Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[belanghebbende 1] ,
[belanghebbende 2],
[belanghebbende 3],
[belanghebbende 4],
[belanghebbende 5],
[belanghebbende 6],
[belanghebbende 7],
[belanghebbende 8],
de onbekende huurders c.q. onderhuurders,
Rechtbank Overijssel
Op 26 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak waarin ING Bank N.V. als verzoekster optrad. De voorzieningenrechter verleent verlof aan verzoekster om het huurbeding in te roepen tegen de (onder)huurders van een woning. De (onder)huurders worden veroordeeld om de woning te ontruimen en beschikbaar te stellen aan verzoekster.
De procedure is gestart met een verzoekschrift op basis van artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om bezwaar te maken, maar hebben niet gereageerd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan de wettelijke vereisten voor het inroepen van het huurbeding is voldaan.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat met instandhouding van de huurovereenkomst geen voldoende opbrengst zal worden verkregen voor verzoekster. Daarom is het verzoek tot het inroepen van het huurbeding toegewezen. De (onder)huurders krijgen een termijn van dertig dagen na betekening van de beschikking om de woning te ontruimen. De verzoekster heeft geen machtiging gekregen om de ontruiming zelf uit te voeren met behulp van de sterke arm, aangezien dit niet wettelijk is toegestaan.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.M. Koene.