgelegd, onderbouwd met verschillende stukken, waarom zij van mening is dat [verzoekster] heeft uitbetaald gekregen waar zij recht op had. Ook heeft RM Taxi uitgelegd waarom zij vindt dat RM Taxi niets te verwijten valt aangaande het conflict op de werkvloer. RM Taxi vraagt om afwijzing van de verzoeken van [verzoekster].
2.3.
De kantonrechter is van oordeel dat door RM Taxi duidelijk is uitgelegd dat [verzoekster] heeft uitbetaald gekregen waar zij recht op had en dat RM Taxi niets meer aan [verzoekster] verschuldigd is. Deze uitleg van RM Taxi, die is onderbouwd met verschillende documenten, heeft [verzoekster] niet betwist. Het lag op de weg van [verzoekster], als verzoekende partij, om op het verweer van RM Taxi te reageren en haar verzoek op die manier nader te onderbouwen. Nu [verzoekster] dit heeft nagelaten heeft zij haar verzoeken onvoldoende onderbouwd, zodat de kantonrechter deze verzoeken afwijst.
2.4.
Dit verkort weergegeven oordeel wordt hierna uitgelegd.

3.Het geschil

3.1.
[verzoekster] verzoekt de kantonrechter om – kort samengevat – RM Taxi te veroordelen tot betaling van achterstallig loon en tot betaling van een (gecorrigeerde) transitievergoeding op basis van 60,9 te weinig uitbetaalde uren. Daarnaast verzoekt [verzoekster] om veroordeling van RM Taxi tot betaling van achterstallig loon over de periode dat zij tijdens het dienstverband ziek is geweest. [verzoekster] verzoekt om betaling van de wettelijke verhoging over deze bedragen. Verder verzoekt [verzoekster] om afgifte van RM Taxi van (gecorrigeerde) loonstroken en een gecorrigeerde eindafrekening, als ook betaling van RM Taxi van een schadevergoeding van € 770,00.
3.2.
RM Taxi heeft de kantonrechter verzocht de verzoeken van [verzoekster] af te wijzen.
3.3.
Als dit voor de beoordeling van belang is, wordt hierna ingegaan op de standpunten waarmee [verzoekster] haar verzoek en RM Taxi haar verweer tegen het verzoek onderbouwen.

4.De feiten

4.1.
[verzoekster] is op 5 oktober 2021 in dienst getreden bij RM Taxi, in de functie van taxichauffeur, op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van zeven maanden. De arbeidsovereenkomst is vervolgens verlengd met een jaar, en geëindigd met ingang van 5 mei 2023.
4.2.
Op de arbeidsovereenkomst is de cao Zorgvervoer en Taxi van toepassing.
4.3.
Bij aanvang van de arbeidsovereenkomst bedroeg het bruto uurloon van [verzoekster] € 12,66. In 2022 bedroeg het bruto uurloon € 13,25 en in 2023 € 14,60.
4.4.
Op 28 september 2022 heeft er een incident plaatsgevonden tussen [verzoekster] en een collega. Op 29 september 2022 heeft [verzoekster] zich ziekgemeld. Tot aan het einde van de arbeidsovereenkomst is er sprake geweest van ziekte van [verzoekster].
4.5.
[verzoekster] heeft naar aanleiding van het incident aangifte gedaan bij de politie. Het Openbaar Ministerie heeft besloten naar aanleiding van deze aangifte niet tot vervolging over te gaan. Naar aanleiding van die beslissing heeft [verzoekster] een klacht op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering ingediend.
4.6.
Partijen hebben geprobeerd hun geschil door middel van mediation op te lossen. De ingeschakelde mediator zag geen mogelijkheden om met mediation tot een oplossing van het conflict te komen, waarna de mediation is geëindigd.
4.7.
Door de (voormalig) gemachtigden van partijen is gecorrespondeerd over het al dan niet moeten uitbetalen van achterstallig loon door RM Taxi.

