Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties,
- de aanvullende productie 8 van [partij B] ,
- de mondelinge behandeling van 6 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2. Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
1) te bepalen dat aan haar het huurrecht van het gehuurde met uitsluiting van [partij B] wordt toegewezen, met ingang van de dag van het vonnis;
2) te bepalen dat [partij B] de huur met ingang van de dag van het vonnis niet langer zal voortzetten;
3) [partij B] te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te verlaten en deze alsmede de zich daarin bevindende inboedel ter vrije beschikking aan [partij A] te stellen en de woning zonder toestemming van [partij A] niet meer te betreden en ontruiming van [partij B] , alles op kosten van [partij B] ;
4) [partij B] te veroordelen om zich binnen drie dagen na het te wijzen vonnis uit te schrijven van het adres van het gehuurde;
5) [partij B] te veroordelen in de proceskosten.
1) te bepalen dat [partij A] de huur van het gehuurde, met ingang van twee weken na het vonnis niet langer zal voortzetten en dat aan [partij B] met ingang van die datum met uitsluiting van [partij A] het huurrecht toekomt;
2) te bepalen dat [partij A] binnen twee weken na het vonnis het gehuurde dient te verlaten en niet verder mag betreden, behoudens toestemming van [partij B] ;
3) te bepalen dat [partij A] binnen twee weken na het vonnis haar persoonlijke spullen meeneemt uit de woning en alle sleutels van de woning overdraagt aan [partij B] ;
4) te bepalen dat [partij A] binnen twee weken na het vonnis haar medewerking zal verlenen aan het verzoek tot wijziging van de huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, in die zin dat [partij B] als enige huurder op de huurovereenkomst zal komen te staan, bij het uitblijven waarvan dit vonnis als medewerking van [partij A] dient te worden aangemerkt.