Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 12 juli 2023;
- de brief van 20 juli 2023 van de rechtbank waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
Rechtbank Overijssel
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 22 november 2023, staat de eigendom van drie paarden ter discussie. Partij A vordert de teruggave van de paarden van partij B, die stelt dat twee van de paarden zijn eigendom zijn. De rechtbank oordeelt dat paard 1 en paard 3 eigendom zijn van partij B, terwijl paard 2 eigendom is van partij A. De rechter wijst de vorderingen van partij A af, omdat deze niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn eigendom van paard 1. De rechter concludeert dat het bezit van het paardenpaspoort niet gelijkstaat aan eigendom. De vorderingen van partij B worden gedeeltelijk toegewezen, waaronder de afgifte van het paardenpaspoort en stamboekpapier van paard 1, en de betaling van kosten door partij A. De rechtbank legt ook een dwangsom op voor de afgifte van de documenten. De proceskosten worden aan partij A opgelegd, die ongelijk heeft gekregen in deze zaak.