5.De beoordeling

Achterstallig loon: periode 1 januari 2022 tot 29 september 2022
5.1.
Volgens [verzoekster] heeft RM Taxi haar in deze periode 60,9 uren te weinig loon uitbetaald. [verzoekster] heeft dit verzoek onderbouwd met dienststaten en een door haar zelf opgesteld overzicht van de door haar gewerkte uren.
5.2.
RM Taxi heeft gemotiveerd betwist dat zij [verzoekster] nog 60,9 uren aan achterstallig loon moet uitbetalen. Allereerst heeft RM Taxi de onderbouwing van [verzoekster] gemotiveerd in twijfel getrokken. Volgens RM Taxi zien de stukken die door [verzoekster] zijn overgelegd namelijk niet op de periode 1 januari 2022 tot 29 september 2022. Daarnaast heeft RM Taxi aangevoerd dat uit die stukken niet duidelijk is af te leiden welke uren en dagen er volgens [verzoekster] niet kloppen. Ook heeft RM Taxi aangevoerd dat [verzoekster] bij haar berekening van het aantal uren kennelijk zelf ook heeft getwijfeld, omdat er in het door haar zelf opgestelde overzicht, bij verschillende data, staat: “
Weet niet of ik gewerkt heb? Staat niet in agenda.
5.3.
Naast de betwisting van de onderbouwing van [verzoekster] door RM Taxi heeft RM Taxi overzichten van de boordcomputer van RM Taxi en de loonstaat van [verzoekster] met elkaar vergeleken. Hieruit volgt volgens RM Taxi dat de verloning heeft plaatsgevonden conform de gegevens van de boordcomputer. Verder heeft RM Taxi een steekproef uitgevoerd waarbij zij de dienststaten van de maand juni 2022 heeft vergeleken met gegevens van de boordcomputer van de maand juni 2022. Ook uit die steekproef blijkt dat de uren overeenkomen, aldus RM Taxi.
5.4.
De kantonrechter overweegt als volgt. RM Taxi heeft de onderbouwing van dit deel van het verzoek van [verzoekster] gemotiveerd betwist. Daarnaast heeft RM Taxi met een eigen onderbouwing weerlegd dat [verzoekster] nog 60,9 uren aan loon uitbetaald zou moeten krijgen. [verzoekster] heeft niet op de betwisting van RM Taxi gereageerd, en ook niet op de weerlegging van RM Taxi. Dit had wel op weg gelegen van [verzoekster], aangezien de betwisting en de weerlegging door RM Taxi om een reactie vragen. Nu [verzoekster] daar niet op heeft gereageerd heeft zij haar verzoek op dit punt onvoldoende onderbouwd, en moet dit dan ook worden afgewezen.
5.5.
[verzoekster] heeft op de zitting nog aangevoerd dat RM Taxi de uren die de chauffeurs hebben gereden aanpast, maar ook dit is door RM Taxi gemotiveerd weersproken. Door RM Taxi is aangevoerd dat de urenregistratie door middel van een geijkt apparaat plaatsvindt, dat dit apparaat periodiek gekeurd wordt en dat het niet mogelijk is om de urenregistratie handmatig aan te passen. Aan deze opmerking van [verzoekster] gaat de kantonrechter dan ook voorbij.
Achterstallig loon: periode 29 september 2022 tot 5 mei 2023
5.6.
[verzoekster] vraagt ook om betaling van achterstallig loon over de periode dat zij vanwege ziekte niet of nauwelijks heeft gewerkt. Volgens [verzoekster] moet bij de berekening van de arbeidsomvang worden uitgegaan van primair 190 uur per maand, dan wel 163 uur per maand, dan wel 144,8 uur per maand. Wat betreft het percentage aan loon dat RM Taxi had moeten uitbetalen tijdens haar ziekte vraagt [verzoekster] primair om 100%, dan wel het correcte percentage op basis van de cao.
5.7.
RM Taxi heeft betwist dat zij [verzoekster] tijdens haar ziekteperiode te weinig loon heeft uitbetaald. Volgens RM Taxi heeft [verzoekster] tijdens haar dienstverband geen enkele maand 190 uren gewerkt, zodat in ieder geval niet van dat aantal kan worden uitgegaan. Dat van 163 uren per maand moeten worden uitgegaan, heeft [verzoekster] volgens RM Taxi niet onderbouwd. Verder heeft RM Taxi gemotiveerd uitgelegd dat zij aan [verzoekster] conform de cao het gemiddelde over een referteperiode van twaalf voorafgaande betalingsperioden betaald heeft. Het gaat dan om 144,8 uren, tegen het bruto-uurloon dat [verzoekster] verdiende direct voorafgaand aan haar ziekmelding.
5.8.
RM Taxi heeft wat betreft het percentage loon tijdens ziekte aangevoerd dat zij aan [verzoekster] heeft uitbetaald het percentage conform de cao. Er is volgens RM Taxi geen rechtsgrond voor een uitbetaling van loon van 100%, dat RM Taxi verantwoordelijk kan worden gehouden voor het conflict op de werkvloer wordt door RM Taxi betwist.
5.9.
De kantonrechter overweegt als volgt. De kantonrechter is het met RM Taxi eens dat [verzoekster] onvoldoende heeft uitgelegd waarom zij recht heeft op uitbetaling van 100% van haar loon tijdens ziekte. De kantonrechter begrijpt dat [verzoekster] het conflict op de werkvloer aan dit verzoek ten grondslag legt, maar [verzoekster] heeft onvoldoende uitgelegd waarom RM Taxi in dat kader een verwijt kan worden gemaakt.
5.10.
Verder heeft RM Taxi de berekening van de arbeidsomvang van 190 en 163 uren door [verzoekster] gemotiveerd betwist. Zo heeft RM Taxi aangevoerd dat [verzoekster] tijdens haar dienstverband geen enkele maand 190 uren heeft gewerkt. Daarnaast heeft [verzoekster] volgens RM Taxi niet heeft uitgelegd waarom zij voor de berekening van de arbeidsomvang van 163 uren heeft gekozen voor een referteperiode van zeven en negen maanden, en waarom zij daarbij een vakantie buiten beschouwing heeft gelaten. Op deze betwisting heeft [verzoekster] niet meer gereageerd, terwijl dit wel op haar weg lag als verzoekende partij. In het licht van deze gemotiveerde betwisting door RM Taxi heeft [verzoekster] haar verzoek onvoldoende onderbouwd, zodat het moet worden afgewezen.
5.11.
De slotsom is dat ook dit deel van het verzoek zal worden afgewezen.
De transitievergoeding
5.12.
Aan [verzoekster] is na afloop van de arbeidsovereenkomst bij de eindafrekening een transitievergoeding toegekend van € 1.236,48 bruto. [verzoekster] vraagt in deze procedure in dat kader om een nabetaling, omdat volgens haar bij de berekening van de transitievergoeding niet is uitgegaan van het juiste en volledige loon.
5.13.
Nu de verzoeken met betrekking tot het achterstallig loon worden afgewezen, moet de kantonrechter er vanuit gaan dat de transitievergoeding op basis van het juiste en volledige loon is berekend. Dit verzoek moet daarom ook worden afgewezen. [verzoekster] heeft nog aangevoerd dat het haar niet bekend is hoe RM Taxi de transitievergoeding heeft berekend, maar als productie 22 bij het verweerschrift heeft RM Taxi deze berekening overgelegd. Daar heeft [verzoekster] niet meer op gereageerd, zodat de kantonrechter aan die opmerking voorbij gaat.
Wettelijke verhoging en wettelijke rente
5.14.
Aangezien de verzoeken van [verzoekster] tot betaling van achterstallig loon en achterstallige transitievergoeding worden afgewezen, is er geen plaats voor toewijzing van de wettelijke verhoging of wettelijke rente over die bedragen. Deze verzoeken worden daarom eveneens afgewezen.
Afgifte van loonstroken en eindafrekening
5.15.
[verzoekster] verzoekt om afgifte door RM Taxi van de loonstroken van de maanden april en mei 2023, als ook van gecorrigeerde loonstroken en een gecorrigeerde eindafrekening.
5.16.
De kantonrechter wijst deze verzoeken af. De loonstroken van de maand april en mei 2023 heeft RM Taxi als producties bij het verweerschrift overgelegd, zodat [verzoekster] al in het bezit is van die loonstroken. Van gecorrigeerde loonstroken en een gecorrigeerde eindafrekening is geen sprake, nu de verzoeken van [verzoekster] met betrekking tot de nabetaling van loon en de transitievergoeding worden afgewezen.
Schadevergoeding
5.17.
[verzoekster] vraagt om betaling door RM Taxi van een bedrag van € 770,00 aan schadevergoeding, volgens [verzoekster] is dit het eigen risico van haar zorgverzekering van kosten die zij als gevolg van het conflict op de werkvloer heeft moeten maken.
5.18.
De kantonrechter wijst dit verzoek af. [verzoekster] heeft niet uitgelegd waar de kosten precies op zien (welke behandeling of welke medicatie) en waarom die kosten direct verband houden met het conflict op de werkvloer. Als dat laatste al het geval zou zijn, dan heeft [verzoekster] niet uitgelegd waarom die kosten voor rekening RM Taxi moeten komen. Ook heeft [verzoekster] dit verzoek niet met stukken onderbouwd, bijvoorbeeld met facturen van haar zorgverzekeraar. De kantonrechter wijst het verzoek om deze redenen af.
Conclusie
5.19.
De kantonrechter wijst de verzoeken van [verzoekster] af. Omdat [verzoekster] deze procedure verliest, moet zij de proceskosten van RM Taxi betalen. Die kosten worden aan de kant van RM Taxi vastgesteld op een bedrag van € 793,00 aan salaris van de gemachtigde van RM Taxi.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst het verzochte af,
6.2.
veroordeelt [verzoekster] in de proceskosten, aan de kant van RM Taxi vastgesteld op € 793,00.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Koene en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023. (wv)